Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de uithuiszettingen en duurzame oplossingen voor de woningcrisis.

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 297)

 
Datum ontvangst: 08/09/2020 Datum publicatie: 18/11/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 16/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/09/2020 Ontvankelijk p.m.
16/11/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Begin september werd er in de media bericht over protesten vanwege het ‘Front tegen uithuiszettingen’ tegen het aflopen van het verbod op uithuiszettingen op 31 augustus 2020. De actievoerders eisen een verlenging van het moratorium en een duurzame oplossing voor mensen in nood.

Tijdens de lockdown werden er een tiental panden gekraakt en werden hotels geopend als opvangplaats voor mensen in nood. Doordat uithuiszettingen sedert september terug zijn toegelaten, dreigen een aantal personen zonder onderkomen te zitten. De manifestanten die in Molenbeek protesteerden, willen dat politici een duurzame oplossing bedenken. Zij stellen dat het coronavirus de woningcrisis in Brussel zichtbaarder heeft gemaakt, en vragen dat leegstaande woningen worden opgevorderd voor daklozen. Voorts stellen ze ook dat het beleid rond sociale woningen helemaal moet worden herbekeken.

Ik pleit niet voor een verlenging van het moratorium op uithuiszettingen, aangezien dit louter symptoombestrijding is, maar ik steun wel de oproep voor een duurzame oplossing en dus voor o.a. het aanpakken van leegstand en voor een gedegen beleid inzake sociale huisvesting.

U heeft reeds meermaals verklaard dat u, om het tekort van 15.000 sociale woningen op te lossen, inzet op de bouw van 6.400 nieuwe woningen, zoals ook bepaald in het regeerakkoord, maar daarnaast ook inzet op de renovatie van leegstaande panden. In het regeerakkoord wordt tevens bepaald dat het Gewest prioritair een ambitieus plan voor nieuwe sociale woningen en voor de “socialisering” van het huurbestand zal realiseren. Op termijn moet 15% van alle woningen op het hele gewestelijk grondgebied en per gemeente van sociale aard zijn, evenwichtig gespreid per gemeente en per wijk. Voor de uitvoering van dit noodplan zal de Regering gedeelde doelstellingen vastleggen middels een contract dat elke gemeente bindt aan het Gewest.

In een voorgaande antwoord wees u er op dat wat de inventarisatie van leegstaande woningen betreft, - ik citeer – “elke gemeente er toe gehouden is de inventaris van de leegstaande woningen die ze op haar grondgebied heeft geïdentificeerd, aan het Gewest door te geven. Deze verplichting wordt echter slechts gedeeltelijk nagekomen en de volledigheid van de inventarissen varieert van gemeente tot gemeente. Bovendien zijn de gevolgde methode en de verzamelde gegevens niet afgestemd tussen de gemeenten. Het opstellen van deze inventarissen laat dus niet toe een echt gewestelijk kadaster van leegstaande woningen op te stellen of een duidelijke en globale visie op het fenomeen te krijgen. Er moet overigens op worden gewezen dat deze verplichting voor de gemeenten tot het opstellen van een inventaris niet gepaard gaat met sancties. Er is dus geen enkele maatregel van toepassing op gemeenten die zich niet aan deze bepaling houden, behalve dat zij worden herinnerd aan het feit dat zij hun verplichting niet nakomen. In plaats van gemeenten die hun verplichting niet nakomen te bestraffen, is het tegenwoordig de bedoeling om de identificatie en inventarisatie van leegstaande woningen op gewestelijk niveau te heroriënteren.”

Ik had u hieromtrent graag de volgende vragen gesteld.

1. Na 1 jaar Vervoort III, wat is de stand van zaken betreffende de bouw van 6.400 nieuwe sociale woningen? Hoeveel woningen werden op 1 jaar effectief gebouwd?;

2. Wat is de stand van zaken wat betreft de dienstenopdracht bij Brussel Huisvesting om de haalbaarheid en de operationaliteit van een inventarisatie van de leegstaande woningen te analyseren? Tegen wanneer wil u over het overzicht van de leegstaande woningen beschikken?;

3. Hoe staat het met de contracten houdende gedeelde doelstellingen tussen het gewest en elk van de 19 gemeenten? Hoeveel contracten werden er reeds gesloten?;

4. Werd het stelsel van versnelde stedenbouwkundige procedures en de herziening van de regelgeving voor de stedenbouwkundige lasten omtrent woningbouw reeds geïmplementeerd? Conform het regeerakkoord zou de regering dit nog tijdens het jaar van haar installatie invoeren om alzo de productie van openbare en sociale woningen te kunnen bevorderen.
 
 
Antwoord    Wat de sociale woningen betreft die sinds de start van deze legislatuur zijn gebouwd:

­
Voor het Woningfonds:

In 2011 werd het Woningfonds belast met de bouw van 500 huurwoningen in het kader van het Gewestelijk Huisvestingsplan. Tussen 2015 en 2020 werden reeds 370 woningen opgeleverd.

In 2013 kreeg Woningfonds de opdracht om 1000 koopwoningen te bouwen in het kader van programma Alliantie Wonen. Eind 2020 zullen 120 woningen uit de Alliantie Wonen in gebruik zijn genomen.

Daar zullen nog 286 extra woningen bijkomen die in 2021 zullen worden opgeleverd. Sommige van deze woningen moesten al in 2020 in gebruik worden genomen, maar na de stopzetting van de werken (zo’n 2 maanden in het voorjaar van 2020) als gevolg van de gezondheidscrisis heeft de oplevering vertraging opgelopen.

De tabel uit bijlage 1 bevat gedetailleerde informatie over de woningproductie van het Fonds.

Voor de BGHM geeft bijlage 2 een overzicht van het aantal woningen dat in 2020 moet worden opgeleverd en ook van het aantal dat in de komende jaren voorzien is.

Ter herinnering: in 2019 heeft de BGHM 387 woningen opgeleverd.

Voor 2020 werden de projecten Raaf (bouw) en Biebuyck opgeleverd, samen goed voor 51 woningen.

Tegen eind 2020 worden de volgende opleveringen voorzien:
o Olieslagerij: 59 woningen tegen eind november 2020;
o Leger: 26 woningen tegen midden november 2020;
o Aartshertogen Zuid: 59 woningen tegen midden november 2020;
o Raaf (sleutel-op-de-deur): 18 woningen tegen eind november 2020.

­
Voor Community Land Trust Bruxelles:

In 2020 werden 39 CLT-woningen geproduceerd, waarvan 32 in Molenbeek en 7 in Anderlecht.


Met betrekking tot de vorderingen van de opdracht van Brussel Huisvesting om de haalbaarheid en bruikbaarheid van een inventaris van leegstaande woningen te analyseren:

Om de dynamiek van omvorming tot woningen van leegstaande gebouwen en kantoren voort te zetten, heeft de regering onlangs een opdracht van diensten gelanceerd om de haalbaarheid en de operationaliteit van een inventarisatie van leegstaande woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te onderzoeken.
De opdracht in kwestie werd toegewezen aan de Université Libre de Bruxelles op 31 augustus 2020 voor een bedrag van 166.089,44 euro incl. BTW.
Het onderzoek is begin september 2020 van start gegaan en zal naar verwachting negen maanden duren. Na afloop van het onderzoek zal een eerste inventaris aan Brussel Huisvesting worden meegedeeld.


Met betrekking tot de contracten met gedeelde doelstellingen tussen het Gewest en elk van de 19 gemeenten:

Mijn kabinet heeft samengezeten met de burgemeesters, de schepen(en) van huisvesting, de voorzitter(s) van de OCMW's en van de openbare vastgoedmaatschappijen (OVM) van de 19 Brusselse gemeenten.

Tijdens de vergaderingen met de gemeentelijke mandatarissen en de voorzitter(s) van de OCMW's en de OVM's werden drie gemeenschappelijke doelstellingen bepaald: het aanbod van sociale woningen vergroten; leegstand bestrijden (er wordt een in cijfers uitgedrukt resultaat verwacht) en de toegang tot betaalbare woningen verzekeren voor de Brusselse inwoners.

Voor 2021 is het de bedoeling om samen met de gemeenten de laatste hand te leggen aan de opstelling van plannen met daarin doelstellingen op het gebied van huisvesting en om een huisvestingscontract op te stellen waarin de gemeenschappelijke doelstellingen en de middelen om deze te bereiken zijn vastgelegd.

Er zal met elke gemeente een specifiek contract worden opgesteld in functie van hun kenmerken. In elke gemeente zal een begeleidingscomité, bestaande uit lokale en gewestelijke actoren, worden opgericht om de operationele opvolging van het huisvestingscontract en de evaluatie ervan te verzekeren.


Met betrekking tot het systeem van versnelde stedenbouwkundige procedures en de herziening van de regelgeving inzake stedenbouwkundige lasten omtrent woningbouw:

De versnelde procedure voor stedenbouwkundige vergunningen is een dossier dat ik samen met mijn collega Pascal Smet binnen de Brusselse Hoofdstedelijke Regering beheer.

Het gaat om een aanpassing van het BWRO. Dit dossier werd in 3
e lezing goedgekeurd tijdens de Ministerraad van 14/10/2020.

Het zal vervolgens ter goedkeuring aan het Parlement worden voorgelegd en nadien in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd om het in werking te doen treden.


Uw vraag met betrekking tot het dossier over de stedenbouwkundige lasten valt onder de bevoegdheid van mijn collega, de heer Pascal Smet, Staatssecretaris in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.