Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de inkomenscoëfficiënten van de sociale huurders en de sociale tekorten van openbare vastgoedmaatschappijen

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 674)

 
Datum ontvangst: 19/07/2021 Datum publicatie: 08/02/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 14/09/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/08/2021 Ontvankelijk p.m.
14/09/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

Elk jaar betaalt de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) de gewestelijke solidariteitstoelage (GST) aan de openbare huisvestingsmaatschappijen (OVM). De GST is een gewestelijke financiële tegemoetkoming die bedoeld is om 75% van de sociale tekorten van de OVM te compenseren, tekorten die overeenkomen met het verschil tussen de basishuren voor sociale huisvesting en de werkelijk aangerekende huren. Ter herinnering: de werkelijke huurprijs van een sociale huurovereenkomst wordt berekend door de basishuurprijs van de woning te vermenigvuldigen met een inkomenscoëfficiënt, die wordt verkregen door het jaarlijks netto belastbaar inkomen van het gezin van de huurder te delen door het door de BGHM vastgestelde referentie-inkomen. Hoe lager het inkomen van de sociale huurders, hoe lager de werkelijk aangerekende huur en hoe groter het sociale tekort van de OVM. Toen ik u in februari jongstleden vroeg naar de inkomenscoëfficiënten van sociale huurders en de sociale tekorten van de OVM’s, vertelde u ons dat u nog niet beschikte over de gegevens voor het jaar 2020, aangezien de OVM’s deze cijfers in juni 2021 aan de BGHM moesten toezenden.

Graag een anwtoord  op volgende vragen over dit onderwerp:

  1. Wat was volgens de gegevens van de BGHM de gemiddelde inkomenscoëfficient van de sociale huurders in ons gewest in 2020? Is deze gemiddelde inkomenscoëfficient gedaald ten opzichte van de vorige jaren als gevolg van de verarming van de Brusselse sociale huurders? Wat was de gemiddelde inkomenscoëfficient van de gezinnen die in de loop van 2020 een sociale woning toegewezen kregen?

  2. Kunt u ons, eveneens op basis van de gegevens voor het jaar 2020, de gemiddelde inkomenscoëfficiënten bezorgen van de sociale huurders van elk van de zestien Brusselse OVM’s?

  3. Kunt u ons de bedragen mededelen van de sociale tekorten die elk van de zestien OVM's in het begrotingsjaar 2020 heeft geboekt? Welke maatschappijen hebben de grootste sociale tekorten in verhouding tot het aantal huurwoningen?

  4. Kunt u, op basis van de financiële prognoses van de BGHM, beschrijven hoe het bedrag van de GST in 2021 over de verschillende OVM’s moet worden verdeeld?

 

 
 
Antwoord    De gemiddelde inkomenscoëfficiënt (IC) van sociale huurders in 2020 bedroeg 0,969. Dit gemiddelde is aanzienlijk hoger dan het gemiddelde voor 2018 (gemiddelde IC = 0,962) en 2019 (gemiddelde IC = 0,959). De gemiddelde IC van de gezinnen aan wie in de loop van 2020 een sociale woning is toegewezen, bedraagt 0,80.

De tabel in bijlage 1 geeft een overzicht van de gemiddelde inkomenscoëfficiënten van de sociale huurders voor elk van de 16 OVM's. De door de OVM's verstrekte gegevens zijn vastgesteld op 31/12/2020.

De tabel in bijlage 2 toont de berekening van de Gewestelijke Solidariteitstoelage (GST) op basis van het sociale tekort van 2020 (berekening op 31/12/2020), alsmede de berekening van de GST op basis van het geraamde sociale tekort op 31/12/2021 (prognoses opgemaakt in juni 2021 volgens het RSM-auditmodel)

3 OVM's (Log'iris-Everecity-ABC) hebben hun prognoses voor 2021 nog niet ingediend. Daarom hebben we ons gebaseerd op de in juni 2020 ontvangen prognoses.

Op basis van de prognoses verwachten we een mogelijke verhoging van de GST met 2.469.638,43 euro.

Deze prognoses zijn gebaseerd op de theoretische voortgang van de renovatie- en bouwprojecten. Dit bedrag kan dus variëren al naargelang het verloop van de bouwwerven in uitvoering.