Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1005)

 
Datum ontvangst: 24/11/2021 Datum publicatie: 19/01/2024
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 21/01/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/01/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Good Move definieert "universele toegankelijkheid" als "gelijke toegankelijkheid voor personen met een handicap tot de fysieke omgeving, het vervoer, de informatie en communicatie en alle andere voorzieningen en diensten die openstaan voor of verstrekt worden aan het publiek. Universele toegankelijkheid betekent dat belemmeringen en hindernissen voor de toegankelijkheid tot deze gebieden in kaart gebracht en weggenomen moeten worden." De overheden onderschrijven in het algemeen deze definitie.

Mijn vraag gaat over de toepassing ervan in het kader van uw bevoegdheden, met name wat betreft de toegankelijkheid van groene ruimten voor personen met beperkte mobiliteit en in het bijzonder voor personen met een handicap.

Brussel beschikt over meer dan 8.000 hectare groene ruimten: parken, bossen, het Zoniënwoud, begraafplaatsen, sportterreinen enz. Dat is de helft van het gewest. De parken, tuinen en bossen die voor het publiek toegankelijk zijn, beslaan 2.779 ha (d.w.z. ongeveer 18% van de oppervlakte van het gewest). De inrichting en het beheer van een deel van deze groene ruimten wordt beheerd door Leefmilieu Brussel. Op de lijst met groene ruimten die door Leefmilieu Brussel worden beheerd, staan 80 belangrijke plekken, waaronder bijvoorbeeld de Abdij Ter Kameren, het Zoniënwoud, de Kruidtuin, de Kunstberg, het Park van Laken, het Woluwepark, het Jubelpark, de Mellaertsvijvers ...

Zoals bekend, spelen openbaar toegankelijke groene ruimten een fundamentele sociale rol in termen van levenskwaliteit, als plaatsen om te spelen, elkaar te ontmoeten en te ontspannen. Het spreekt voor zich dat elke Brusselaar ervan moet kunnen genieten.

Mijn vragen zijn de volgende:

  1. Hoeveel van de 80 groene ruimten op de lijst met groene ruimten die door Leefmilieu Brussel worden beheerd, zijn toegankelijk voor PBM's, in het bijzonder voor personen met een handicap?

  2. Bestaat er een analyse of register van de toegankelijkheid van de groene ruimten in het Brussels Gewest?

  3. Hoe zit het meer in het bijzonder met de toegankelijkheid voor PBM's wat parkeerplaatsen betreft? Hoe zit het met hellingen naast trappen? Hoe zit het met de toegankelijkheid van de openbare toiletten voor PBM's op deze plaatsen?

  4. Bestaat er een planning voor de nodige aanpassingen die momenteel worden uitgevoerd?

  5. Zijn er langs bepaalde routes specifieke communicatiemiddelen geïnstalleerd? Ik denk bijvoorbeeld aan speciale bewegwijzering, spraakassistentie, bewegwijzering op de grond of informatieborden in braille.

  6. Zijn de bewakers, wat de opvang van personen met zichtbare of onzichtbare handicaps betreft, speciaal opgeleid om te reageren op vragen en specifieke problemen in verband met dit soort handicaps? Hoe?

  7. Zijn sommige speeltuinen en speeltpleinen inclusief? En aangepast aan kinderen met een handicap? Zijn er specifieke voorzieningen voor deze kinderen in de Brusselse groene ruimten?

 
 
Antwoord    Ik vind het uiteraard belangrijk dat onze gewestelijke groene ruimten voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk zijn.
Leefmilieu Brussel beheert een honderdtal gewestelijke ruimten en streeft ernaar om de toegankelijkheidsprincipes voor personen met beperkte mobiliteit zoveel mogelijk te integreren bij de inrichtings- en vernieuwingswerkzaamheden van groene ruimten en bij het lopende beheer ervan.
Van alle door LB beheerde groene ruimten zijn er op dit moment 42 die minstens voor een deel toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit. Door topografische, ecologische of historische beperkingen is dat immers niet op alle sites mogelijk.
De applicatie “Brussels Gardens” is een goede tool om groene ruimten te vinden die toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit.
Wat de bestaande parkeerplaatsen betreft in parken (waarvoor Leefmilieu Brussel bevoegd is) is het algemeen beleid dat een deel van de plaatsen wordt voorbehouden aan personen met beperkte mobiliteit.
In de mate van het mogelijke zijn er paden voorzien met zachte hellingen. Zo werden de trappen in het park aan de Hallepoort bijvoorbeeld weggehaald voor een conforme helling. Trappen kunnen echter niet altijd worden vervangen of worden voorzien van een helling door plaatsgebrek, maar ook door landschappelijke of historische integratiebeperkingen.

Bij de installatie van openbare toiletten in de gewestelijke parken zijn de eisen op vlak van toegankelijkheid opgenomen in het bestek.

Enkele voorbeelden van nieuwe parken waarin er recent rekening werd gehouden met de toegankelijkheid: het Zennepark, de uitbreiding van park L28A, Bonnevie, Ninoofsepoort, Vogelenzang, ... Leefmilieu Brussel richt op dit moment een ingang van het Tenboschpark opnieuw in en wijzigt die zodat het park toegankelijker wordt voor personen met beperkte mobiliteit. De werkzaamheden zouden in de loop van 2022 afgerond moeten zijn met de vernieuwing van een oprijhelling en de verharding ervan.

Anderzijds zijn er denkoefeningen en projecten aan de gang, met name in partnerschap met de MIVB, betreffende de toegang tot het openbaar vervoer. Een van die projecten wordt momenteel voltooid aan de Hallepoort.
Er wordt momenteel ook nagedacht over de toegankelijkheid van de Kruidtuin vanuit het metrostation.
Momenteel zijn er geen specifieke communicatiemiddelen langs de route, zoals stemassistentie of informatie in braille.

Wat het onthaal van personen met een zichtbare of onzichtbare handicap betreft, wordt er overwogen om initiaties, bewustmaking en opleidingen voor het personeel op het terrein te voorzien inzake de toegankelijkheid van het publiek met een motorische of visuele handicap, en dat in partnerschap met de verenigingen die op dat gebied gespecialiseerd zijn.
De door LB aangelegde speel- en sportterreinen zijn zo snel mogelijk toegankelijk en inclusief. De integratie van die dimensies in de speelterreinen hangt af van verschillende criteria:

§ Wettelijke aspecten: sommige ingedeelde terreinen mogen bijvoorbeeld geen andere bodembedekking krijgen dan zand of houtschilfers, wat de toegang voor rolstoelgebruikers bemoeilijkt;
§ Topografie van het terrein: bepaalde natuurlijke hellingen maken de toegang tot speelruimten moeilijk en het is niet altijd mogelijk een weg aan te leggen om fysieke redenen;
§ De
afmetingen van de ruimte: inclusieve speeluitrustingen zijn in het algemeen groter en vereisen een grotere veiligheidszone (vrije ruimte rondom) dan andere uitrustingen;

- Het voorschrift volgens hetwelk het mogelijk is om een kind met een handicap te beschouwen als een gebruiker zoals de andere, waarbij vermeden wordt dat specifieke zones of uitrusting ter aangeboden worden die hem of haar zouden kunnen stigmatiseren of isoleren, in plaats van hem of haar te betrekken bij het spel of de ruimte.
De gewestelijke recreatiecentra, zoals de hippodroom van Ukkel-Bosvoorde, met bijvoorbeeld actieve en collectieve spelletjes (trampoline, verschillende soorten schommels) en zintuiglijke spelletjes, die toegankelijk zijn vanaf een begaanbare ondergrond: zand- en watertafels op rolstoelhoogte, observatiespelletjes zoals vervormende spiegels of grote spiraalvormige schijven die kunnen worden gedraaid. Maar er werd ook aandacht aan geschonken in kleinere ruimten bij recentere inrichtingswerkzaamheden: in het Daillypark in Schaarbeek (opening in 2020) is er een tol die voor iedereen toegankelijk is in de speelzone voor 6- tot 12-jarigen, en een nestschommel en een zandbak voor de allerjongsten. In het Georges Henripark werd een basketbalveld aangelegd met ringen op verschillende hoogtes om de toegang voor spelers in een rolstoel te vergemakkelijken.
We zien dus, meneer het parlementslid, dat de kwestie van de toegankelijkheid gelukkig steeds meer centraal komt te staan, maar natuurlijk naarmate er groene ruimten worden gerenoveerd of aangelegd.