Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de verlagingen van de werkelijke huurprijs van een sociale woning voor kinderen ten laste en personen met een handicap

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 835)

 
Datum ontvangst: 07/02/2022 Datum publicatie: 25/03/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 24/03/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/02/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Artikel 59 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende organisatie van de huur van woningen die worden beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de Openbare Vastgoedmaatschappijen bepaalt dat de huurder die een sociale wooneenheid bewoont, een vermindering van de reële huurprijs geniet wanneer hij een of meer kinderen ten laste heeft: 5% van de basishuur voor één ten laste komend kind, 10% voor twee ten laste komende kinderen, 20% voor drie ten laste komende kinderen, 30% voor vier ten laste komende kinderen, 40% voor vijf ten laste komende kinderen en 50% voor ten minste zes ten laste komende kinderen. Bovendien bepaalt artikel 59 van het decreet van 26 september 1996 dat de sociale huurder een vermindering van de reële huurprijs krijgt ten belope van 20% van de basishuurprijs, wanneer tot zijn huishouden een volwassene met een handicap behoort.

Ik zou u de volgende vragen willen stellen:

1- Kunt u ons vertellen hoeveel sociale huurders in 2020 of 2021 hebben geprofiteerd van een verlaging van de reële huurprijs voor kinderen ten laste? Kunt u ons ook een tabel bezorgen met de verdeling van deze huishoudens over de zestien Brusselse OVM's?

2- Wat was volgens de door de BGHM voor de jaren 2020 en 2021 meegedeelde statistieken het gemiddelde maandelijkse bedrag van de verlagingen van de reële huurprijzen van sociale woningen voor :

  • Eén kind ten laste;

  • Twee kinderen ten laste;

  • Drie kinderen ten laste;

  • Vier kinderen ten laste;

  • Vijf kinderen ten laste;

  • Tenminste zes kinderen ten laste?

3- Kunt u ons het aantal sociale huurders meedelen aan wie in 2020 of 2021 een verlaging van de reële huurprijs is toegekend omdat hun huishouden een volwassen persoon met een handicap omvatte? Kunt u ons ook een tabel bezorgen met de verdeling van deze sociale huurders over de verschillende OVM's?

4- Wat was volgens de door de BGHM verstrekte gegevens voor de jaren 2020 en 2021 het gemiddelde maandelijkse bedrag van de verlagingen van de werkelijke huurprijs die zijn toegekend aan sociale huurders wier huishouden een volwassene met een handicap omvatte?

 

 
 
Antwoord    Het besluit van de BHR houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de BGHM of door de OVM’s regelt het beleid van huurverminderingen voor personen met (een) kind(eren) ten laste.
Zo wordt in artikel 59 bepaald dat de OVM's, om aanspraak te kunnen maken op de terugbetaling van huurverminderingen, een aanvraag moeten indienen bij een ter post aangetekende brief
ten laatste in het tweede jaar volgend op het betrokken boekjaar middels een formulier, waarvan het model door de BGHM vastgelegd is.
Voor huurverminderingen voor het jaar 2020 kunnen de OVM's hun aanvragen tot eind 2022 indienen. En voor 2021 kunnen aanvragen voor huurverminderingen worden ingediend tot eind 2023.
De BGHM beschikt dus nog niet over deze gegevens.