Schriftelijke vraag betreffende de samenwerking en het overleg dat u binnen uw bevoegdheden onderhoudt met de leden van de Federale Regering.
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 781)
| Datum ontvangst: 15/07/2021 | Datum publicatie: 21/09/2021 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 15/09/2021 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 10/08/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | In de algemene beleidsverklaring van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie wordt meermaals verwezen naar het overleg en de samenwerking tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het federale niveau.
Het belang van de actieve samenwerking tussen de Brusselse instellingen en de federale staat wordt daarbij in algemene termen aangehaald in de inleiding, maar ook nadien wordt ook nog in verschillende concrete doelstellingen en ambities verwezen naar verder overleg met het federale beleidsniveau. Ook het federale regeerakkoord bevat van diens kant enkele verwijzingen naar en plannen met betrekking tot het Brussels Gewest of de toekomst van de federale wetenschappelijke instellingen. Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
|
| Antwoord | Wat mijn bevoegdheid Dierenwelzijn betreft, is er geen vergadering geweest en staat een dergelijke vergadering nog niet op de agenda. Wat betreft mijn bevoegdheid inzake Plaatselijke Besturen, vinden er besprekingen plaats met de minister van Pensioenen, mevrouw Lalieux, over de financiering van pensioenen voor het statutair personeel en de tweede pijler voor de contractuele personeelsleden. Met betrekking tot mijn bevoegdheid Digitalisering en Administratieve Vereenvoudiging is er een sterke samenwerking tot stand gekomen. Om onze respectieve strategieën te delen en te bespreken, ontving ik staatssecretaris Mathieu Michel op mijn kabinet. De onderwerpen die tijdens deze vergadering werden besproken, zijn talrijk: - de respectieve strategieën voor digitalisering waarbij rekening wordt gehouden met de nodige interacties tussen besturen in projecten zoals de gewestelijke CRM; - de datastrategie waaraan alle gefedereerde entiteiten zoveel mogelijk moeten samenwerken; - de kans die de informatisering van de plaatselijke besturen die ik heb geïnitieerd, heeft gegenereerd om de infrastructuur van de plaatselijke besturen te moderniseren en tegelijkertijd een maximum aan federale tools te integreren (bijvoorbeeld eBox). Het was ook een kans voor mij om de behoeften van het Brussels Gewest duidelijk uit te drukken, zodat deze instrumenten aangepast kunnen worden aan de realiteit van ons Gewest; - ons nieuwe plan voor digitale toe-eigening en de synergieën die moeten worden gerealiseerd met de initiatieven onder leiding van de federale overheid; - alle Europese onderwerpen die ons bezighouden waarvoor een belangrijke samenwerking nodig is zoals de Only Once en de Single Digital Gateway om maar de belangrijkste te noemen; - ten slotte bespraken we ook hoe we de technologische trends kunnen aanpakken die ons Gewest moet omarmen om de effecten ervan optimaal te benutten, zoals kunstmatige intelligentie. Dit was de gelegenheid om aan te kondigen dat het Gewest van plan is om het FARI-initiatief te steunen teneinde deze technologie te exploiteren ten voordele van de Brusselaars. Ik heb ook een ontmoeting gehad met de vice-eerste minister Petra De Sutter die onder meer verantwoordelijk is voor telecommunicatie. We bespraken het onderwerp 5G alsook het belang om transparante campagnes te lanceren over de voordelen ervan, maar ook om de angsten van burgers weg te nemen. Ook deelde ik met minister de Sutter onze voortgezette strategie met betrekking tot glasvezel om te anticiperen op de versnellende effecten ervan op de uitrol van glasvezel en op het stimuleren van concurrentie ten behoeve van de Brusselaars. Wat betreft mijn bevoegdheid Werk, heeft mijn kabinet, zoals bepaald in de verschillende meerderheidsakkoorden, de mogelijkheid om regelmatig contact te hebben met het kabinet van minister Dermagne voor alle zaken die te maken hebben met werk en opleiding. Tijdens deze vergaderingen worden de verschillende dossiers besproken zoals bijvoorbeeld het systeem van dienstencheques en de inspectiediensten, de individuele opleidingsrekening, de strijd tegen discriminatie bij aanwerving, enz. Tijdens deze vergaderingen kunnen teams op de hoogte blijven van de voortgang van de zaken en van hun mogelijke impact op de respectieve regelgeving. Er werden reeds werkgroepen gehouden die het federale niveau en de gefedereerde entiteiten samenbrengen met betrekking tot de volgende maatregelen: erkende dienstenchequebedrijven en gezamenlijke controles; herstructurering en opvolging van het advies van NAR 2184; cultuurwerkers … Ik heb ook de gelegenheid gehad om vergaderingen van de IMC Werk bij te wonen met de ministers van werkgelegenheid van de andere entiteiten. Het spreekt voor zich dat deze bijeenkomsten vooral de mechanismen behandelden die door de verschillende entiteiten werden geïmplementeerd in het kader van de COVID-19-crisis. De kwestie met betrekking tot de toegang tot de arbeidsmarkt voor werknemers zonder papieren stond op de agenda van de laatste IMC. |