Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de beslissing alternerend leren en werken in het BHG

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 1014)

 
Datum ontvangst: 24/06/2022 Datum publicatie: 20/09/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 15/09/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/08/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

In de kennisgevingen van de beslissingen van de Brusselse Regering van 12 mei 2022 lees ik op punt 27 dat de Brusselse Regering akkoord gaat met de ‘Oriëntatienota betreffende de te implementeren methodologie met het oog op een transversale versterking van het kwalificerend onderwijs en de beroepsopleiding (met name het alternerend leren en werken). In deze oriëntatienota staan ook de modaliteiten van de te implementeren methodologie en de kaderpartnerschapsovereenkomst tussen de vzw 'Agir Pour l'Enseignement' en de regeringen van de Franse Gemeenschap, Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het College van de COCOF

Gezien kwalificerend onderwijs en de beroepsopleiding (en met name het alternerend leren en werken) een gemeenschapsbevoegdheid is stel ik u graag volgende vragen:

  • Kan u toelichten hoe de kaderpartnerschappen eruit gaan zien en welke de te implementeren methodologie zal zijn? Welke budgetten worden hiervoor uitgetrokken en welk tijdspad stelt u voorop?

  • Op welke manier is de Vlaamse Gemeenschap betrokken bij het overleg omtrent de versterking van het kwalificerend onderwijs en de beroepsopleiding? Welke rol speelt de VGC in deze oefening? Werd er naar aanleiding van deze transversale versterking al overlap of dubbel werk onder de instanties gevonden? Worden deze weggewerkt of worden er synergiën gezocht? Kan u hiervan concrete voorbeelden geven van de manier de krachten gebundeld worden tussen de gemeenschappen en het BHG?

  • Wanneer was er laatst overleg met de bevoegde minister in de Vlaamse Regering over deze thematiek? Welke standpunten hebt u namens Brussel op tafel gelegd en welke acties en conclusies zijn overeengekomen?

  • Heeft de Vlaamse Regering meegewerkt aan de totstandkoming van dit akkoord? Zo ja, wat is hun bijdrage?

  • Hebt u zicht op de budgettaire repercussies van de goedkeuring van kaderpartnerschappen en de overeengekomen methodologie? 

 
 
Antwoord    Ik dank u voor uw vraag die verwijst naar de oriëntatienota met betrekking tot de methodologie die moet worden toegepast met het oog op een transversale versterking van het kwalificerend onderwijs en de beroepsopleiding (en in het bijzonder het alternerend leren).

Zoals ik reeds herhaaldelijk heb kunnen uiteenzetten, is de wens om het alternerend leren en het alternerend onderwijs te hervormen vanaf het begin van deze legislatuur geuit en gedeeld door de Franstalige entiteiten van het land. Op grond van deze gezamenlijke wens hebben gesprekken plaatsgevonden over de organisatie van een staten-generaal inzake het alternerend leren.

Na afloop van deze besprekingen hebben de toezichthoudende ministers en de minister-presidenten van het Waalse Gewest, de Federatie Wallonië-Brussel, de Franse Gemeenschapscommissie en het Brussels Gewest overeenstemming bereikt over het doel van deze nota, in plaats van het organiseren van een staten-generaal, waarover geen consensus kon worden bereikt.

Deze spiegelnota werd aldus goedgekeurd door het Waalse Gewest en de FWB op 28 april 2022, en op 12 mei 2022 door het Brussels Gewest en de FGC.

Op basis van de vaststelling dat het onderwijs (met inbegrip van het kwalificerend onderwijs) en de beroepsopleiding hefbomen zijn voor het terugdringen van de werkloosheid, met name van laagopgeleiden, en voor het verhogen van de werkgelegenheidsgraad, wilden de 4 entiteiten hun krachten bundelen rond een gemeenschappelijke doelstelling: het versterken van het kwalificerend onderwijs en de beroepsopleiding, met de nadruk op het alternerend leren, om er een traject van uitmuntendheid van te maken en niet een van degradatie.
In goede afstemming op het gewestelijke beleid, waaronder de Strategie Go4Brussels 2030, beoogt de nota een werkmethodologie vast te stellen om het bovengenoemde doel te bereiken.
Deze methodologie bestaat uit twee stappen: een aanpak op korte termijn en een aanpak op middellange en lange termijn, die het voorwerp is van een partnerschap met de vzw “Agir pour l'enseignement”.
Om uw eerste vraag te beantwoorden: de kaderovereenkomst ondertekend tussen de 4 entiteiten en de vzw “Agir pour l'enseignement” (APE) werd kosteloos gesloten. In dit stadium zijn er dus geen gevolgen voor de begroting.

De overeenkomst vormt een werkkader dat samenwerking, gegevensoverdracht, maar ook vertrouwelijkheid en gegevensbescherming waarborgt.

In een aanhangsel bij deze overeenkomst werd de omvang van de werkzaamheden gepreciseerd, overeenkomstig de specifieke gewestelijke kenmerken en de kalender van de werkzaamheden.

De met APE ondertekende overeenkomst voorziet aldus in een inventaris van het Franstalige kwalificerend onderwijs en de Franstalige beroepsopleiding, met name het alternerend leren.

Doel is te komen tot een gemeenschappelijk feitelijk inzicht in het ecosysteem en op termijn een stappenplan op te stellen voor de transversale verbetering met het oog op een systeemeffect op middellange termijn. Deze tweede fase zal de werkzaamheden die tijdens deze legislatuur werden opgestart, ruim overschrijden en de volgende legislaturen bestrijken.

Heden bevindt APE zich nog steeds in het stadium van de verzameling en analyse van gegevens. Deze worden regelmatig voorgelegd aan het daartoe opgerichte stuurcomité, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende toezichthoudende ministers en minister-presidenten van de vier entiteiten. We verwachten dat de eerste analyse tegen het einde van dit jaar zal zijn afgerond.

Vervolgens zullen wij ons de bevindingen eigen maken en de volgende stappen in onderling overleg vaststellen.

Wat het Brussels Gewest betreft, hebben wij aan APE de wens en de noodzaak te kennen gegeven om – op termijn – de vaststellingen van deze inventaris af te stemmen op het duaal leren, en op de tweetaligheid van het Gewest.

De doelstelling op middellange termijn is uiteraard overleg met de VGC om de synergieën tussen de systemen te versterken of zelfs nieuwe synergieën tot stand te brengen.

In dit stadium werden evenwel nog geen contacten gelegd, gezien de analysewerkzaamheden aan de gang zijn.

Zoals ik heb uitgelegd, bevinden wij ons pas in de eerste fase van dit belangrijke versterkingsproces. Daarna volgen de vaststellingen (eventueel van overlappingen of doublures, zoals u vermeldde) en vervolgens het overleg met onze Vlaamse partners in het Brussels Gewest.


Ik zal u uiteraard te zijner tijd op de hoogte houden.