Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de strijd tegen gentrificatie in de Marollen en de aankoop van gebouwen, woningen en kantoren in de Rodepoort door het OCMW van de Stad Brussel

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 875)

 
Datum ontvangst: 22/03/2022 Datum publicatie: 08/06/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 19/05/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/03/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Momenteel worden de gebouwen op de nummers 8, 10 en 12 van de Rodepoort verhuurd als woningen aan kwetsbare gezinnen en personen. De gebouwen op nummer 4 en 6 worden verhuurd als kantoren aan een vzw: "l'Atelier des droits sociaux" ( https://ladds.be/ ). Verrassend genoeg hebben wij vernomen dat de genoemde gebouwen meer dan waarschijnlijk zullen worden aangekocht door de firma MEDHAR SRL, ondernemingsnummer 0770.960.849, die de gebouwen vervolgens zou kunnen laten renoveren of verbouwen, of zelfs slopen, waardoor de bewoners en gebruikers van de genoemde woningen en kantoren gedwongen zouden zijn de panden in de komende maanden te verlaten. Zoals u weet, heeft de Brusselse gewestregering zich in haar Noodplan Huisvesting 2020-2024 ertoe verbonden de crisis op het gebied van betaalbare huisvesting en de toenemende ontoegankelijkheid van dergelijke woningen voor een groeiend deel van de Brusselse bevolking te bestrijden.

In het licht van de gepresenteerde elementen en de door de regering aangegane verbintenissen, zou ik u de volgende vragen willen stellen in verband met de bovengenoemde gebouwen, woningen en kantoren:

  1. Aangezien de kerkfabriek onder het toezicht van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering staat, heeft het Gewest zijn goedkeuring of zijn advies gegeven voor deze verkoop? Zo ja, wanneer?

  2. Steunen het Gewest en/of de overheid de aankoop van deze gebouwen, woningen en kantoren door het OCMW van de Stad Brussel of het beheer van deze gebouwen door een sociaal verhuurkantoor dat door het Gewest wordt gesubsidieerd?

  3. Heeft het OCMW van de Stad Brussel een aankoopbod gedaan aan de kerkfabriek Sint-Jan en Sint-Stefaan ter Miniemen voor deze gebouwen, woningen en kantoren? Zo ja, op welke datum(s), voor welke gebouwen/ woningen/kantoren precies en voor welk(e) bedrag(en)? Werd het bod van het OCMW aanvaard? Zo niet, waarom niet?

  4. Werd een openbare verkoop van de gebouwen overwogen?

  5. Zijn er taxaties van de gebouwen uitgevoerd? Zo ja, hoeveel, door wie en op welke datum(s)? Wat is de huidige waarde van de panden?

  6. Hebben de verhuurders een plan opgesteld voor de herhuisvesting van de huurders?

  7. Tot slot, wat zijn sinds 2018 de jaarlijkse bedragen van de subsidies en andere voordelen of stimulansen die door het Gewest of de overheid aan de kerkfabriek Sint-Jan en Sint-Stefaan ter Miniemen werden toegekend?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Deze vragen vallen onder de bevoegdheid van de heer Alain Maron, lid van het College van de GGC, belast met Gezondheid en Welzijn.