Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het raadplegingsproces voor de heraanleg van de RING

Indiener(s)
Anne-Charlotte d'Ursel
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1104)

 
Datum ontvangst: 13/12/2021 Datum publicatie: 28/01/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 26/01/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/12/2021 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Het project voor de heraanleg van de Ring door Vlaanderen en de verwijdering van de verkeerswisselaar tussen de Ring en de Woluwelaan blijft vragen oproepen. De burgemeesters van Kraainem, Sint-Pieters-Woluwe, Sint-Lambrechts-Woluwe en Wezembeek-Opem hebben zich allen negatief uitgesproken over het Vlaamse project, waarbij zij ernstige gevolgen hebben aangevoerd. Zij verzoeken de Vlaamse gewestelijke autoriteiten dan ook de openbare raadplegingsprocedure te annuleren en andere plannen voor de heraanleg van de ringweg en de toegangswegen tot het gebied van Zaventem te bestuderen. Voorts verzoeken zij de Vlaamse en Brusselse ministers rekening te houden met de geuite bezorgdheid. Om de mening van de betrokken burgers te peilen, heeft Vlaanderen van 25 mei tot en met 23 juli 2021 een openbare raadpleging gehouden. Sindsdien heeft ook het Brussels Gewest een negatief advies uitgebracht over de door Vlaanderen voorgestelde scenario's. Het Gewest heeft echter twee dingen aangekondigd: nieuwe studies  laten uitvoeren op basis van de studie die in Heizel is uitgevoerd en de voorkeur geven aan het "light" scenario, d.w.z. het scenario dat, zonder toevoeging van rijstroken, de voorkeur geeft aan het sluiten van overbodige op- en afritten.

Mijn vragen luiden dan ook als volgt:

  • Wat zijn de volgende stappen in uw overleg met Vlaanderen over de heraanleg van de Ring? Welk antwoord heeft het Vlaams Gewest gegeven op het negatieve advies van het Brussels Gewest?

  • Heeft Vlaanderen u de eerste resultaten van zijn openbare raadpleging meegedeeld? Wat zijn de resultaten van het Brusselse deel van hun openbaar onderzoek?

  • Wat was de methodologie van deze raadpleging? Om welk gebied ging het binnen en buiten het Brussels Gewest? Werden alle vier de gemeenten die tegen het project gekant zijn, geraadpleegd? Is het hele Brusselse Gewest geraadpleegd, gezien het grote aantal Brusselse werknemers dat door een dergelijke beslissing wordt getroffen? Zo ja, hoe? Zo niet, waarom niet?

  • Wat hebt u, afgezien van de raadpleging door Vlaanderen, met Brussel Mobiliteit in het Brussels Gewest gedaan op het vlak van de raadpleging? Hebt u op basis van de geuite vrees overleg gepleegd met de betrokken gemeenten? Heeft u gesproken met de betrokken gemeenten in de periferie? Zo ja, wanneer en wat was de laatste feedback over het sluiten van de verkeerswisselaar? 

  • U hebt aangekondigd dat u Vlaanderen hebt gevraagd om studies uit te voeren op basis van de studie die in Heizel is uitgevoerd; kunt u mij die studie in een bijlage bezorgen? Welke studies wilt u op dit model uitvoeren? Wat zijn de criteria? Wat zijn de termijnen voor de uitvoering ervan en voor de integratie ervan in de heraanleg van de Ring, die reeds van start is gegaan?

  • De burgemeesters zijn van mening dat Vlaanderen niet op eigen houtje kan beslissen een verkeerswisselaar te schrappen en dat dit moet gebeuren in overleg met de betrokken gemeenten, provincies en gewesten. Wat is het standpunt van de Brusselse regering ?

  • Hoe werkt u samen met de MIVB rond  deze mogelijke sluiting van de verkeerswisselaar? Zijn er studies uitgevoerd naar de gevolgen voor de Brusselse lijnen die door de verkeersverschuiving worden getroffen (die reeds in eerdere studies zijn bevestigd in geval van sluiting)? Worden er lijnen verlengd, zoals lijn 8? Welke? En in welk tijdsbestek?

  • Good Move wil het verkeer op de lokale wegen met ongeveer 35% doen afnemen, het verkeer op de hoofdwegen met ongeveer 10% doen afnemen en een toename van het verkeer op de Ring en het autosnelwegennet met ongeveer 18% aankondigen, wat overeenkomt met de ontwikkelingen die in een trendscenario worden verwacht. Dreigt de sluiting van de Woluwelaan deze ambitie niet te ondermijnen? Zo niet, waarom niet?

 

 
 
Antwoord    Vooraleer uw vragen te beantwoorden, lijkt het ons belangrijk de strekking van het advies dat de Regering op 22 juli 2021 aan het Vlaams Gewest heeft voorgelegd, te (her)verduidelijken.
Daartoe nemen wij de volgende passage over die ons standpunt uitlegt in verband met de plannen om bepaalde toegangen tot de Ring te schrappen, met name de R22:
"
Ook pleit het Good Move Plan voor een vermindering van het aantal toegangen tot de Ring om met name "de doorlaatbaarheid van het autoverkeer te beperken in overeenstemming met de door het Gewest vastgestelde multimodale wegenspecialisatie" (p. 105). Sommige afsluitingen van toegangen zijn trouwens opgenomen op de kaart van het Good Move plan (zie blz. 103). Wij begrijpen dat dergelijke herschikkingen ook noodzakelijk zijn in het licht van vereisten inzake verkeersveiligheid en doorstroming van het verkeer.
Toch kan in de praktijk, meer nog dan voor de dimensionering van de Ring, de herschikking van de toegangen tot de Ring alleen worden overwogen via een echte intergewestelijke co-constructie, aangezien dit soort ingrepen zware gevolgen kan blijken te hebben voor de aangrenzende wijken. In dit verband lijkt het ons onaanvaardbaar bepaalde kwesties, zoals de sluiting van afrit 4 (R22, Woluwedal), als "voldongen" voor te stellen, in alle alternatieven en varianten die nog worden bestudeerd. Dit soort ingrepen moet het voorwerp zijn van specifieke studies, die gezamenlijk worden verricht, aangezien zij, indien zij opportuun zouden blijken, hoogstwaarschijnlijk mitigerende maatregelen zouden vereisen: aanpassing van de verkeersplannen ter hoogte van een wijk, eventuele herdefiniëring van de multimodale specialisatie van de wegen, enz.

In het besluit van ons advies schoven wij volgende eisen naar voren:
"
Wij vragen het Vlaams Gewest dan ook op om het volgende engagement:
· een co-constructie om een akkoord te bereiken over de algemene uitgangspunten van de studies en voor het bepalen van het globale concept van de Ring;
· overleg over de stukken waar de impact voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beperkter is;
· co-constructie voor: 
o de stukken van de Ring die het gevoeligst zijn voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (voor Ring Noord: Laarbeekbos, zone Jette/Wemmel, verbinding R22, etc.);
o de toegangswegen tot de Ring die in directe verbinding staan met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Dit impliceert volgens ons:
· Het aanpassen van de uitgangspunten van de studies conform aan wat hierboven is aangegeven;
· Het AMS-scenario te overwegen als een basisscenario, op zijn minst op hetzelfde niveau als andere scenario's, voor het geheel van de studies;
· In dit stadium van de studie, een “rijstrook minder”-variant te bewaren;
· Het laten vallen van de alternatieven met maximale omvang;
· Deze principes uit te werken tot een gemeenschappelijke visie voor de voortzetting van het proces;
· Gezamenlijke studies te lanceren voor de Ring, met name over de toegangswegen, en op basis hiervan onderhandelingen te voeren met het geheel aan betrokken partijen.
Pas na afloop van dergelijke studies en onderhandelingen kunnen geconsolideerde voorstellen voor de herinrichting van aansluitingslussen van de Ring "als verworven" worden beschouwd en geïntegreerd worden in het globalere project voor Ring Noord. Zoals eerder aangegeven is de Heizelstudie in dit opzicht een samenwerkingsmechanisme dat zou mogen worden toegepast op andere struikelblokken, bijvoorbeeld het afsluiten van de R22.
"
Ter aanvulling bij deze uittreksels is het van belang eraan te herinneren dat alle herinrichtingsconcepten waarover tussen mei en juli 2021 een openbaar onderzoek werd gehouden, voorzien in een sluiting van de toegang tot de R22. Pas na deze bevraging is De Werkvennootschap de mogelijkheid gaan bestuderen om deze toegang open te houden.
Bovendien vragen wij, zoals u kunt vaststellen, het Vlaamse Gewest niet om nieuwe studies
uit het niets opnieuw op te starten, maar om voor de trajecten en de toegangen die rechtstreeks ons Gewest aanbelangen te voorzien in een vorm van co-constructie zoals dat ook gebeurde voor de ontsluiting van de Heizelvlakte en waarvan de resultaten zouden kunnen worden meegenomen in het globale proces van het herinrichtingsconcept van de noordelijke Ring.
Als antwoord op het advies voor de noordelijke Ring heeft de Werkvennootschap in november jl. een vergadering belegd met Brussel Mobiliteit. Tijdens die vergadering heeft BM vernomen dat het Vlaamse Gewest in het kader van zijn openbare raadpleging meer dan 700 reacties heeft ontvangen, waarvan een groot aantal in verband met de sluiting van de toegang tot de R22.
Als antwoord op die reacties heeft De Werkvennootschap zich voorgenomen bijkomend onderzoek te laten plaatsvinden. Wat ons betreft is het vooral belangrijk op te merken dat op basis van de resultaten van voorgaande fasen van het ontwerpproces en van de reacties op het openbaar onderzoek. De Werkvennootschap bestudeert op onze expliciete vraag nu eindelijk ook een scenario waarbij de verbinding R0-R22 behouden blijft, in het zogenaamde hybride alternatief, terwijl een dergelijke mogelijkheid niet overwogen werd in de vorige ontwerpfasen, niettegenstaande blijft een dergelijke mogelijkheid volgens hen onmogelijk in het light alternatief
.
Als reactie op ons advies heeft de Werkvennootschap het volgende aangegeven:
· het ontwikkelingsscenario Ambitious Modal Split, dat de modale verschuiving van onze twee Gewesten omvat, kan slechts in tweede instantie in overweging worden genomen ("
doorkijkscenario");
· De alternatieven met een breder wegdek (in het bijzonder het parallelle alternatief) kunnen in dit stadium om juridische redenen niet worden uitgesloten.
Naast deze antwoorden, die geen of nauwelijks een antwoord bieden op onze vragen en onze bezorgdheden, betreuren wij het dat het Vlaamse Gewest niet heeft gereageerd op onze belangrijkste en meest structurele vraag, namelijk het opzetten van een formeel samenwerkingskader voor een wezenlijke co-constructie van de herinrichtingsprojecten van de toegangen en trajecten die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest rechtstreeks aangaan.
Daarnaast, heeft zowel BM als mijn kabinet er op aangedrongen om een formeel antwoord te krijgen op het advies van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er is ons verteld dat de Werkvennootschap aan een antwoord werkt op het geheel van de commentaren in de publieke consultatie.
Bijkomend moet worden opgemerkt dat in het kader van die vergadering van november 2021Brussel Mobiliteit aan De Werkvennootschap heeft gevraagd een specifiek model op te stellen voor de sluiting van de R22, om de gevolgen ervan te objectiveren. Een dergelijk model zou de basis kunnen vormen voor een gemeenschappelijke impactanalyse van een sluiting van deze toegang tot de Ring.
Naast deze infovergadering tussen Brussel Mobiliteit en De Werkvennootschap is er ook een uitwisseling op kabinetsniveau over het vervolgproces van de noordelijke Ring geweest, als ook een gesprek tussen de twee Ministers van Mobiliteit waar een grotere reeks aan onderwerpen zijn besproken. Er valt evenwel op te merken dat de gesprekken rond de studie met betrekking tot de ontsluiting van de Heizelvlakte ook verdergaan, evenals die rond de herinrichting van de oostelijke Ring.
Het Vlaamse Gewest heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest officieel om een advies gevraagd. Voor zover wij weten is er geen enkele formele vraag gericht aan de Brusselse gemeenten. Niettemin hebben ze allemaal de kans gekregen een advies in te dienen.
In het kader van haar openbare raadpleging heeft De Werkvennootschap eind mei/begin juni 2021 onlinepresentaties van het project georganiseerd. Vertegenwoordigers van de stad Brussel en de gemeenten Sint-Agatha-Berchem, Jette, Sint-Pieters-Woluwe en Sint-Lambrechts-Woluwe werden hierop uitgenodigd. Meerdere Brusselse gemeenten hebben een advies ingediend bij het Vlaamse Gewest.
Het advies van de Regering is gebaseerd op een raadpleging van de verschillende Brusselse besturen (Brussel Mobiliteit, Leefmilieu Brussel, Perpective en Urban) en van de MIVB. Wij hebben eveneens rekening gehouden met het advies dat de Gewestelijke Mobiliteitscommissie op 29 juni 2021 indiende.
We hebben niet systematisch alle gemeenten geraadpleegd over de herinrichting van de noordelijke Ring. Niettemin hebben wij bij het opstellen van het Regeringsadvies kennis genomen van de adviezen en de moties van verschillende Brusselse gemeenten in verband met dit onderwerp die met ons gedeeld werden.
We hebben evenmin de Vlaamse gemeenten uit de Rand geraadpleegd, die betrokken zijn bij de herinrichting van de noordelijke Ring, dat is aan de Vlaamse overheid, maar er is wel regelmatig overleg tussen Brussel Mobiliteit en de Vervoerregio “Vlaamse Rand” (die de Vlaamse gemeenten uit de Brusselse periferie vertegenwoordigt). Daarom hebben wij in ons advies een passage geciteerd uit de voorbereidende beleidsnota van het mobiliteitsplan van de Vervoerregio "Vlaamse Rand" die bepaalde van onze bekommernissen weerspiegelt (o.a. voor wat betreft de opwaardering van de Ring).
Het past hier ook op te merken dat de gemeenten Wemmel en Grimbergen, en aan Brusselse zijde de gemeente Jette en de stad Brussel vertegenwoordigd zijn in het begeleidingscomité van de studie over de ontsluiting van de Heizelvlakte. Brussel Mobiliteit houdt o.a. in dat kader contacten met deze gemeenten.
Tot slot is in januari 2022 een nieuwe vergadering met mijn kabinet, Brussel Mobiliteit en de universitaire ziekenhuizen van de UCL om te luisteren naar de bezorgdheden van de ziekenhuizen omtrent de sluiting van de R22.
De studie over de ontsluiting van de Heizel word uitgevoerd door een tijdelijke vereniging van studiebureaus, nl. Arcadis, Sweco en Mint. Het gaat om een studie die gefinancierd en aangestuurd wordt door De Werkvennootschap en Brussel Mobiliteit samen. Deze studie begon in november 2020 en loopt nog. Het is bijgevolg nog niet mogelijk u die studie op dit moment te bezorgen.
Zoals reeds vroeger aangehaald verliep deze studie in vijf grote stappen:
1. Onderzoek van de bestaande toestand;
2. Synthese van de relevante visies;
3. Uitwerking van de ontsluitingsscenario's;
4. Beoordeling van de scenario's;
5. Keuze van een scenario.
Zoals vermeld in ons advies, we zijn vragende partij om meer samenwerkingen van dit type op te zetten voor andere uitdagingen gekoppeld aan de herinrichting van de Ring (Noord).

In elk geval, meer nog dan het profiel van de Ring wijzigen, wat een invloed zal hebben op de verkeersverschuiving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kan raken aan de continuïteit van de wegen enkel worden overwogen via een formeel akkoord tussen onze twee Gewesten.
De MIVB is vertegenwoordigd in de werkgroepen rond de vernieuwing van de R0. Daarnaast worden er overlegmomenten georganiseerd tussen de Brusselse actoren naar aanleiding van de formele adviesvragen in het planningsproces van de R0.
In het kader van deze projecten werden er door de Werkvenootschap macrosimulaties gemaakt over de impact van de verschillende scenario’s of de verschuivingen van de verkeersstromen. In deze macrostimulaties werden de gevolgen voor het openbaar vervoer niet specifiek gemodelleerd. In een volgende onderzoeksfase zijn simulaties van de impact van op het openbaar vervoer op een meer gedetailleerd niveau wel voorzien en is bijsturing nog mogelijk.
De verlenging van lijn 8 is voorzien in het kader van Good Move, maar staat op middellange termijn nog niet op de agenda want nog niet opgenomen in het huidige MIP. Door de verlenging van de tram 8 naar mobiliteitspool Bordet en door de aanleg van de luchthaventram, die wel al voorzien is, wordt er een betere openbaarvervoerverbinding gecreëerd tussen Woluwe en de economische zone rond Brussels Airport. Deze betere verbinding kan een deel van het verkeer van de R22 opvangen. Nauwkeurige studies zijn nodig om de planning van de uitvoering van deze projecten te bepalen.

Zoals we reeds meermaals hebben aangegeven, is de sluiting van de toegang tot de R22 in principe niet strijdig met het Good Move-plan; die laatste voorziet een declassering (zie bv. de kaart op pagina 97). Via een dergelijke procedure kunnen we in dit geval vermijden dat de Woluwelaan gebruikt wordt als sluipweg naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zonder de Ring en de E40 nodig te hebben. De laan zou enkel nog voor buurtbewoners dienen, en het verkeer blijft zoveel mogelijk op de Ring en de E40. Er is dus een mogelijke convergentie met de doelstellingen van de verschuiving van het autoverkeer van het Good Move-plan volgens de categorieën wegen.
Hoe dan ook, zoals hiervoor reeds vermeld, kan die loskoppeling echter pas echt worden overwogen als vooraf specifieke modelleringen plaatsvinden, zoals wij hebben gevraagd aan De Werkvennootschap, en als de resultaten daarvan samen worden geanalyseerd. En als er tot slot, op deze basis een formeel akkoord tot stand komt tussen ons Gewest en het Vlaamse Gewest, zoals bepaald wordt in het samenwerkingsakkoord van 17 juni 1991.