Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de aangepaste, aanpasbare en toegankelijke woningen voor personen met beperkte mobiliteit binnen het huurwoningenbestand van de openbare vastgoedmaatschappijen.

Indiener(s)
Marc Loewenstein
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 346)

 
Datum ontvangst: 21/09/2020 Datum publicatie: 06/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 16/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/10/2020 Ontvankelijk p.m.
16/11/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    De inclusie in onze maatschappij van de personen met een handicap verloopt noodzakelijkerwijs via de toegang tot huisvesting. Teneinde een persoon met beperkte mobiliteit in staat te stellen zich te verplaatsen in de eigen woonst dient de woning aan zeer strikte normen te voldoen. Het merendeel van de onroerende goederen dat in het Brussels Gewest verhuurd wordt, voldoet echter niet aan deze eisen. Op dat vlak heeft de overheid de plicht het goede voorbeeld te geven; ze is genoodzaakt aan de personen met een handicap een toereikend aanbod van aangepaste, aanpasbare of toegankelijke woningen te verzekeren. De in 2018 door de BGHM meegedeelde statistieken brachten aan het licht dat van de 40.000 woningen beheerd door de 16 openbare vastgoedmaatschappijen (OVM’s) er 303 aangepaste woningen zijn, 45 aangepaste woningen met hulpverlening in het dagelijks leven, 400 aanpasbare woningen en 2.382 toegankelijke woningen.

Ik wens u volgende vragen te stellen:

1. Beschikt u over recente gegevens met betrekking tot de aangepaste woningen (met inbegrip van de woningen met een dienst van hulpverlening in het dagelijks leven), aanpasbare en toegankelijke woningen binnen het huurwoningenbestand beheerd door de Brusselse OVM’s?

2. Kunt u ons een tabel voorleggen waarin voor elk van de 16 OVM’s het aantal aangepaste, aanpasbare en toegankelijke woningen worden vermeld die thans verhuurd worden?

3. Hoeveel nieuwe aangepaste en aanpasbare woningen overwoog de BGHM te bouwen in het kader van de verschillende projecten van het Gewestelijk Huisvestingsplan en het programma Alliantie Wonen? Wanneer zullen deze nieuwe woningen opgeleverd kunnen worden? En deze van de Alliantie Wonen?

4. Hoeveel personen met beperkte mobiliteit (PBM’s) staan volgens de laatste gegevens thans ingeschreven op de wachtlijsten van de OVM’s? Is er de laatste jaren een stijgend aantal kandidaat-huurders in afwachting van een aan de specifieke behoeften van een PBM aangepaste woning waargenomen?

5. Welke maatregelen heeft de Regering aangenomen of welke voorziet ze aan te nemen ter versterking van het aanbod van de aan de specifieke behoeften van de PBM’s of personen met een handicap aangepaste of aanpasbare openbare woningen?
 
 
Antwoord    In bijlage 1 vindt u het aantal aangepaste, aanpasbare en toegankelijke woningen die momenteel te huur worden aangeboden door elk van de OVM’s.

In bijlage 2 vindt u de aangepaste en aanpasbare woningen die voorzien zijn in het kader van het Gewestelijk Huisvestingsplan en de Alliantie Wonen.

In bijlage 3 vindt u het aantal personen dat wacht op een toegankelijke woning, aangepaste woning of aangepaste woning met ADL-assistentie (hulpverlening bij activiteiten in het dagelijks leven).

Het bestek voor zowel nieuwbouw als grote renovaties bepaalt dat 5% van alle woningen per project bestemd moet zijn voor personen met beperkte mobiliteit en dat alle woningen toegankelijk moeten zijn (behalve de woningen die aangekocht zijn via het sleutel-op-de-deursysteem: in dit kader heeft de BGHM geen invloed op het ontwerp van de gebouwen en dus ook niet op het aantal PBM-woningen).

Anderzijds wordt bij de ontwikkelingsprojecten rekening gehouden met de specifieke behoeften van de OVM’s, zoals het aantal kamers voor de geplande PBM-woningen. De ontwikkelingsprojecten voorzien niet in aanpasbare woningen. Deze worden zo goed als niet gevraagd door de OVM’s.

In de volgende beheersovereenkomst zal de BGHM een punt opnemen over de technische aanpassingen die nodig zijn in en rond een PBM-woning, en over de specifieke sociale begeleiding van PBM’s.