Schriftelijke vraag betreffende de mogelijkheden omtrent het opnemen van adoptie- en pleegouderverlof voor ambtenaren van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 320)
| Datum ontvangst: 22/03/2021 | Datum publicatie: 17/06/2021 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 17/06/2021 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 26/04/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | Op vrijdag 19 maart laatstleden werd op de federale ministerraad het dossier omtrent het gelijktrekken van het adoptie- en pleegouderverlof voor statutaire ambtenaren met contractuele ambtenaren en de privésector besproken. Tot nu toe waren er immers significante onderlinge verschillen merkbaar tussen enerzijds de statutaire ambtenaren en anderzijds de contractuele ambtenaren en werknemers uit de privésector. Zowel het adoptie- als het pleegouderverlof worden bovendien progressief uitgebreid, wat in 2027 tot om vijf extra weken verlof moet leiden. Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel: - Beschikt u over cijfers die kunnen duiden hoeveel ambtenaren van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB) een beroep hebben gedaan op adoptie- en/of pleegouderverlof in 2020? Hoeveel vakantiedagen vertegenwoordigt dit? Kan u dit opsplitsen naargelang het soort verlof en het contracttype van de ambtenaar in kwestie (statutair of contractueel)? Hoe verhouden deze cijfers zich tot de cijfers uit de voorgaande jaren? - Kan u duiden welke modaliteiten er momenteel gelden omtrent adoptie- en pleegouderverlof voor ambtenaren van de GOB? Welke discrepanties bestaan daarbij tussen statutaire en contractuele ambtenaren? Hoe verhoudt dit zich tot de gebruikelijke modaliteiten uit de privésector? - Op welke manier evalueert u deze huidige modaliteiten? Hebt u (indien van toepassing) reeds besloten om deze modaliteiten volledig gelijk te schakelen tussen contractuele en statutaire ambtenaren? Zo ja, welke stappen hebt u hieromtrent reeds ondernomen? Welke verdere aanpassingen dienen hieromtrent nog te gebeuren? Welk tijdspad voorziet u hiertoe? |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Antwoord | 1) - Beschikt u over cijfers die kunnen duiden hoeveel ambtenaren van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB) een beroep hebben gedaan op adoptie- en/of pleegouderverlof in 2020? Hoeveel vakantiedagen vertegenwoordigt dit? Kan u dit opsplitsen naargelang het soort verlof en het contracttype van de ambtenaar in kwestie (statutair of contractueel)? Hoe verhouden deze cijfers zich tot de cijfers uit de voorgaande jaren? Binnen Talent werd er in 2020 geen enkele aanvraag tot adoptieverlof en/of pleegverlof ingediend. Talent kan echter enkel de gegevens van de interne medewerkers raadplegen, en heeft geen toegang tot de gegevens van de medewerkers van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel. 2) - Kan u duiden welke modaliteiten er momenteel gelden omtrent adoptie- en pleegouderverlof voor ambtenaren van de GOB? Welke discrepanties bestaan daarbij tussen statutaire en contractuele ambtenaren? Hoe verhoudt dit zich tot de gebruikelijke modaliteiten uit de privésector? 2 a) Adoptieverlof voor personeelsleden Het personeelslid dat een kind adopteert dat jonger is dan twaalf jaar, heeft recht op adoptieverlof van ten hoogste zes weken, dat per week kan worden opgesplitst en uiterlijk moet worden opgenomen vier maanden nadat het kind is ingeschreven als deel uitmakend van het gezin van het personeelslid. Op verzoek van de werknemer kunnen maximaal 3 weken van dit verlof worden opgenomen voordat het kind daadwerkelijk in het gezin is opgenomen. Het personeelslid dat adoptieverlof wenst te nemen, stelt zijn chef in kennis van de datum waarop het verlof ingaat en van de duur ervan. Deze kennisgeving geschiedt schriftelijk ten minste één maand vóór de aanvang van het verlof, tenzij het gezag op verzoek van het personeelslid instemt met een kortere periode. De werknemer moet de volgende documenten overleggen (1) een door de bevoegde centrale autoriteit van de Gemeenschap afgegeven verklaring waarin wordt bevestigd dat het personeelslid verlof van ten hoogste drie weken heeft gekregen voordat het kind in het gezin wordt opgenomen (2) een attest waaruit blijkt dat het kind is ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister om het resterende verlof te kunnen opnemen. 2 b) Pleegzorgverlof voor personeelsleden Aan een personeelslid kan pleegzorgverlof worden verleend wanneer een kind beneden de leeftijd van twaalf jaar met het oog op mantelzorg in het gezin van het personeelslid wordt opgenomen. De ambtenaar kan dit verlof ook krijgen wanneer hij/zij een minderjarig kind in zijn/haar gezin opneemt ten gevolge van een rechterlijke beslissing tot plaatsing in een pleeggezin. De maximale duur van het verlof bedraagt vier weken indien het pleegkind de leeftijd van drie jaar heeft bereikt en zes weken indien het die leeftijd nog niet heeft bereikt. Het verlof kan in weken worden verdeeld. Het verlof gaat in op de dag dat het kind door het gezin wordt opgenomen. Voor zowel pleegzorgverlof als adoptieverlof wordt de maximumduur van het pleegzorgverlof verdubbeld als het kind een lichamelijke of geestelijke handicap van ten minste 66% heeft of een aandoening die leidt tot het toekennen van ten minste 4 punten in pijler 1 van de medisch-sociale schaal, zoals gedefinieerd in het reglement inzake de kinderbijslag. 2 c)Verschillen met contractuelen De contractuele personeelsleden van de gewestelijke openbare diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest genieten hetzelfde aanstellings- en onthaalverlof als het personeel van het gewest. 2 d) Verschillen met de particuliere sector Contractuelen in de privésector hebben ook recht op 6 weken adoptie- of pleegouderschapsverlof. De regeling verschilt in die zin dat de contractuele medewerker in de privésector dit verlof gedurende een ononderbroken periode moet opnemen. Het verlof wordt ook verdubbeld als het geadopteerde of pleegkind een lichamelijke of geestelijke handicap heeft van ten minste 66% of een aandoening die leidt tot het toekennen van ten minste 4 punten in pijler 1 van de medisch-sociale schaal, in het kader van de kinderbijslagregeling. 3) - Op welke manier evalueert u deze huidige modaliteiten? Hebt u (indien van toepassing) reeds besloten om deze modaliteiten volledig gelijk te schakelen tussen contractuele en statutaire ambtenaren? Zo ja, welke stappen hebt u hieromtrent reeds ondernomen? Welke verdere aanpassingen dienen hieromtrent nog te gebeuren? Welk tijdspad voorziet u hiertoe? 3) De regelingen voor adoptie- en pleegverlof zijn nu al dezelfde voor het personeel en de contractuele personeelsleden in de Brusselse gewestelijke overheidsdiensten. Er worden geen aanvullende maatregelen overwogen. Bijkomend antwoord
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||