Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de tussentijdse evaluatie van het Brusselse plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen 2020-2024

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 953)

 
Datum ontvangst: 05/07/2022 Datum publicatie: 20/09/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 15/09/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/08/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Op de vergadering van de ministerraad van 23 juni jongstleden werden de nota en inhoud goedgekeurd van het tussentijdse evaluatieverslag van de RGVM over het Brusselse Plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen 2020-2024.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kunt u de krachtlijnen van dit verslag meedelen evenals de aanbevelingen of aanpassingen aan het Plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen? Staan er in dit rapport concretere en recente cijfers over geweld op vrouwen in onze hoofdstad? Kunt u deze delen?

  • Bent u in overleg gegaan met de Raad over hun verslag? Welke conclusies kwamen er hieruit voort? Droegen de bevindingen uit het rapport de unanieme goedkeuring weg van alle leden?

  • Kunt u meer uitleg geven bij de methodologie van de evaluatie?

  • Welke aanbevelingen of werkpunten heeft de Regering beslist om mee te nemen in hun verdere beleidsvoering? Welke gevolgen en mogelijke prioriteitswijzigingen heeft dit evaluatierapport opgeleverd? Betekent dit een wijziging in het budget voor de uitvoering ervan? Kunt u dit verder toelichten?

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Op 23 juni is het tussentijds verslag van de Brusselse Raad voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (RGVM) betreffende de acties van het Brussels plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen voorgelegd aan en goedgekeurd door de regering.

De RGVM is een onafhankelijk orgaan. Ik heb dus geen zicht op hun methodologie of werkwijze; behalve wat er in hun verslag staat vermeld.


Wat de stand van zaken zelf betreft: deze is opgesteld op basis van een gegevensinzameling door equal.brussels en mijn kabinet bij alle bevoegde Ministers en Staatssecretarissen en hun overheidsdiensten. Op 20 april hebben equal.brussels en mijn kabinet de stand van zaken gepresenteerd aan de RGVM, in het bijzonder de voortgang van de door equal.brussels gecoördineerde acties en de acties in verband met huisvesting. Vervolgens heeft de RGVM dit verslag uitgewerkt op basis van de stand van zaken en enkele bijkomende vragen die ze op eigen initiatief naar de leden van de Regering hebben verstuurd.



De regering heeft de bevoegde ministers en staatssecretarissen opgedragen hun respectieve administraties te informeren over het verslag.

Overeenkomstig de uitnodiging van het Parlement zullen de betrokken regeringsleden vanaf 13 september aanstaande hun antwoorden komen toelichten op de aanbevelingen en opmerkingen die naar voren zijn gekomen bij de door de RGVM verrichte evaluatie.