Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gemeenteheffingen op GSM-antennes

Indiener(s)
Véronique Lefrancq
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 643)

 
Datum ontvangst: 08/03/2021 Datum publicatie: 06/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 23/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Ik wil graag terugkomen op het onderwerp van gemeenteheffingen op GSM-antennes.

Al bijna twee decennia vechten mobiele-telefoonexploitanten stelselmatig gemeentelijke belastingen op gsm-antennes aan bij de rechter. Enerzijds hopen sommige exploitanten of vertegenwoordigers van exploitanten op een zuivere en eenvoudige afschaffing van deze belastingen; belastingen die in de rest van het land nauwelijks bestaan. Anderzijds willen andere telecombedrijven rechtstreeks met de gemeenten onderhandelen om kortingen te krijgen op deze antennebelastingen.

Zo hebben wij onlangs vernomen dat er een overeenkomst bestaat tussen de gemeente Jette en de exploitant Orange, terwijl de gemeente Ganshoren in gesprek is met de exploitant Proximus.

Anderzijds stellen andere Brusselse gemeenten zich onbuigzaam op omdat de gecumuleerde onbetaalde heffingen aanzienlijke bedragen vertegenwoordigen: we hebben het over 14 miljoen voor de gemeente Schaarbeek, 12 miljoen voor Brussel-Stad, enz.

Graag een antwoord op volgende vragen hieromtrent:

- Werd sinds de Covid-19-crisis enige vooruitgang geboekt op dit gebied? Werd tijdens de lockdown overleg opgezet en/of is er een nieuwe conferentie van burgemeesters over dit onderwerp gepland?

- Philippe Close, burgemeester van Brussel, bepleitte in de pers van december 2019 dat de gemeenten de heffing zouden overdragen aan het Gewest, zoals in 2016 het geval was met de heffing op toeristische logies. Charles Picqué, burgemeester van Sint-Gillis, wees op de noodzaak van een gecoördineerde aanpak tussen de 19 gemeenten. Wat is het standpunt van de regering hierover? Werd een actieplan opgesteld met alle Brusselse gemeenten enerzijds en de operatoren anderzijds?
 
 
Antwoord    Ter herinnering: de fiscale autonomie van de gemeenten wordt gegarandeerd door de artikelen 41, 162 en 170§ 3 en 4 van de Grondwet, waardoor ze een belasting kunnen heffen op pylonen, zendmasten en antennes.

De rechtmatigheid van deze belasting wordt niet langer in twijfel getrokken door de jurisprudentie en momenteel hebben de 19 Brusselse gemeenten een fiscale regeling ter zake.

Feit blijft dat de verschillende operatoren deze belasting effectief blijven aanvechten, waardoor er aanzienlijke geschillen ontstaan voor zowel burgerlijke als administratieve rechtbanken. Alle gemeenten hebben ermee te maken; de vonnissen die eruit voortvloeien zijn echter niet systematisch ongunstig voor hen, ook al moet worden toegegeven dat een dergelijke situatie onvermijdelijk gevolgen heeft voor de gemeentelijke financiën (provisies voor de behandeling van klachten en juridische geschillen, belastingaftrek, rentelasten, enz ...).


Ook lijkt het mij nuttig te benadrukken dat de belastingen op de pylonen, zendmasten en antennes in eerste instantie en hoofdzakelijk een financiële doelstelling nastreven en op geen enkele manier de tegenhanger vormen van enig doorgangsrecht of andere vorm van compensatie voor het gebruiken van het openbaar domein.

Ten slotte, wat betreft het standpunt van het Gewest, is er de recente oprichting van het Brusselse coördinatieplatform voor de lancering van 5G op het Brusselse grondgebied, waarvan één van de doelstellingen is om een werkgroep "fiscaliteit" op te richten.

Deze werkgroep houdt momenteel een denkoefening specifiek gericht op het opzetten van een fiscale regeling met betrekking tot belastingen op zendmasten en antennes dat zowel juridisch stabiel is (naleving van het grondwettelijk beginsel van de fiscale autonomie van de gemeenten, harmonisatie en vereenvoudiging van de belasting, vermindering van betwistingen) en in staat is om de belangen van alle betrokken actoren te verzoenen. (een gegarandeerd minimum voor de gemeenten waarborgen, de belasting integreren in een milieu- en stedenbouwkundige logica voor het Gewest, eventueel investeringen door exploitanten aanmoedigen)