Schriftelijke vraag betreffende het voornemen om het glasvezelnetwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te commercialiseren richting telecomoperatoren.
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 605)
| Datum ontvangst: 27/01/2021 | Datum publicatie: 23/03/2021 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 23/03/2021 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 16/02/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | Eerder deze week bracht de krant L’Echo het nieuws naar buiten dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich heeft voorgenomen om diens glasvezelnetwerk te mutualiseren en commercialiseren richting de telecomoperatoren. Dat glasvezelnetwerk werd de afgelopen decennia stap per stap uitgerold in ons Gewest en wordt vandaag de dag gebruikt door onder meer de gewestelijke administraties, scholen en politiediensten, maar ook publieke instellingen als Vivaqua, Sibelga, de Haven van Brussel en de MIVB beschikken over een dergelijk eigen netwerk. Volgens L’Echo zou u deze netwerken, die onderbenut zouden worden, nu willen mutualiseren en commercialiseren, omdat dat ‘een unieke economische en digitale opportuniteit zou vormen voor ons Gewest.’ Verschillende telecomoperatoren zouden inderdaad geïnteresseerd zijn om van deze netwerken te kunnen gebruikmaken, want bijvoorbeeld Proximus investeerde hier al meerdere miljarden euro’s in en wil specifiek in ons Gewest tot een volledige dekking van het glasvezelnetwerk komen tegen 2026. Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel: - Bevestigt u dat dit voornemen om de Brusselse glasvezelnetwerken te mutualiseren en commercialiseren richting de telecomoperatoren gedragen wordt door de volledige Brusselse Regering en goedgekeurd werd op de ministerraad? Zo ja, wanneer werd dit goedgekeurd en welke modaliteiten en timing werden hieromtrent reeds vastgelegd? Welke inkomsten schat u op deze manier te kunnen genereren? - Hoe past deze commercialisering in de rol van het CIBG en de oorspronkelijke doelstellingen omtrent het gewestelijke glasvezelnetwerk? - Heeft u hieromtrent reeds overleg gepleegd met betrokken actoren? Welk standpunt heeft de RvB van IRISnet hieromtrent ingenomen? |
| Antwoord | 1/ Op 21 januari besliste de regering om mij, als minister bevoegd voor Digitalisering, de opdracht te geven om binnen zes maanden een plan voor te leggen teneinde zoveel mogelijk glasvezelnetwerken in het Brussels Gewest te consolideren, waaronder die IRISnet, Sibelga, de Haven van Brussel, Mobiel Brussel en de MIVB. Dit plan zal de volgende elementen bevatten: o een update van de cartografie van de glasvezelnetwerken aanwezig in het Brussels Gewest; o een analyse van de risico's verbonden aan de consolidatie van de netwerken; o de mechanismen om het netwerk uit te breiden en de beschikbare overtollige capaciteit te verkopen; o een agenda voor technische consolidatie en de governance. Om de potentiële inkomsten te kunnen inschatten, zal dus tot het einde van de studie moeten worden gewacht. 2/ De wet van 21 augustus 1987, gewijzigd door de ordonnantie van 20 mei 1999, waarbij het CIBG werd opgericht, bevat duidelijk de opdrachten van de instelling: "de bijstand voor wat betreft informatica- en telematicadiensten en de verwezenlijking en opvolging van projecten inzake informatica, telematica, cartografie en telecommunicatie”. Het is in die hoedanigheid dat het CIBG een organiserende rol speelt in het initiatief van de regering. Deze wens om gewestelijke openbare glasvezelnetwerken te bundelen en om samen te werken tussen de verschillende betrokken gewestelijke spelers kwam al in 2012 tot uiting in het lastenboek voor de IRISnet2-opdracht (paragraaf 32). 3/ Ik heb een vergadering georganiseerd met vertegenwoordigers van de MIVB, Mobiel Brussel, de Haven van Brussel, Sibelga, Vivacqua, het CIBG en IRISnet om de wil van de Brusselse regering met hen te delen en om hun mening over de kwestie te horen. Een tweede vergadering vond plaats op 16/03. Wat betreft de positie van de raad van bestuur van IRISnet, weten we dat het initiatief goed werd ontvangen en dat het zal bijdragen tot het welslagen van de hierboven beschreven opdracht. Het kabinet ontmoette ook verschillende operatoren die een reëel belang hebben bij het opzetten van een samenwerking met de Brusselse Regering. |