Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de ontwikkeling van een grondstrategie door de OVM's.

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 701)

 
Datum ontvangst: 09/09/2021 Datum publicatie: 16/11/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 05/11/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
24/09/2021 Ontvankelijk p.m.
04/11/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Mevrouw de staatssecretaris, in artikel 67 van de Brusselse huisvestingscode worden de taken van de OVM's uiteengezet, waaronder de ontwikkeling van een grondstrategie.

Kunt u ons vertellen in het kader van deze taak:

  • Hoeveel OVM's hebben in de afgelopen 10 jaar huizen, garages, winkels, studio's, appartementen of woningen verkocht?

  • Kunt u mij een lijst geven van de onroerende goederen die in dit kader zijn verkocht?

  • Kunt u mij de redenen geven waarom deze onroerende goederen werden verkocht?

  • Wat is het bedrag van de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van deze onroerende goederen?

 
 
Antwoord    Het lijkt ons in de eerste plaats belangrijk om het kader voor de vervreemding van onroerende goederen, zoals voorzien in de sector, te herzien.
We moeten er immers aan herinneren dat er een moratorium bestaat op de verkoop van sociale woningen, maar dat dit moratorium niet is opgenomen in de Brusselse huisvestingscode. Het gaat om een ministeriële beslissing die per omzendbrief aan de maatschappijen werd overgemaakt en die dateert van de periode van de NMH. Deze beslissing is nog steeds van kracht.

Er moet echter rekening worden gehouden met artikel 74 van de Brusselse huisvestingscode, namelijk:

“Artikel 74. Na voorafgaande instemming van de BHGM, mogen de OVM's hun onroerende goederen en alle daarop gevestigde zakelijke hoofdrechten vervreemden als zij hierbij de doelstellingen van de sector en van het door de Regering omschreven grondbeleid naleven.

Een OVM mag evenwel geen onderdeel van haar onroerend vermogen vervreemden tegen een prijs die lager is dan de verkoopwaarde, en dat enkel wanneer aan één van de volgende voorwaarden voldaan is:


1° als dit deel van het vermogen niet dienstig is voor de uitvoering van haar taak als openbare dienst;

2° als de vervreemding van dit deel van het vermogen haar in staat stelt de verplichtingen na te komen waaraan zij onderworpen is krachtens het reglement of de beheersovereenkomst;

3° als dit deel van het vermogen bij een ruiloperatie vervangen wordt door een vermogensdeel waarvan de waarde, de oppervlakte of de ligging de maatschappij in staat stelt één van de doelstellingen te verwezenlijken die bepaald zijn door het reglement of de beheersovereenkomst.

De opbrengst van de vervreemding moet volledig bestemd worden voor haar investeringsbeleid met naleving van de doelstellingen van de sociale huisvestingssector en van het in de beheersovereenkomst vastgestelde begrotingsbeleid.

De bekendmakingsregels bedoeld in artikel 4 van de ordonnantie van 12 november 1992 betreffende de vervreemding van domeingoederen zijn op deze operaties van toepassing”.

Vervreemdingen zijn bijgevolg alleen mogelijk in het kader van dit artikel 74.

Wat tot slot uw vragen over de verkochte onroerende goederen betreft, vindt u in de bijgevoegde tabel de lijst van de door de OVM's vervreemde goederen en de antwoorden op de verschillende vragen die over dit onderwerp zijn gesteld.