Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de bescherming en herwaardering van binnenterreinen van huizenblokken in het Brussels Gewest.

Indiener(s)
Isabelle Pauthier
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 297)

 
Datum ontvangst: 30/11/2020 Datum publicatie: 21/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 15/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Binnenterreinen van huizenblokken hebben een belangrijke ecologische en sociale functie in een stedelijke omgeving.

Binnenterreinen van huizenblokken zijn de ruimten achter de huizen die beginnen waar de bouwzone eindigt. Ze vormen een groen netwerk van onbebouwde ruimten en bestaan uit collectieve of privétuinen of uit groene openbare ruimten. Ons Gewest staat bekend om zijn groene binnenterreinen van huizenblokken, die voor een groot aantal positieve externaliteiten zorgen. Zo dragen groene binnenterreinen van huizenblokken bij tot de kwaliteit van onze leefomgeving, terwijl ze water laten infiltreren in de bodem en helpen onze lucht te zuiveren. Bovendien bevorderen ze in aanzienlijke mate de biodiversiteit. Tot slot is tijdens de Covid-19-crisis en de lockdown gebleken hoe belangrijk groene binnenterreinen van huizenblokken zijn en hoezeer de Brusselaars eraan gehecht zijn.

Vandaag zijn de binnenterreinen van huizenblokken enerzijds onderworpen aan het gewestelijk bestemmingsplan en anderzijds aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening wat de diepte van de gebouwen en de mineralisering van de ruimten betreft. In het algemeen streeft onze gewestelijke wetgeving uitdrukkelijk naar de bescherming van het groene en landschappelijke aspect van de binnenterreinen van huizenblokken. Ze verbiedt evenwel niet alle bouwwerken. De Brusselaars hebben de al dan niet terechte indruk - deze vraag strekt ertoe dat te objectiveren - dat de binnenterreinen van huizenblokken dienen om de stad te verdichten. In haar algemene beleidsverklaring erkent de regering het belang van de binnenterreinen van huizenblokken en stelt ze dat ze bewaard moeten blijven via "ontdichting”. Er zij voorts op gewezen dat binnenterreinen van huizenblokken bijdragen tot een efficiënte bestrijding van hitte-eilanden.

De Stad Brussel is zich bewust van het belang om die bijzondere sites te bewaren en heeft in samenwerking met de Bouwmeester in mei jongstleden opdracht gegeven voor een onderzoek over de binnenterreinen van huizenblokken in Laken om de toekomstige projecten inzake residentiële verdichting beter te kunnen evalueren en daarop te kunnen anticiperen. Nu de kwestie aan de orde is gesteld, is het tijd om de balans op te maken van onze instrumenten.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

- Beschikt urban.brussels over een instrument om de bebouwing van de binnenterreinen van huizenblokken te monitoren?

- Kon er de laatste jaren een evolutie in het aantal bebouwde vierkante meters worden vastgesteld?

- Zal de nieuwe hervorming van het GBP extra beschermingsmechanismen voor de binnenterreinen van huizenblokken bevatten?

- Heeft het Gewest, naar het voorbeeld van de Stad Brussel, specifieke onderzoeken laten uitvoeren om de binnenterreinen van huizenblokken te bewaren en er een algemene reflectie over te houden?
 
 
Antwoord    urban.brussels beschikt niet over gegevens voor een dergelijke monitoring maar in elke dossierbehandeling voert urban een denkoefening over de kwaliteiten van de binnenterreinen.

De Algemene Beleidsverklaring van 2019 bepaalt uitdrukkelijk dat in de loop van deze legislatuur een wijziging van het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) moet worden doorgevoerd. In dat opzicht heeft perspective van de Minister-President een mandaat gekregen om de wijzigingsprocedure van het GBP op te starten, zoals voorzien in artikel 27 van het BWRO.

De reikwijdte van de wijziging wordt bepaald door het regeerakkoord en het GPDO. Dit zijn de elementen die de Gewestelijke Beleidsverklaring van juli 2019 aanreikt voor de wijziging van het GBP:
­ De evenwichten tussen functies verduidelijken in de zones met meerdere bestemmingen;
­ De doelstellingen van het Gewestelijk Mobiliteitsplan (GMP) omzetten;
­ De landschappen met een grote biologische waarde die specifiek bijdragen aan het groene netwerk vrijwaren;
­ Een kader scheppen voor stadslandbouw;
­ De juridische haalbaarheid onderzoeken om in het GBP te verdichten en te ontdichten zones in te voeren (met inbegrip van de verbetering van de leefomgeving).

In elk geval lijkt het ons, evenals de minister-president, meer opportuun om de bijzondere kwestie van het behoud van de binnenterreinen door de GSV dan door het GBP te laten behandelen.

De binnenterreinen worden dus momenteel op gewestelijke en dus globale schaal behandeld via twee hulpmiddelen: het GBP (algemeen voorschrift 0.6) en specifieker de GSV (titel I).

De voorstellen tot wijziging van titel I van de GSV die momenteel worden opgesteld, zullen vanzelfsprekend gericht zijn op een betere kwaliteit van de binnenterreinen.

Parallel daarmee voer ik met Urban een denkoefening over richtlijnen inzake de binnenterreinen.

Elk binnenterrein is verschillend en elk project biedt de kans om een ruimtelijke en architecturale denkoefening (met name via het behoud en de reconversie van het industrieel erfgoed) te voeren met de volgende uitdagingen als achterliggende rode draad:
­ De buitenruimtes herwaarderen door de leefomgeving te verbeteren
­ De capaciteit van de binnenterreinen bevoorrechten om een stedenbouwkundig hulpmiddel te creëren om het stedelijke hitte-eilandeffect tegen te gaan
­ De verbinding van landschapsruimtes met openbare ruimtes en privéruimtes in binnenterreinen bevorderen om een doorlopende groene ruimte te creëren.