Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de werkloos- en inactiviteitsgraad

Indiener(s)
Gilles Verstraeten
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 957)

 
Datum ontvangst: 29/04/2022 Datum publicatie: 07/07/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 16/06/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/05/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
15/06/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

Volgens de website van Actiris was de werkloosheidsgraad -de categorie ‘niet-werkende werkzoekenden (NWWZ)’- in februari in Brussel 14,9%. 85.700 Brusselaars zaten zonder job, waarvan 54.986 of bijna twee op de drie (64,16%) al langer dan een jaar (=langdurig werkzoekenden). Het ging om 8.810 jongeren van 18 t.e.m. 24 jaar wat neerkomt op een jongerenwerkloosheidsgraad van 22,8%. Het valt op dat het aantal mensen binnen de categorie NWWZ dat OCMW-gebruiker is met bijna een derde steeg (+29,4% naar 12.037 mensen) tegenover vorig jaar. Een op zeven werklozen is dus OCMW-gebruiker: deze mensen hebben (equivalent) leefloon en zijn op zoek naar werk.

Ik heb volgende vragen:

  1. Het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) in februari was dus 14.9%. Normaalgezien onderscheiden we daarin drie groepen: zij die in bemiddeling zijn, zij die een opleiding volgen en zij die op lange termijn niet kunnen ingezet worden op de arbeidsmarkt. De laatste groep gaat over mensen die geconfronteerd worden met armoede, ziekte (fysiek en/of psychosociaal) en andere omstandigheden die zo overheersend zijn dat zij geen ruimte hebben om naar werk te zoeken maar zich wel bij Actiris als werkzoekende hebben ingeschreven. Bij deze groep moeten ook andere partners en dienstverleningen ingeschakeld worden. Er moeten dus nog heel wat stappen gezet en problemen aangepakt worden alvorens de werkzoekende in kwestie zelfs maar kan overwegen om een bemiddelings- of een opleidingstraject te starten.

    1. Hoeveel personen kunnen we vandaag indelen in elke groep?

    2. Wat is het profiel van de werkzoekende in elke groep (geslacht, leeftijd, opleidingsniveau)?

    3. Hoe is dit aantal geëvolueerd in het voorbije decennium? Hoeveel personen uit de derde groep zijn een bemiddelings- of opleidingstraject gestart?

    4. Over welke opleidingen gaat het (schoonmaak, zorg, horeca, onderwijs, …)? Welke opleidingen waren het populairst?

    5. Hoe snel geraken deze werkzoekenden aan een job? Kunt u cijfers geven opgesplitst per opleiding?

  2. Een groep die we niet uit het oog mogen verliezen zijn de daklozen.

    1. Hoeveel daklozen zijn momenteel in een bemiddelingstraject bij Actiris en hoeveel volgen een opleiding?

    2. Hoeveel geraken aan een job? Kunt u een opsplitsing maken per jaar en per opleiding??

    3. Hoe is dit aantal geëvolueerd in het voorbije decennium?

  3. De niet-werkende werkzoekenden worden als actief beschouwd op de arbeidsmarkt gezien ze (op korte of lange termijn) op zoek zijn naar een job. Daarnaast is het ook belangrijk een goed beeld te hebben van de inactiviteitsgraad: het aantal mensen die niet werken en niet op zoek zijn naar werk. Het gaat om huismannen en -vrouwen, vervroegd gepensioneerden, leefloners en mensen in de ziekteverzekering. Volgens Statbel was de inactiviteitsgraad in Brussel op het einde van 2021 34,5% (284.267 Brusselaars). Dat percentage stabiliseert sinds 2017.

    1. Wat is het profiel van de gemiddelde inactieve (leeftijd, geslacht, opleidingsniveau)?

    2. Hoeveel is dit bij de leeftijdscategorie van de jongeren (18 t.e.m. 24 jaar)?

    3. Met welke maatregelen probeert de regering deze groep aan de slag te krijgen, en met welke resultaten?

  4. Tijdelijk werkloosheid:

    1. Hoeveel tijdelijk werkzoekende Brusselaars volgden een opleiding in 2020, 2021 en 2022? Wat is het profiel van deze Brusselaars (geslacht, leeftijd, opleidingsniveau)? Over welke opleidingen gingen het?

    2. Hoeveel gingen daarna in een andere sector aan de slag? Over welke sectoren gaat het?

 
 
Antwoord    Op basis van de meest recente beschikbare gegevens (april 2022), registreert het Brussels Gewest 84.459 Niet-Werkende Werkzoekenden (NWWZ). Onder deze NWWZ bevinden zich 52.811 niet-werkende werkzoekenden (WZ) die een werkloosheidsuitkering of een inschakelingsuitkering ontvangen (WZUA genoemd), 4.834 jongeren in beroepsinschakelingstijd (BIT) en 26.814 andere WZ (mensen die wachten op een beslissing van de RVA over hun recht op een werkloosheidsuitkering, mensen met een leefloon of mensen zonder vervangingsinkomen).


In de tabel in bijlage 1 zijn niet-werkende werkzoekenden uitgesplitst naar categorie, geslacht, leeftijd en opleidingsniveau (gegevens april 2022).

De tabel in bijlage 2 geeft de evolutie van NWWZ in de afgelopen tien jaar. We zien een afname van de NWWZ van ongeveer 18.000 eenheden (of -16,6%).

Bijna 54.000 WZ werden in 2021 begeleid door Actiris of een partner.
11.423 WZ startten in 2021 een opleiding bij Bruxelles Formation of bij de VDAB of bij een van hun respectievelijke partners.
Deze gegevens kunnen niet worden uitgesplitst volgens de specifieke classificatie die op VDAB-niveau wordt gehanteerd.


De tabel in bijlage 3 geeft de evolutie van de NWWZ per categorie gedurende dit decennium. Opgemerkt moet worden dat de evolutie van deze cijfers per categorie kan worden verklaard door verschillende elementen, zoals de evolutie van de economische situatie, demografische evoluties, het gevoerde werkgelegenheidsbeleid, maar ook door administratieve of methodologische wijzigingen. Zo had in 2015 de beperking van de inschakelingsuitkeringen tot een periode van 3 jaar tot gevolg dat een deel van de werkzoekenden werd uitgesloten van het recht op werkloosheiduitkeringen - wat de forse daling van de WZUA’s in 2015 verklaart. Omgekeerd hadden wijzigingen in registratieprocedures in 2019 tot gevolg dat het aantal WZ dat in de categorie "overige WZ" was geregistreerd, steeg (en het aantal geregistreerde WZ in de categorie WZUA verminderde). Niettegenstaande deze overwegingen is er in de afgelopen tien jaar een daling van 17.726 NWWZ-eenheden (-16,6%) en met name een daling van uitkeringsgerechtigde WZ (-26,1%) en jongeren in BIT (-10,1%), terwijl "overige WZ" met 14,2% zijn gedaald.

De positieve uitstroompercentages zijn niet voor het hele decennium beschikbaar.
Voor het laatste beschikbare jaar merken we op dat van de 41.619 WZ die nieuw zijn geregistreerd in de categorie "andere NWWZ" bij Actiris, 21.626 een positieve uitstroom hebben binnen 12 maanden na hun registratie (d.w.z. 52% van deze WZ) - waaronder 18.691 uitgestroomd naar werk, 4.519 naar een opleiding en 571 naar een stage of opleiding in een bedrijf.

De tabel in bijlage 4 geeft een overzicht van de deelnemers voor 2021 aan opleidingen bij Bruxelles Formation en zijn partners per opleidingssector.
Men stelt vast dat de volgende opleidingen de meeste cursisten hebben:
· Beheer, Management en Administratie
· IT, ICT en digitale economie
· Bouw
· Maatschappij, Gezondheid, Sport en Lichaamsverzorging
· Horeca
Opgemerkt moet worden dat voor een groot deel van de opleidingen de opleidingssector niet gespecificeerd is voor zover het transversale opleidingen betreft zoals basisopleidingen, opleidingen alfabetisering, taalopleidingen, …


Het is op basis van gegevens van Bruxelles Formation en de VDAB (11.423 WZ die in 2021 gestart zijn met een opleiding) niet mogelijk om deze cursisten per categorie te verdelen. In de ontvangen gegevens worden de WZ immers niet opgesplitst per categorie (wanneer ze een opleiding volgen, veranderen ze van categorie en komen ze terecht in de categorie "WZ in opleiding").

Anderzijds stellen we vast dat van de 41.619 WZ die nieuw ingeschreven zijn in de categorie "andere NWWZ” bij Actiris, 4.519 een opleiding volgden binnen 12 maanden na hun registratie en dat 571 van hen een stage of opleiding in een bedrijf hebben gestart.

De tabel in bijlage 5 geeft de uitstroompercentages weer van de werkzoekenden die nieuw zijn ingeschreven bij Actiris. Deze gegevens zijn uitgesplitst naar jaar van instroom in de werkloosheid en naar opleidingsniveau. Het gaat hier om de uitstoom uit de werkloosheid van minstens één maand binnen de 12 maanden na hun registratie.
Uit deze gegevens blijkt dat 46,4% van de WZ die zich in 2017 kwamen inschrijven een baan vonden binnen de 12 maanden (resultaten 2018), 48,9% voor het cohort 2018 (resultaten 2019), 46,4% voor het cohort 2019 (resultaten 2020). De resultaten voor het cohort 2019 (resultaten 2020) worden met name verklaard door de gevolgen van de COVID-gezondheidscrisis in 2020.
Te zien is dat de uitstroom naar werk toeneemt met het opleidingsniveau van WZ.

Het is mogelijk om de overige WZ uit te splitsen naar duur van inactiviteit (tabel in bijlage 6). Men stelt vast dat de "overige WZ" vaker kortdurend werkloos zijn (70%, terwijl dit percentage 37% is voor alle NWWZ). Dat het bij deze categorie gaat om WZ die vaker gedurende een korte periode werkloos zijn, wordt enerzijds verklaard door het feit dat sommige van deze WZ van categorie zullen veranderen en "WZUA" zullen worden wanneer Actiris door de RVA ervan op de hoogte wordt gebracht dat ze een uitkering ontvangen en ten tweede door het feit dat deze werkzoekenden hun inschrijving moeten bevestigen (d.w.z. bevestigen dat ze nog steeds op zoek zijn naar werk), wat niet altijd gebeurt.
Het is niet mogelijk om daklozen te identificeren onder de werkzoekenden die bij Actiris zijn ingeschreven. Dit gegeven is niet opgenomen in de Actiris-databanken. Deze mensen hebben een referentieadres wanneer ze zich komen inschrijven bij Actiris en kunnen dus niet geïdentificeerd worden.


Opgemerkt moet worden dat deze referentieadressen voor daklozen het adres van een persoon (een familielid of een kennis) kunnen zijn, maar ook het adres van een OCMW of het adres van een opvangcentrum.
Het is dus niet mogelijk om alle daklozen te identificeren die bij Actiris ingeschreven zouden zijn.
Gegevens van Enquête naar de Arbeidskrachten splitsen de bevolking in de werkende leeftijd op volgens drie arbeidsmarktstatuten, namelijk: werkend, AIB-werkloos en inactief. Deze laatste categorie, inactieven, omvat dus zeer heterogene statuten zoals: scholieren/studenten, mensen die ziek of arbeidsongeschikt zijn, mensen die vervroegd op pensioen zijn, mensen die voor hun gezin zorgen, enz.

Uit deze gegevens (bijlage 8) blijkt dat in de Brusselse bevolking van 15 tot 64 jaar 284.267 personen inactief zijn. Een heel groot deel bestaat eigenlijk uit leerlingen of studenten, dat wil zeggen ongeveer 126.000 eenheden. 44% van de zogenaamde inactieve bevolking is in werkelijkheid dus leerling of student.


Onder jongeren van 15 tot 24 jaar worden 117.764 geïdentificeerd met het statuut inactief, maar 93,5% van deze jongeren zit op school of studeert (dat wil zeggen iets meer dan 110.000 jongeren). Het is daarom niet relevant om de inactiviteitsgraad onder de 25-jarigen te onderzoeken, aangezien deze grotendeels zal overeenkomen met jongeren die studeren.

Zoals de statistieken laten zien, dekt het statuut inactieve WZ zeer verschillende WZ-begrippen, variërend van de student tot de langdurig zieke.

Wat de langdurig zieken betreft, heeft het Gewest een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met het RIZIV om – op vrijwillige basis en indien mogelijk – de terugkeer naar het werk of de toegang tot een opleidingsproject te organiseren. In deze context regelt Actiris het traject van de werkzoekende die wordt doorverwezen door de adviserende arts van de verzekeraar en kan het samenwerken met partners zoals Bruxelles-Formation, de VDAB of dienst PHARE die rekening houdt met de dimensie "handicap".

Tussen 2016 en 2020 voerde Actiris 612 beoordelingen uit die resulteerden in 39 re-integraties. Dit lage re-integratiepercentage wordt deels verklaard door de duur van het volledige traject, dat gemakkelijk 18 maanden in beslag kan nemen wanneer de WZ een kwalificerende opleiding volgt en deze duur kan langer zijn als het gaat om het hervatten van studies in volledig leerplan.

Ik ben momenteel in gesprek met federaal minister Franck Vandenbroucke in het kader van zijn project “terug-naar-werktraject” om de acties van Actiris en zijn partners voor deze doelgroep te versterken, steeds op vrijwillige basis.

De tabel in bijlage 9 (gegevens van de RVA) geeft de evolutie weer van het aantal loontrekkenden dat gebruik heeft gemaakt van tijdelijke werkloosheid door COVID van maart 2020 tot december 2021. Deze gegevens zijn nog niet beschikbaar voor 2022.
Het is mogelijk om ze uit te splitsen naar geslacht en leeftijd, maar deze gegevens zijn niet beschikbaar per opleidingsniveau.


Een zeer klein aantal tijdelijk werklozen is ingeschreven bij Actiris. Bij Actiris zijn 1.023 WZ ingeschreven in een generieke categorie waartoe onder meer de tijdelijk werklozen behoren.


Uit de beschikbare statistische gegevens kan van deze tijdelijk werklozen niet worden afgeleid wie een beroepsopleiding hebben gevolgd, zijn blijven werken en in welke sector.