Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de vorderingen die geboekt worden binnen de Cel Studentenleven inzake het vijfjarig actieplan en de vooropgestelde monitoring van het Brussels studentenleven.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 510)

 
Datum ontvangst: 04/02/2021 Datum publicatie: 26/03/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 23/03/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/02/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Enige tijd terug mocht ik u reeds ondervragen omtrent de oprichting en werking van de Cel Studentenleven die binnen perspective.brussels opgericht werd, alsook naar de opmaak van hun vijfjarig actieplan en de geplande panelgesprekken met studenten (cf. schriftelijke vragen nr. 144 en nr. 300).

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u een stand van zaken geven wat betreft de vooruitgang die de Cel Studentenleven boekt inzake de doelstellingen die werden opgenomen in het vijfjarig actieplan? Welke concrete acties werden hiertoe ondernomen in 2020 en welk budget werd hiertoe vrijgemaakt? Welke resultaten hebben deze acties opgeleverd? Welke acties zijn voorzien voor het komende jaar? Welk tijdspad en welke middelen voorziet u hiertoe?

- Kan u in het bijzonder toelichten hoe ver men staat met de vooropgestelde monitoring van de studentenhuisvesting? In hoeverre is deze monitoring reeds structureel ingevoerd? Welke vaststellingen zijn hieruit reeds voortgekomen inzake de vraag en het aanbod van studentenhuisvesting in ons Gewest? Zal deze monitoring ook openbaar beschikbaar gesteld worden?

- Kan u duiden welk structureel overleg er omtrent dit dossier plaatsvindt met de diverse betrokken actoren, zoals de universiteiten, hogescholen, studentenverenigingen, de Gemeenschappen, studentenorganisaties (zoals Brik) en uw collega-regeringslid bevoegd voor Huisvesting? Welke vaststellingen of bezorgdheden worden hierbij geuit door de verschillende actoren? Op welke manier worden zij mee betrokken bij de monitoring en vorderingen in het kader van het vijfjarig actieplan?

- Kan u duiden hoe de panelgesprekken met de studenten hebben plaatsgevonden? Kan u nader toelichten wie er exact aan deze panelgesprekken heeft deelgenomen (met verduidelijking van samenstelling inzake taalrol, studierichtingen, geslacht en leeftijdscohorte) en welke vaststellingen of bezorgdheden hieruit voortgekomen zijn? Welk gevolg wordt er gegeven aan deze panelgesprekken? Werd er reeds besloten om nog meer dergelijke panelgesprekken op te starten?
 
 
Antwoord    Het Actieplan 2020-2025 van de Cel Studentenleven bepaalde voor het jaar 2020 de invoering van communicatietools (prioriteiten « de studenten informeren » en « bijdragen aan de promotie van Brussel als studentenstad »), een diagnose van de studeerplekken, de zgn. « study spaces » en de organisatie van studiedagen over het studentenleven in het Brussels Gewest.

De gezondheidscrisis en de beschikbare kredieten voor de uitvoering van het actieplan hebben de volgorde van de voorziene acties gewijzigd. Zo bleek tijdens de gezondheidscrisis duidelijk dat vooral de minder gegoede studenten nood hebben aan studieplekken omdat ze in hun thuissituatie slechts over weinig plaats en/of een zwakke internetverbinding beschikken, vanwaar het belang van een studie naar dit soort diensten. De initiatieven worden gefinancierd op de werkingsbegroting van perspective.brussels. De CSL deelt mij mee dat in 2020 projecten gerealiseerd zijn voor een budget van 47.163,38 € incl. BTW.

Concreet stond de CSL in voor drie projecten in 2020:
1. Diagnostic study spaces: een studie uitgevoerd door het kantoor ERU, voor in totaal 23.296,13€ incl. BTW;
2. Het organiseren van « focus groups » en gesprekspanels met studenten door het kantoor Egérie, voor in totaal 23.867,25 incl. BTW;
3. Het verzamelen, analyseren en verspreiden van de resultaten van de studie « Het studentenleven in Brussel: stedelijke praktijken en omgang met de stad », studie uitgevoerd door de teams van Perspective (CSL, Directie Territoriale Kennis en Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse).
Ik wijs erop dat alle acties die de CSL heeft ondernomen, opgevolgd zijn door haar Expertisecomité bestaande uit vertegenwoordigers van het Nederlandstalig (Brik) en Franstalig onderwijs (Pôle Académique de Bruxelles) en van de huisvestingssector (Brik en Plateforme Logement Etudiant).

En aantal elementen met betrekking tot de resultaten die deze initiatieven hebben opgeleverd:

1.Diagnose study spaces

De diagnose « study spaces » is uitgewerkt samen met het kantoor ERU- Etudes et Recherches Urbaines- en afgerond in januari 2021. De conclusies en aanbevelingen van deze studie moeten onder meer dienen om een webplatform op te zetten voor studieplekken en een gids van goede praktijken samen te stellen voor al wie actief is in deze sector (ondernemingen, gemeenten, bibliotheken…).

De belangrijkste fasen van de uitwerking van die diagnose, waarbij telkens langs elektronische weg studenten werden betrokken, omvatten de organisatie van twee workshops (een eerste in juli 2020 en de tweede in december, om alle actoren op het terrein samen te brengen), een online vragenlijst voor de gebruikers van de study spaces (meer dan 1.000 antwoorden ingezameld) en kwalitatieve interviews met een tiental studenten.

De voornaamste aanbevelingen van het kantoor ERU (weldra beschikbaar op de website van Perspective) luiden als volgt:
· Een gewestelijk webplatform bouwen met alle realtime informatie over study spaces in het Brussels Gewest.
· Het gemakkelijker maken om tijdelijke study spaces in te richten om het aanbod te vergroten en leegstaand vastgoed nuttig te gebruiken.
· Een “witboek over study spaces” publiceren: een referentiewerk / “toolkit” uitbrengen met een overzicht van richtlijnen om een studieplek te openen en/of open te houden die beantwoordt aan de kwaliteitsnormen van het Gewest (nog te bepalen, mede op grond van de online bevraging bij studenten);
· Een coördinatie tussen het Gewest en de gemeenten opzetten om de inrichting van nieuwe ruimten, de doorstroming van informatie en goede praktijken te vergemakkelijken;
· Een jaarlijks forum houden rond het thema “studentenleven & study spaces” om ervaringen en goede praktijken uit te wisselen.
Perspective onderzoekt of het haalbaar is om die aanbevelingen met de beschikbare financiële en menselijke middelen uit te voeren.

2.Studentenpanels

Ik kan u meer vertellen over deze panels naar aanleiding uw specifieke vraag over dit onderwerp. Er is voor gekozen om te werken aan de hand van panels voor wat betreft de communicatie naar de studenten toe. Met betrekking tot toekomstige initiatieven onderzoekt Perspective samen met het Expertisecomité de mogelijkheden en de financiële aspecten voor de uitvoering van de aanbevelingen.

3.Bevraging ‘Het studentenleven in Brussel’

De resultaten van de tweede grote bevraging ‘Het studentenleven in Brussel’ zijn gepresenteerd tijdens een webinar op 10 december 2020 in aanwezigheid van ruim 130 personen uit de sector en vertegenwoordigers van het Gewest (instellingen, verenigingen, onderzoekers, gemeenten, ministeriële kabinetten, Brussels Parlement…). Het eindverslag kan worden geraadpleegd op de website van Perspective. Bij de meest treffende resultaten een reeks van gegevens die de nood aan een gecoördineerde communicatie naar de studenten toe bevestigt, en dan zeker de internationale studenten, alsook de invoering van een monitoring voor studentenwoningen. Met deze gegevens is rekening gehouden voor de initiatieven 2021 van de CSL.

Voor het jaar 2021 onderzoekt de Cel Studentenleven in overleg met haar Expertsecomité de aanbevelingen van de verschillende studies die in 2020 zijn uitgevoerd alsook de financiële haalbaarheid hiervan. Er is voorzien om de acties te richten op drie grote thema’s: study spaces, internationale studenten (diagnose en overleg met het terrein) en de monitoring studentenwoningen.

De bevraging ‘Het studentenleven in Brussel’ bevestigde de nood aan de invoering van een monitoring voor studentenwoningen. Uit een extrapolatie van de cijfers uit de studie blijkt dat 35.500 studenten op dat ogenblik een « studentenwoning » of « persoonlijke woonplaats » (voor wie eigenaar is bijvoorbeeld) betrokken en daarbij blijkt een netto toename van 11.300 studenten in vergelijking met de vorige bevraging (2013-2015). Daarbij geeft 27,2% van de respondenten die een studentenwoning betrekken aan dat zij deze delen, wat vaak een grote impact heeft op de vastgoedmarkt. Ook het prijsvraagstuk mag niet uit het oog verloren worden want 37% van de bevraagde studenten heeft het moeilijk gehad om een woning te vinden (de aanbodzijde dus) en van wijst 80% de huurprijs aan als voornaamste probleem. De CSL zal met al deze elementen rekening houden wanneer zij in de onmiddellijke toekomst een studie opstart om nauwkeurige criteria te bepalen met het oog op een monitoring die niet enkel bruikbaar, maar ook duurzaam en transparant is en uitgewerkt wordt in samenwerking met meerdere actoren op het terrein. Deze eerste fase is voorzien voor 2021 (methodologie van de monitoring: analyse van de bestaande monitorings in andere steden en landen, best practices, workshops.)

De studenten zijn geselecteerd door het studiebureau Egérie aan de hand van criteria afgeleid uit de bevraging over het studentenleven zoals die werd overgemaakt door de CSL (zie lager) en de gesprekspanels die plaatsvonden in de maand november 2020.

Met het oog op een kwalitatieve behandeling van de gesprekgroepen kregen de deelnemers een voorafgaande vragenlijst toegestuurd. Hierdoor konden de profielen met hun respectieve interesses gerichter worden bepaald.

Praktisch werden voor de gesprekspanels zes groepen van vier samengebracht op het platform zoom.

Elke van deze groepen werd, telkens apart voor Nederlandstaligen en voor Franstaligen enerzijds en voor Belgen en een internationaal publiek anderzijds, samengesteld in functie van een gebruiksverwantschap want elk profiel heeft zijn eigen bagage en voorgeschiedenis, zijn eigen tools en behoeften.

Deze 6 viertallen waren samengesteld als volgt:
· 2 viertallen bij studenten in het Franstalig hoger onderwijs
· 2 viertallen bij studenten in het Nederlandstalig hoger onderwijs
· 2 viertallen bij buitenlandse studenten in het Franstalig of Nederlandstalig hoger onderwijs:
- een Franstalige groep van vier met studenten uit Frankrijk, Kameroen, Tunesië en Marokko.
- een Engelstalige groep van vier met studenten afkomstig uit andere landen van de Europese Unie dan Frankrijk en landen van buiten de Europese Unie (behalve Kameroen, Tunesië en Marokko)
§ Geen van de studenten had zijn of haar secundaire school in België gevolgd.
§ Geen van hen had in Brussel gewoond voor de aanvang van hun hogere studies.
§ Alles zijn ze specifiek naar België gekomen voor hun hogere studies.
In een tweede fase verliep de bevraging met: Een groep van acht online respondenten op het platform Zoom met een gemengde groep (Nederlandstalige en Franstalige) Belgische en buitenlandse (Frankrijk, Kameroen, Tunesië, Marokko) studenten.

De criteria die daarbij zijn gehanteerd, luiden als volgt:

- Geslacht: twee vrouwen en twee mannen per groep
- Een goede spreiding naar leeftijd tussen 18 -25 jaar
- Een goede vertegenwoordiging van de diversiteit van het Brussels hoger onderwijs:
o Universiteiten>< Hogescholen
o Studieniveau Secundair diploma (+1, 2, 3) >< Master (1, 2)
o Geografische situatie binnen Brussel
o Een goede spreiding over de studierichtingen (wetenschappen, geneeskunde, communicatie, rechten, talen/vertaling, sociale richtingen, architectuur, pedagogie, …)
o Een gemengde woonsituatie
o Inwonend bij de ouders in Brussel
o Pendelend van buiten Brussel per trein of auto om in Brussel te komen studeren.
§ Op kot / gedeeld appartement / kamer bij een particulier in Brussel
o Gemengde economische situatie: verschillende economische leefomstandigheden van « volledig autonoom »  « in grote mate ten laste genomen door de ouders).
o Studenten met een job
o Studenten zonder job.

Het thema van de communicatietools werd gekozen om op gewestelijk niveau de beste middelen te vinden om met de studenten te communiceren. Na een kwantitatieve raadpleging (bevraging Studentenleven) leek het de CSL belangrijk de studenten hierover ook kwalitatief te bevragen.
De grote punten die uit deze studie naar voren komen, zijn onder meer dat de CSL een centrale positie dient in te nemen als bron van ernstige en betrouwbare informatie, met de bouw van een gewestelijk platform om met (huidige en toekomstige) studenten te communiceren. Bovendien wensen de studenten betrokken te worden bij de oprichting van dat platform. Voor meer informatie over de aanbevelingen en opmerkingen die uit deze groepen zijn voortgekomen, is een beknopte samenvatting van het rapport beschikbaar op de website van perspective.brussels.

Eén keer per jaar zullen gesprekspanels worden samengesteld, zoals vermeld staat in de Partnerovereenkomst tussen de Brusselse Regering en de actoren van de sector (Brik, Pôle académique de Bruxelles, Plateforme Logement étudiant) voor de oprichting van de CSL.