Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de vertragingen bij de inning en de oninbare fiscale schuldvorderingen

Indiener(s)
Alexia Bertrand
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 428)

 
Datum ontvangst: 01/02/2022 Datum publicatie: 04/04/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 04/04/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/02/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Na de 6de staatshervorming heeft ons Gewest en meer bepaald Brussel Fiscaliteit een reeks taksen en belastingen overgenomen.

Deze nieuwe bevoegdheden hebben Brussel Fiscaliteit extra werk bezorgd, maar kunnen ook vertragingen hebben veroorzaakt bij de inkohiering en de inning van bepaalde gewestelijke taksen en belastingen. Bovendien kunnen bepaalde fiscale schuldvorderingen moeilijk worden geïnd in geval van overlijden, verhuizing of de onmogelijkheid voor de belastingplichtige om de verschuldigde taks of belasting te betalen.

Ik zou u de volgende vragen willen stellen:

  • Kunt u mij zeggen wat de gemiddelde vertraging is bij de behandeling van de inning van de gewestelijke taksen en belastingen? Kunt u deze vertraging uitsplitsen per categorie van taksen en belastingen?

  • Kunt u mij sinds 2018 voor elke categorie van taksen en belastingen waarvoor het Gewest bevoegd is, het percentage oninbare taksen en belastingen en de oorzaak van hun oninbaarheid meedelen, alsook de betrokken bedragen in absolute waarde?

 
 
Antwoord    In antwoord op deze vragen, kan ik de geachte Volksvertegenwoordiger het volgende mededelen.

De invordering van gewestelijke belastingen is een proces dat zich gedurende meerdere jaren voltrekt.

De verjaringstermijn bedraagt in principe 5 jaar, maar kan worden verlengd (zoals hierna verder toegelicht). Zolang een belastingschuld niet is verjaard, kan Brussel Fiscaliteit dus het verschuldigd bedrag alsnog invorderen.

Overeenkomstig de geldende wetgeving begint het invorderingsproces met de verzending van een herinneringsbrief.

Indien de belasting nog steeds onbetaald blijft, kan een dwangbevel worden uitgevaardigd om de gedwongen invordering via de gerechtsdeurwaarder op te starten. Zulk dwangbevel stuit bovendien de verjaringstermijn, waardoor de administratie wederom over een termijn van 5 jaar beschikt om de schuld te innen.

Voorts dient erop te worden gewezen dat niet alle invorderingsdossiers worden overgemaakt aan een gerechtsdeurwaarder. De invorderingsstrategie van Brussel Fiscaliteit berust op het vermijden van onnodige invorderingskosten voor het Gewest.

Zo zijn bepaalde belastingplichtigen bijvoorbeeld niet langer vindbaar (adres uit het Rijksregister geschrapt, vertrek naar het buitenland, etc.), of kan alsnog een oplossing worden gevonden door het afspreken van een afbetalingsplan.

De administratie vermijdt eveneens de gedwongen invordering van schulden die betwist worden en waarvan het bezwaar nog in behandeling is.

Tevens worden invorderingsacties opgeschort wanneer het gaat om belastingplichtigen tegen wie een collectieve procedure loopt (zoals een faillissement, gerechtelijke reorganisatie, collectieve schuldenregeling).

Globaal wordt zo’n 20% van de dossiers uitgesloten van het invorderingsproces, in afwachting van een verandering in de situatie.


Naast de invordering via gerechtsdeurwaarder laat de fiscale procedure ook schuldcompensatie toe.

Een andere optie vormt de “vierde weg” waarbij Brussel Fiscaliteit via een geautomatiseerde tool bedragen kan terugvorderen via notarissen bij de verkoop van onroerende goederen. Deze bedragen kunnen derhalve eenvoudig en snel worden ingevorderd zonder bijkomende kosten.

Wanneer een schuld definitief oninbaar wordt beschouwd, wordt deze geweerd uit het invorderingsproces. Brussel Fiscaliteit hanteert deze mogelijkheid enkel wanneer het vrijwel zeker lijkt dat de schuld niet meer kan worden ingevorderd. Dit is doorgaans nadat pogingen tot invordering op niets zijn uitgedraaid.

Het is evenwel nog steeds mogelijk om deze verschuldigde bedragen, voor het verlopen van de verjaringstermijn, te recupereren via schuldcompensatie of via de reeds vermelde “vierde weg”. In geval van een faillissement of een collectieve schuldenregeling zal de administratie deze schuldvorderingen ook aangeven bij de curator of schuldbemiddelaar.

De voornaamste oorzaken van oninbare schuldvorderingen zijn de insolventie van de schuldenaar, het feit dat de schuldenaar geen bekend adres meer heeft, en dat het in te vorderen bedrag te gering is om een procedure via een deurwaarder te rechtvaardigen.

Hieronder worden ten slotte nog de verschillende bedragen die sinds 2018 tot vandaag (dd. 22 maart 2022) per belasting oninbaar werden verklaard. Gelet op de beperkte bedragen, werden enkel de omvangrijkste belastingen opgenomen.

Onroerende voorheffing
Précompte immobilier

1.440.312 €

Verkeersbelastingen (sinds de overname in 2020)
Taxes de circulation (depuis la reprise en 2020)

5.447,51 €

Belasting op inrichtingen van toeristisch logies
Taxe sur les établissements d’hébergements touristiques

124 €

Boetes Viapass (kilometerheffing op zwaar vrachtvervoer)
Amendes Viapass (prélèvement kilométrique sur poids lourds)

90.810 €

Boetes Low Emission Zone
Amendes Low Emission Zone

54.984 €

Belasting op niet-residentiële oppervlakten
Taxe sur les surfaces non-résidentielles

3.094.684 €

Belasting op de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen
Taxe sur les établissements dangereux, insalubres et incommodes

262.722 €

Belasting op taxidiensten of voertuigen met chauffeur
Taxe sur l'exploitation des taxis ou voitures avec chauffeur

66.163 €