Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de aanwezigheid van de das in de stad

Indiener(s)
Jonathan de Patoul
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 774)

 
Datum ontvangst: 22/03/2021 Datum publicatie: 24/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 28/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Enkele dagen geleden is er een das gesignaleerd midden tussen de huizen van Sint-Pieters-Woluwe. Het is de eerste keer in jaren dat dit dier in de stad werd gezien. Volgens het Koninklijk Belgisch Verbond voor de Bescherming van de Vogels zou het dier afkomstig zijn uit het Zoniënwoud, dat op ongeveer 1 kilometer van de gemeente ligt. De dassen waren in 1993 uit het woud verdwenen en in 2017 weer opgedoken, en ze beginnen nu duidelijk rond te dwalen in de tuinen van de bewoners van de gemeenten die aan het Zoniënwoud grenzen.

Wij mogen blij zijn dat de fauna en flora van het Zoniënwoud zich diversifiëren met de terugkeer van de das. De ecotunnels die door Leefmilieu Brussel zijn geïnstalleerd om het woud te ontsnipperen, hebben hun vruchten afgeworpen en lijken de kleine zoogdieren in staat te hebben gesteld goed te gedijen.

Mijn vraag gaat bijgevolg over het verdere verloop van de gebeurtenissen en de evolutie van de dassenpopulatie in de stad. Kunt u mij eraan herinneren wat er in en rond het Zoniënwoud gedaan wordt om er de kleine dieren te laten leven? Is er een telling en controle van de populatie gepland?
 
 
Antwoord    1)
Het beheerplan voor het Zoniënwoud beoogt het bosecosysteem zo volledig mogelijk te ontwikkelen en te bewaren.

Alle informatie hieromtrent is beschikbaar op de site van Leefmilieu Brussel:
https://leefmilieu.brussels/themas/groene-ruimten-en-biodiversiteit/acties-van-het-gewest/beheerplan-voor-het-zonienwoud


Dassen zijn nachtactief en vinden al zoekend en gravend hun voedsel. Ze zijn omnivoor, maar van alle Europese marters zijn ze het minst carnivoor. Hun dierlijk voedsel bestaat uit regenwormen, slakken, kevers en muizen. Het plantaardig voedsel zijn bosvruchten, eikels, noten en knollen. Hoewel ze ook in weilanden worden waargenomen, houden ze van bosbodems met goed ontwikkelde kruiden- en struikenlaag. Het bosbeheerplan, en de uitvoering ervan, streeft naar een goed ontwikkelde bosbodem en een voldoende aanbod van bovenstaande voedsel voor dassen.

Tijdens hun voedseltochten kunnen dassen zich tot 4 kilometer van hun burcht begeven. Om aanrijdingen met motorvoertuigen te vermijden worden ontsnipperingsmaatregelen voorzien. Hierop heb ik uitgebreid geantwoord op de vraag van Mevrouw Debaets in maart (QP 688).

Dassen zijn vrij makkelijk waar te nemen. Dankzij hulpmiddelen zoals cameravallen, en dankzij de hoge reactiviteit van burgers die online observatieplatformen gebruiken, is geweten waar dassen worden waargenomen. Om de 10 à 15 jaar worden alle waarnemingen door Leefmilieu Brussel gecentraliseerd en wordt informatie gecompileerd in verspreidingsatlassen. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een nieuwe zoogdierenatlas, die uiteraard een soortenfiche over de das zal inhouden.