Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de stand van zaken omtrent de beoogde commercialisering van het glasvezelnetwerk

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 991)

 
Datum ontvangst: 20/06/2022 Datum publicatie: 09/09/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 16/08/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/06/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Enige tijd terug mocht ik u reeds enkele keren ondervragen omtrent de beoogde commercialisering van het glasvezelnetwerk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (cf. schriftelijke vragen nr. 605, nr. 766 en nr. 865).

In uw recentste antwoord ter zake stelde u onder meer dat een eerste structuur tijdens de eerste helft van 2022 uitgewerkt moest worden, maar dat de juridische analyse nog aan de gang was en er nog verschillende technische werkvergaderingen ingepland stonden.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u een stand van zaken geven wat betreft de vooruitgang die geboekt werd in dit dossier sinds uw recentste antwoord ter zake? Welke timing voorziet u voor de oprichting van de drie aparte structuren waarvan sprake in uw vorige antwoord (zowel globaal als per specifiek onderdeel van deze oprichtingen)? Wanneer voorziet u al deze structuren operationeel te krijgen? Kan u in het bijzonder bevestigen of de eerste structuur waarvan sprake inmiddels reeds opgezet werd?

  • Kan u bevestigen dat de juridische analyse waarvan sprake inmiddels werd afgerond en opgeleverd? Wanneer werd deze afgerond? Door wie werd deze analyse uitgevoerd? Welke vaststellingen en conclusies zijn hieruit voortgekomen? Heeft deze analyse geleid tot wijzigingen aan de doelstellingen of de timing van dit dossier?

  • Welk overleg heeft u sinds uw recentste antwoord ter zake gepleegd met de betrokken actoren (MIVB, Brussel Mobiliteit, port.brussels, CIBG, Sibelga, Vivaqua …) omtrent de vooruitgang in dit dossier? Hoe worden zij concreet betrokken bij de verdere stappen? Welke impact hebben hun bijdrages reeds gehad in de vooruitgang van dit dossier?

  • Kan u duiden welk aandeel van de Brusselse huishoudens op dit moment reeds toegang heeft tot glasvezelnetwerken? Welke evolutie kan u hierin duiden in vergelijking met de voorbije jaren? Hoe verhouden deze cijfers zich tegenover de cijfers uit de andere gewesten en het landelijke gemiddelde? Welke maatregelen neemt u om de dekkingsgraad van glasvezelnetwerken onder de Brusselse huishoudens te verhogen? Welke doelstellingen werden daaromtrent vastgelegd? Welke acties en middelen voorziet u hiertoe? Hoe wordt de vooruitgang hieromtrent gemonitord?


 

 

 
 
Antwoord    1/
Dankzij de werkzaamheden van de afgelopen maanden kon in alle projecten aanzienlijke vooruitgang worden geboekt.

Het gedeelde Brusselse netwerk, dat bestaat uit de glasvezelactiva (dark fibre, kabelgoten, passieve infrastructuur) van de actoren van de openbare netwerken, d.w.z. IRISnet, Sibelga, MIVB, Brussel Mobiliteit en de Haven van Brussel, zal worden beheerd door IRISnet, dat zal fungeren als een One Stop Shop voor verzoeken van derde partijen. De eerste stap, die resulteert in de ondertekening van een voorakkoord dat door de verschillende betrokken entiteiten gezamenlijk is opgesteld, is afgerond. Dit voorakkoord wordt momenteel gevalideerd door de bestuursorganen van alle betrokken partijen en zal worden geformaliseerd door de ondertekening van een contract tussen alle genoemde partijen. De werkzaamheden voor de uitvoeringsfase zijn reeds begonnen.

De lancering van een FiberCo zou kunnen plaatsvinden zodra een akkoord is bereikt met de belanghebbenden (operatoren en investeerders) met wie de besprekingen zeer goed vorderen, maar die sterk worden beïnvloed door de recente gebeurtenissen in de telecomsector. Het doel blijft de oprichting van een nieuwe structuur die belast wordt met de uitrol van glasvezel (FTTH) op het Brussels grondgebied en die vervolgens op de markt wordt aangeboden aan geïnteresseerde telecomoperatoren.


2/
Wat InfraCo-OpCo betreft, heeft de juridische analyse de haalbaarheid bevestigd van de bundeling van de glasvezelactiva van de actoren van de openbare netwerken (AON) onder de auspiciën van IRISnet, dat zal fungeren als stuurinstantie en als enig contactpunt voor het netwerk onder toezicht van een collegiaal bestuur van alle actoren. Alle activiteiten die specifiek verband houden met dit initiatief zullen contractueel worden geregeld.

Wat FiberCo betreft, bevestigen de verrichte werkzaamheden ook de mogelijkheid om een speler te voorzien die verantwoordelijk is voor de uitrol en marketing van FTTH voor het hele grondgebied van het Gewest. De juridische studie heeft het mogelijk gemaakt een aantal mogelijke scenario's uit te sluiten en de wettelijke voorwaarden vast te stellen die moeten worden nageleefd om aan de Belgische en Europese wetgeving te voldoen.



3/

Alle door u genoemde actoren hebben een zeer belangrijke bijdrage geleverd aan de formalisering van de documenten waarin het streefmodel van het InfraCo-OpCo-initiatief wordt beschreven (dat momenteel door de AON wordt gevalideerd). Sinds januari zijn er meer dan 30 bilaterale werksessies georganiseerd. Deze aanpak van gezamenlijke opbouw zal uiteraard dezelfde blijven voor de uitvoeringsfase (die enkele weken geleden is begonnen en die in september in een stroomversnelling zal komen). Ik zou willen benadrukken dat deze aanpak vergelijkbaar is met die welke wij voor FiberCo toepassen, waarbij wij met alle relevante belanghebbenden voor dit project van gedachten wisselen.

4/
Alvorens uw vraag te beantwoorden, moet erop worden gewezen dat het in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de telecomoperatoren is om FTTH-diensten aan het grote publiek en aan bedrijven aan te bieden. Volgens de gegevens van het BIPT is ongeveer 20% van de huishoudens in het Brussels Gewest nu in staat om op het glasvezelnetwerk te worden aangesloten. Hoewel dit cijfer hoger ligt dan het nationale gemiddelde (minder dan 10% van de in aanmerking komende huishoudens), blijft het zeer laag in vergelijking met andere Europese hoofdsteden.

Het Gewest stelt nu alles in het werk om deze uitrol zoveel mogelijk te versnellen, in de eerste plaats met het initiatief InfraCo-OpCo, dat erop gericht is overtollige glasvezelcapaciteit aan te bieden aan telecomoperatoren die erom vragen (en in de toekomst aan FiberCo), zodat zij kunnen besparen op uitroltijd en -kosten. Ten tweede wil het Gewest, op basis van internationale beste practices, de totstandbrenging van een gedeeld passief dark fibre-netwerk stimuleren. Deze aanpak zal worden ontwikkeld in samenwerking met andere investeerders en met de telecomoperatoren die in de toekomst klanten zullen zijn.