Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de asbestproblematiek in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1043)

 
Datum ontvangst: 01/02/2022 Datum publicatie: 10/03/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 28/02/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/02/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Enige tijd terug mocht ik u reeds ondervragen omtrent de problematiek wat betreft de hoeveelheden asbest in gebouwen en woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (cf. schriftelijke vraag nr. 569).

In uw antwoord verwees u naar de (niet-uitputtende) inventarisstudie die daaromtrent afgerond werd in 2017, waaruit onder meer bleek dat er nog 298.000 ton niet-broze asbesthoudende toepassingen en 108.000 ton broze asbesthoudende toepassingen aanwezig zijn in ons Gewest. U stelde daarbij ook dat er op dat moment werk werd gemaakt van een strategie voor een veilig beheer van asbest in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Beschikt u inmiddels over meer geactualiseerde data wat betreft de aanwezigheid van (zowel broze als niet-broze) asbesthoudende toepassingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Zo ja, kan u dit nader toelichten? Welke evolutie stelt u vast wat betreft de hoeveelheid aanwezig asbest? Op welke manier monitort u deze evolutie?

  • Beschikt u in het bijzonder over gegevens wat betreft de hoeveelheden asbestafval die de afgelopen jaren binnengebracht werden in de gemeentelijke en gewestelijke containerparken? Zo ja, welke evolutie kan u duiden in deze cijfers?

  • Kan u een stand van zaken geven wat betreft de beoogde strategie voor een veilig beheer van asbest in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Wanneer moet deze strategie effectief voorgesteld en gelanceerd worden? Welk tijdspad en welke concrete acties en middelen worden daartoe voorzien?

  • Op welke manier hebt u dit dossier reeds overlegd met enerzijds de bevoegde Collegeleden uit de VGC en de COCOF voor wat betreft de omvang van de asbestproblematiek in schoolgebouwen en anderzijds met Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting voor wat betreft de omvang van deze problematiek in de sociale en particuliere woningen in het Gewest? Op welke manier werd daarbij bekeken of het mogelijk zou zijn om een uniform systeem uit te werken dat in financiële steun voorziet bij asbestverwijdering?

  • Hoe worden in het bijzonder de bedrijven of bedrijventerreinen betrokken bij deze problematiek? Hoe wordt er specifiek met hen rekening gehouden in de desbetreffende strategie? Welke steun (en ten belope van welk bedrag) kunnen zij hieromtrent aanvragen bij Leefmilieu Brussel? Hoeveel aanvragen komen er daaromtrent binnen bij Leefmilieu Brussel?


 

 
 
Antwoord    1)

Sinds de studie van 2017, is er geen bijkomende studie uitgevoerd naar de hoeveelheid asbest aanwezig in het Gewest. Het realiseren van een asbestinventaris is enkel verplicht voor werven met meer dan 500 m2 oppervlakte en bij asbestverwijderingswerken. De data met betrekking tot de hoeveelheid asbest kunnen dus enkel geactualiseerd worden voor asbest dat tijdens werkzaamheden wordt verwijderd. Jaarlijks worden er gemiddeld 400 vergunningen en aangiftes voor asbestverwijderingswerken afgeleverd, waaruit kan afgeleid worden dat de hoeveelheid asbest afneemt.

2)

Op de gewestelijke en gemeentelijke containerparken die open zijn voor het publiek wordt momenteel geen asbestafval aanvaard. Hiervoor moeten particulieren zich wenden tot de erkende inzamelaars.

3)

De strategie voor een veilig beheer van asbest spitst zich toe op een politiek van inventarisatie, op het beperken van de vezelvrijgave bij asbestwerven, op het informeren en sensibiliseren en op het invoeren van een coherente politiek. Leefmilieu Brussel is op dit moment bezig met een studie die moet leiden tot een verbeterde inventaris waarbij een luik risico-evaluatie en risicobeheer zal geïntegreerd worden. Het opstellen van een inventaris is reeds verplicht voor werven met meer dan 500 m2 oppervlakte, waar het zorgt voor een betere opvolging van de afbraakwerken en voor specifieke asbestverwijderingwerven. In de loop van 2022 lanceert Leefmilieu Brussel een studie die maatregelen moet voorstellen om de problematiek van de kostprijs van asbestverwijdering te beheersen. In 2023 start Leefmilieu Brussel met de ontwikkeling van een applicatie die zal toelaten om de inventarissen op te slaan en te verdelen. De applicatie zou operationeel moeten zijn vanaf 2026.

4)

In dit stadium vond er geen specifiek overleg plaats met de in uw vraag genoemde instanties.
5)

De studie met betrekking tot de kostprijs van asbestverwijdering moet uitmaken of bedrijven en bedrijfsgebouwen specifieke ondersteuning vereisen. Voorlopig richt het asbestbeleid zich op zowel particulieren, ondernemingen als overheidsinstellingen. Er wordt onderzocht hoe de asbeststrategie kan geïmplementeerd worden in de Renolutionstrategie.