Schriftelijke vraag betreffende de kostprijs van de parlementaire vragen
- Indiener(s)
- Geoffroy Coomans de Brachène
- aan
- Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1052)
Datum ontvangst: 29/09/2021 | Datum publicatie: 13/12/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 26/11/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
04/10/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | De parlementaire controle is een van de pijlers van de rechtstaat. Bijgevolg stellen de volksvertegenwoordigers van het Brussels Parlement regelmatig vragen aan de leden van uw regering over diverse onderwerpen. In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:
|
Antwoord | De antwoorden op parlementaire vragen worden op mijn kabinet door verschillende personen opgesteld: deze opdracht is niet het werk van een enkele raadgever, aangezien wij voor elke vraag gegevens opvragen bij de verschillende overheidsdiensten en instellingen van openbaar nut die onder mijn bevoegdheid vallen. Tevens doen we een beroep op de deskundigheid van raadgevers van het kabinet, van de persoon die belast is met de betrekkingen met het Parlement, van de adjunct-kabinetschefs die bevoegd zijn voor het onderwerp, alsmede van vertalers. Dit vergt een aanzienlijke hoeveelheid tijd, die moeilijk exact te kwantificeren is. Wij schatten dat voor wat onze bevoegdheden Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid betreft, het behandelen en beantwoorden van alle parlementaire vragen (nl. schriftelijke vragen, vragen behandeld in commissie en actualiteitsvragen) door het kabinet alsook onze administratie Brussel Mobiliteit en de ION’s MIVB en parking.brussels in totaal 4,5 VTE vertegenwoordigt per jaar, of meer dan 6000 werkuren/jaar. Deze schatting neemt de tijd die de diensten van het Parlement investeren in de behandeling en verslaggeving van deze vragen en antwoorden niet in rekening. De tijd die nodig is om te antwoorden op interpellaties, verzoeken om uitleg en mondelinge vragen verschilt naargelang van de respectievelijke agenda's van de parlementaire commissies. Wij proberen ze echter te beantwoorden binnen een passende termijn vanaf het tijdstip waarop ze door het Uitgebreid Bureau worden toegezonden, in overleg met de secretaris en de voorzitter van de commissie. Net als bij schriftelijke vragen wordt een beroep gedaan op de verschillende administraties en ION’s, alsmede op de raadgevers van mijn kabinet. Proeflezen is ook voorzien, evenals eventuele vertalingen. Dus dit is ook een hoop werk. Schriftelijke vragen worden binnen 20 werkdagen na ontvangst behandeld, zoals bepaald in het huidige Reglement van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement (artikelen 62, 111, 112, 113, 113/1, 114, 135, zie reglement_nl.pdf (parlement.brussels). Wij respecteren en werken naar best vermogen binnen deze termijnen. |