Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de vertegenwoordiging van vrouwen in de raden van bestuur van de 16 OVM’s van het BHG.

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 259)

 
Datum ontvangst: 25/08/2020 Datum publicatie: 19/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 25/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/08/2020 Ontvankelijk p.m.
25/09/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    In 2015 stelde mijn collega Viviane Teitelbaum een vraag over het aantal vrouwelijke vertegenwoordigers in de raden van bestuur van de OVM’s en de manier waarop dit is geëvolueerd in de afgelopen vijf jaar.

Er zij op gewezen dat, hoewel uit het gedetailleerde antwoord blijkt dat dit percentage sinds de jaren 2000 voortdurend evolueert, het percentage vrouwen in de Raden van Bestuur van de OVM’s in het Brussels Gewest in 2015 nog steeds slechts 36,15% bedroeg, zoals blijkt uit de notulen van de Algemene Vergaderingen die in het Belgisch Staatsblad zijn gepubliceerd.

Aangezien dit percentage in 2015 nog steeds laag is, durf ik te hopen dat het sindsdien is geëvolueerd met het oog op het bereiken van een zekere pariteit binnen de besluitvormingsorganen van deze sociale vastgoedmaatschappijen.

Graag een antwoord op volgende vragen.

- Hoeveel vrouwen hadden zitting in de raad van bestuur van elk van de 16 OVM’s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2018 en in 2019 ?

- Hoeveel mannen hadden zitting in de raad van bestuur van elk van de 16 OVM’s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2018 en in 2019?

- Wat is het totale aantal vrouwen dat in 2018 en 2019 in de raden van bestuur van de OVM's in het Brussels Gewest zitting had?

- Voldoen alle OVM's aan de relevante wettelijke voorschriften? Zo niet, welke maatregelen heeft u dan genomen om deze situatie te verhelpen?
 
 
Antwoord    De tabel in bijlage geeft alle cijfers weer die u hebt gevraagd.

De gegevens in de tabel komen uit de lijsten met de leden van de raad van bestuur, zoals die opgenomen werden in de op 31 december 2018 en 31 december 2019 afgesloten rekeningen.

Alle in deze rekeningen opgenomen leden staan in de tabel, met uitzondering van de directeurs-generaal, de commissarissen en de sociaal afgevaardigden.

Ik wil erop wijzen dat er in bepaalde OVM’s mandaten zijn voorbehouden aan particulieren en huurders. Deze mandaten worden niet door de overheid vertegenwoordigd.

Voorts hebben de cijfers in deze tabel geen betrekking op de te vervullen bestuurdersposten, maar verwijzen ze naar elke bestuurder die in de loop van het jaar als bestuurder heeft gezeteld, ook al heeft hij/zij in de loop van dat jaar ontslag genomen en werd hij/zij vervangen (bijvoorbeeld na de vernieuwing van de raden van bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018). Een bestuurder die een ontslagnemend bestuurder vervangt, wordt ook opgenomen in de lijst.

Ik wijs er ook op dat de tabel rekening houdt met de vervanging van de organen van Le Logement Molenbeekois door de raad van bestuur van de BGHM in 2019. De verhouding mannen-vrouwen kan dus in de loop van hetzelfde jaar variëren.

Wat betreft de naleving van de wettelijke voorschriften van de OVM’s in dit verband, kan ik u zeggen dat een bepaling van de ordonnantie van 13 februari 2014 ertoe strekkende binnen de leden die door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering benoemd worden in de bestuursorganen van rechtspersonen, een evenwichtige aanwezigheid van vrouwen en mannen te waarborgen, in bepaalde situaties van toepassing zou kunnen zijn op de benoeming van bestuurders van de OVM’s.

Deze ordonnantie bepaalt immers het volgende:
"Art. 3. § 1. Wanneer de Regering, een minister of een door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gecontroleerde rechtspersoon een natuurlijke persoon benoemt of zijn/haar benoeming voorstelt, met of zonder tussenkomst van een derde partij, om in het bestuursorgaan van een rechtspersoon te zetelen, en dit in overeenstemming met de ordonnantie of het besluit tot oprichting van deze rechtspersoon of zijn statuten, moet de verplichting voorzien in paragraaf 2 van dit artikel nageleefd worden. De leden van rechtswege van het bestuursorgaan vallen niet onder de toepassing van deze ordonnantie.
  § 2. Ten minste een derde van de leden die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of door een door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gecontroleerde rechtspersoon benoemd zijn in een bestuursorgaan, moet van een ander geslacht zijn dan dat van de overige leden die door hen benoemd zijn. Elke benoeming die deze verhouding niet respecteert, is nietig.
Indien het bestuursorgaan wegens een ontslag of overlijden niet meer samengesteld is krachtens de huidige bepaling, stelt hij de Regering of de Minister of de bevoegde rechtspersoon daarvan zo snel mogelijk op de hoogte zodat het lid of de leden vervangen kunnen worden. De Regering of de Minister of de bevoegde rechtspersoon beschikken dan over een termijn van zes maanden vanaf het moment van ontslag of overlijden om de aanpassing door te voeren. Bij gebreke daaraan, kunnen de door het Gewest of de door hem gecontroleerde rechtspersoon aangestelde leden geen geldige beslissingen meer nemen”.

Deze bepaling van de ordonnantie is dus niet van toepassing op de benoeming van bestuurders die particulieren, huurders of rechtspersonen die niet door het Gewest gecontroleerd worden, maar die aandeelhouder zijn van bepaalde OVM’s, vertegenwoordigen. Deze bepaling kan enkel van toepassing zijn op de voorstellen van benoemingen van bestuurders van OVM’s die respectievelijk door een gemeente of een OCMW worden gedaan. Er moet worden opgemerkt dat in bepaalde OVM’s de gemeente of het OCMW slechts één bestuurder van de OVM heeft die de gemeente of het OCMW vertegenwoordigt, wat betekent dat de ordonnantie niet van toepassing is op de voorstelling van kandidaten voor deze ene functie.