Schriftelijke vraag betreffende het verhogen van de capaciteit op tramlijnen 39 en 44 gedurende de spitsuren
- Indiener(s)
- Dominiek Lootens-Stael
- aan
- Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1134)
Datum ontvangst: 18/01/2022 | Datum publicatie: 18/03/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 14/03/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
20/01/2022 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
Vraag | Het Brusselse tramnet kende tijdens de afgelopen decennia een fenomenale groei inzake gebruik door de reizigers. Bepaalde assen profileren zich dankzij hun hoge frequentie als een quasi-metro. Echter blijven de historische tramlijnen 39 en 44 naar respectievelijk Tervuren en Stokkel/Ban-Eik buitenbeetjes ten opzichte van de rest van het tramnet, in het bijzonder door het gebruik van de dubbelgelede trams van het type 7700. Verschillende technische aspecten zorgen voor een status quo in de situatie sinds 2010, toen de trams van het type 7000 uit dienst werden gehaald. Sindsdien is de doortochtfrequentie weliswaar gestegen, maar blijft de capaciteit tijdens de spitsuren problematisch. Op het traject van de lijnen 39 en 44 bevinden zich talloze scholen, waarbij de scholieren massaal gebruik maken van het tramaanbod. In een schriftelijke vraag begin 2021 (nr. 780) gaf u aan dat de werken aan het eindpunt Montgomery (-1) pas tegen 2026 van start zouden kunnen gaan. Indien het succes van het openbaar vervoer in Brussel zich verder zet, dreigt de situatie gedurende de spitsuren voor de reizigers onleefbaar te worden. Het gebruik van de lagevloertrams van het type 2000, 3000 of 4000 is onmogelijk door het bestaan van het breedteverschil met de PCC-trams (2,30m tegen 2,20m). Echter bestaan er alternatieven die de situatie enigszins leefbaarder zouden kunnen maken, en tegelijk de capaciteit opkrikken. In het achterhoofd moet gehouden worden dat sedert juli 2021, beide tramlijnen (39 en 44) volledig berijdbaar zijn door lagevloertrams, met uitzondering van Montgomery (-1).
|
Antwoord | De MIVB beschikt momenteel niet over reserve-lagevloertrams om in te zetten op lijnen 39/44. De bedoeling is om trams van het type PCC 7900 over te plaatsen naar lijnen 39/44 in de plaats van de 7700-trams, om zo meer capaciteit te hebben. Dit zal echter maar mogelijk zijn wanneer de TNG-trams in dienst genomen zijn op de andere tramlijnen op het net. Zo zullen er 7900-trams vrijkomen die kunnen ingezet worden op lijnen 39/44. De huidige exploitatie van de eindhalte 39/44 aan het station Montgomery is beperkt wegens de bestaande infrastructuur, wat nieuw rollend materiaal onmogelijk maakt. Daarom heeft de DIOV een nieuw richtplan opgesteld dat enerzijds tegemoetkomt aan de behoeften van de MIVB dat dit station exploiteert, alsook aan de beheersovereenkomst die oplegt dat alle stations toegankelijk zijn voor iedereen, en anderzijds gevolg geeft aan en antwoorden biedt op de opmerkingen uit het ongunstige advies dat in 2012 werd geformuleerd door de dienst Stedenbouw van de gemeente Sint-Pieters-Woluwe. Het nieuwe project bestaat uit een volledige herinrichting van de eindhalte met inbegrip van een centraal perron en de mogelijkheid voor recent rollend materieel om in het station toe te komen via de aanleg van een nieuwe tunnel en een nieuwe tunnelmond op de centrale berm naast de Tervurenlaan. Met het oog op een optimale exploitatie zal een parking voor 6 trams worden aangelegd in de bestaande ruimte boven de metrosporen waardoor de MIVB indien nodig tijdens de spitsuren een of meer extra trams op het net kan brengen. Dankzij deze aanpassing kan de tunnelmond Hertog bovendien worden gesloten en de keerlus via de G. en J. Martinstraat en de Hertogstraat worden geschrapt, wat grote geluidshinder opleverde voor de buurt. Op korte termijn zal het bestaande perron worden aangepast wat betreft infrastructuur en signalisatie om trams de mogelijkheid te bieden achter elkaar plaats te nemen. Deze werken zullen binnen enkele weken aanvangen. Na de kennisgeving van een studiebureau dat belast zal worden met de opdracht voor de renovatie van het station, zal een begeleidingscomité worden samengesteld om het goede verloop van de werken op te volgen, met vertegenwoordigers aangeduid door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Urban Brussels en de gemeenten Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe en Etterbeek. Dit begeleidingscomité zal de filosofie achter het nieuwe project moeten goedkeuren; bijdragen aan het opstellen en bepalen van de inhoud van de documenten en uitbrengen van alle nodige adviezen om het dossier tot een goed einde te brengen. Brussel Mobiliteit kan de verschillende administratieve procedures voor de offerteoproep en de studie van het renovatieproject van het station opstarten zodra het akkoord van de regering op zak heeft. Als de studies en administratieve procedures voor de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning en de effectenstudie midden 2023 kunnen starten, zullen ze tot 2025 lopen. Het begin van de werken staat dan gepland voor midden 2026 en zullen worden afgerond tegen midden 2031. |