Schriftelijke vraag betreffende de absenteïsmecijfers van het personeel van de Brusselse politiezones
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 874)
Datum ontvangst: 29/07/2022 | Datum publicatie: 20/09/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 13/09/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
18/08/2022 | Ontvankelijk |
Vraag | Jaarlijks verliest de geïntegreerde politie in België het equivalent van zowat 3.600 agenten wegens absenteïsme, en dat op een totaal van 48.000 politieagenten. De afwezigheidscijfers liggen daarmee een pak hoger dan in de publieke sector in het algemeen, zo blijkt uit een grootschalige data-analyse die aan de UGent is uitgevoerd. Algemeen genomen liggen de afwezigheidscijfers bij de politie bijna dubbel zo hoog als in de ruimere publieke sector. De gemiddelde afwezigheidsduur bedraagt bij de politie 11,84 dagen, in vergelijking met 7,7 dagen bij de andere openbare dienstverleners. Ook de frequentie van het absenteïsme (3,84 keer tegenover 1,9 keer) en het aantal verloren kalenderdagen (44,41 tegenover 22,5) ligt een pak hoger bij de politiediensten in vergelijking met de algemene publieke sector. Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
|
Antwoord | Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen: Het Brussels Gewest is niet de werkgever van het politiepersoneel en is dus niet bevoegd voor hun welzijn op het werk. We beschikken bijgevolg niet over de gevraagde cijfers. Om die te verkrijgen, stellen we daarom voor dat u zich wendt tot de minister van Binnenlandse Zaken en de colleges van de desbetreffende politiezones. |