Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de asbestproblematiek in de sociale huisvesting

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 956)

 
Datum ontvangst: 08/07/2022 Datum publicatie: 10/10/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 06/10/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/08/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Zoals u weet, houdt het gebruik van asbest heel wat gezondheidsrisico’s in. Elk jaar opnieuw erkent het Asbestfonds, dat in 2007 werd opgericht, om en bij de 200 nieuwe slachtoffers van asbestziekten. Ondanks het feit dat al decennialang duidelijk is dat asbest kankerverwekkend is en dat de productie en toepassing van asbesthoudende materialen sinds 1998 bij wet verboden is in ons land, blijft er wel nog steeds heel wat asbest aanwezig in bestaande gebouwen.

Ik mocht de minister bevoegd voor Leefmilieu reeds enkele keren schriftelijk ondervragen omtrent deze bredere problematiek, maar moest daarbij vaststellen dat er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest jammer genoeg geen globale monitoring bestaat om de omvang van de asbestproblematiek te kunnen opvolgen. Het lijkt echter cruciaal dat in bepaalde domeinen, zoals de sociale huisvesting, wel een correcte monitoring bijhoudt omtrent de aanwezigheid van asbest, gezien het hier vaak bij voorbaat om (erg) kwetsbare groepen gaat.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Beschikt u over gegevens die kunnen duiden in welke mate er asbest aanwezig is in de sociale huisvestingsvoorzieningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Zo ja, kan u de omvang van deze problematiek nader toelichten? Welke evolutie kan u duiden in de aanwezige hoeveelheid asbest in de sociale woningen in vergelijking met de voorgaande jaren?

  • Welke maatregelen onderneemt u op dit moment om de aanwezige hoeveelheid asbest in de sociale woningen verder terug te dringen? Welke acties en middelen voorziet u hiertoe? Op welke manier werkt u hieromtrent samen met de minister bevoegd voor Leefmilieu? Hebt u reeds besloten om dit proces te versnellen in het belang van de gezondheid van de bevolking? Zo ja, kan u dit nader toelichten?

  • Hebt u omtrent deze problematiek reeds overleg gevoerd met de verschillende betrokken partners uit de sociale huisvestingssector, zoals de OVM’s en de SVK’s, opdat ook zij geïnformeerd en gesensibiliseerd zouden worden omtrent deze problematiek? Zo ja, welke verdere stappen heeft dit opgeleverd met het oog op de concrete aanpak van deze problematiek? Welke inspanningen leveren zij hieromtrent?

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:
Zoals u in uw vraag aangeeft, is Leefmilieu Brussel het gespecialiseerde en bevoegde instituut voor controle en regelgeving ter zake.
De OVM's passen de regelgeving toe en de BGHM ziet erop toe dat in elke fase van de renovatieprojecten van de OVM’s rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van asbest.
Wat betreft de beschikbare gegevens om de aanwezigheid van asbest in sociale woningen te signaleren, moeten de OVM's overeenkomstig de wetgeving twee soorten inventarisaties uitvoeren (voor meer details over de wetgeving verwijzen wij u naar schriftelijke vraag nr. 955):
1/ de visuele inventarisatie: De Codex over het welzijn op het werk legt de uitvoering van een visuele asbestinventarisatie op voor alle gebouwen die eigendom zijn van de OVM’s, en de opmaak van een “beheersprogramma” dat jaarlijks moet worden bijgewerkt, voor alle gebouwen met een stedenbouwkundige vergunning van vóór 30 /09/1998.

De jaarlijkse bijwerking bestaat uit een visuele inspectie van de toestand van het asbesthoudend materiaal om na te gaan of die niet is verslechterd.

Momenteel heeft de campagne voor de energierenovatie van gevels steeds meer betrekking op gebouwen uit de jaren 50-80: In die periode en vóór 1998 werd er frequent gebruik gemaakt van panelen van asbestcement met asbest van het type “glasal” en “eternit”.
Sindsdien worden deze materialen bij renovaties systematisch verwijderd en weggewerkt uit gebouwen.
Wat betreft de maatregelen die zijn genomen om asbest nog meer te verwijderen uit sociale woningen, vereist de wetgeving de verwijdering van asbest elke keer dat de werken de asbesthoudende toepassingen aanroeren of dreigen aan te roeren:

- in het geval van gedeeltelijke of volledige afbraak (inclusief in het geval van een woning);
- indien men een asbesthoudend materiaal niet intact kan houden tijdens de werken

Het asbest moet dus vóór de werken worden verwijderd en worden opgeruimd overeenkomstig de milieuwetgeving onder perfect gecontroleerde omstandigheden en door vaklui die zijn opgeleid over de te volgen procedures.
Bij alle renovatiewerken, en indien de werken de materialen dreigen aan te roeren en deeltjes dreigen vrij te komen in de lucht, is de verwijdering van asbesthoudende materialen verplicht en wordt deze volgens de wettelijke voorschriften uitgevoerd.

De bedrijven beschikken over een visuele en een destructieve asbestinventarisatie waarin deze materialen (zoals hierboven toegelicht) zijn opgenomen. Zij vragen de milieuvergunning zelf aan. De procedure en de werken worden gecontroleerd door Leefmilieu Brussel.


Als er geen werken zijn gepland die asbesthoudende toepassingen kunnen aanroeren, zal er op basis van de
inventaris bepaald worden of en onder welke voorwaarden het asbest kan blijven zitten. Momenteel bestaat er echter geen verplichting om asbesthoudende materialen systematisch te verwijderen als er geen werken zijn gepland.


Wat betreft het overleg met de verschillende partners die betrokken zijn bij sociale huisvesting, moet u weten dat de technische verantwoordelijken van de OVM’s al in 2016 hebben deelgenomen aan een ronde tafel georganiseerd door Leefmilieu Brussel met als doel een concreet actieplan op te stellen voor de bestrijding van asbest in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Wat sensibilisering betreft, kreeg het personeel van de OVM’s (werknemers, conciërges, enz.) dat met asbest in aanraking kan komen, een opleiding. Deze opleiding werd in het kader van de arbeidswetgeving georganiseerd door de federaties van de OVM’s en werd tussen 2008 en 2012 meermaals gegeven.


Het is ook de bedoeling dat de OVM’s hun nieuwe personeelsleden bewust blijven maken van de asbestproblematiek en hen aanmoedigen deel te nemen aan de door de bevoegde overheden georganiseerde bijscholingen over dit onderwerp.