Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het zwerfvuil in en de filtering van de Brusselse waterlopen

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1188)

 
Datum ontvangst: 19/07/2022 Datum publicatie: 03/10/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 21/09/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/08/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Enige tijd terug mocht ik u reeds ondervragen omtrent het zwerfvuil in de Brusselse waterlopen (cf. schriftelijke vraag nr. 880). Gezien het belang van deze problematiek lijkt het mij echter opportuun om na te gaan hoe de omvang ervan evolueert en welke concrete acties er ondernomen worden om onze waterlopen zo zuiver mogelijk te kunnen maken.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u een stand van zaken geven omtrent de hoeveelheden zwerfvuil die jaarlijks in totaal in de Brusselse waterlopen terechtkomt? Zo ja, om wat voor soorten zwerfafval gaat het hierbij en welke middelen worden er voorzien om dit afval te verwijderen? Om welke hoeveelheden ging het in 2021 en in 2022 tot dusver? Welke evolutie kan u duiden in deze hoeveelheden in vergelijking met de afgelopen jaren?

  • Kan u een stand van zaken geven omtrent de acties en middelen die u voorziet om de hoeveelheden (zwerf)afval in onze waterlopen te verminderen, naast de middelen die specifiek worden ingezet door de Haven van Brussel voor het schoon houden van het kanaal? Op welke manier wordt deze problematiek opgevolgd binnen Leefmilieu Brussel?

  • Kan u een stand van zaken geven wat betreft de verschillende (haalbaarheids)studies die sinds uw recentste antwoord gevoerd werden omtrent deze problematiek? Welke bevindingen en conclusies zijn reeds voortgekomen uit deze onderzoeken? Welke verdere stappen en gevolgen werden er reeds gegeven aan deze onderzoeken?

  • Hebt u in het bijzonder reeds de opdracht gegeven om te onderzoeken op welke manier de algemene zwerfvuilproblematiek in de Brusselse waterlopen verminderd kan worden? Zo ja, welke opmerkingen of conclusies zijn hieruit voortgekomen en op welke manier zullen mogelijke oplossingen in de Brusselse context geïntegreerd worden?


 

 

 
 
Antwoord    1.
Wat de Zenne betreft, heeft Leefmilieu Brussel – beheerder van de waterloop – sinds 2021 minder dan 1 ton afval verwijderd.
Een groot deel van het afval wordt door VIVAQUA – beheerder van de Zennekoker – gerecupereerd bij het rooster voor de passage van de waterloop door de koker ter hoogte van de Veeartsenstraat in Anderlecht. Voor 2021 gaat het om 45,9 ton en voor 2022 (gegevens tot eind juli) om 39,8 ton afval. Wat het soort afval betreft, gaat het meestal om takken of houten balken, maar er is ook niet-organisch afval, weggegooid door mensen (of bedrijven): matrassen, plastic, vuilniszakken enz.
Sinds 2016 ziet VIVAQUA over het algemeen een dalende trend. De precieze hoeveelheid is echter sterk afhankelijk van de hoeveelheid regen (onweders) die in de Zenne terechtkomt: naarmate het waterpeil stijgt, wordt er meer afval door de Zenne meegevoerd, dat bij het rooster terechtkomt.

De Woluwe en de andere waterlopen: Leefmilieu Brussel onderhoudt regelmatig (twee keer per maand) de waterlopen die het beheert. Het regelmatige onderhoud gebeurt ter hoogte van de roosters voor de passage van de waterlopen door de kokers (Molenbeek, Woluwe, Neerpedebeek) en bestaat voornamelijk uit het verwijderen van takken. Het team van ecokantonniers van Leefmilieu Brussel en onderaannemers voeren dit werk regelmatig uit (en op intensievere wijze voor en na hevige regenval die het waterpeil aanzienlijk doet stijgen). Het is echter niet mogelijk om cijfers (gewicht/volume) over het aandeel verwijderd afval te geven, maar het gaat vooral om takken en ander groenafval die we in de Brusselse waterlopen aantreffen, in tegenstelling tot het Kanaal, waar meer vervuiling door drijvend afval (plastic of metaal, flessen, blikjes, enz.) wordt aangetroffen.
2.
Leefmilieu Brussel wijst erop dat het afvalprobleem vooral de oorzaak is van de afvalwaterlozingen ter hoogte van de stormoverlaten (naar de Zenne en de Woluwe, maar ook naar het Kanaal). Zoals eerder vermeld, betreffen de vervuilingen vooral het Kanaal. Voor de waterlopen gaat het gelukkig om geïsoleerde en eerder zeldzame gevallen.
Het is daarom aangewezen om onze middelen en acties toe te spitsen op deze afvalwaterlozingen die naast (fysisch-chemische) verontreiniging ook vervuiling door drijvend afval veroorzaken.
Het is aan VIVAQUA, als operator belast met het rioleringsnet en de bouwwerken die met de afvalwaterleidingen samenhangen, zoals de stormoverlaten (veiligheidsklep van het rioleringsnet om verzadiging ervan te voorkomen), om maatregelen te nemen om haar bouwwerken te optimaliseren.
Bij het optimaliseren van de overlaten naar de Zenne en het Kanaal werkt Leefmilieu Brussel samen met VIVAQUA om ervoor te zorgen dat, in de mate van het mogelijke, retentiesystemen worden geïnstalleerd om zoveel mogelijk drijvend afval aan de rioolzijde tegen te houden.

Zo is de grootste overlaat naar de Zenne in Brussel (gelegen ter hoogte van de Leeuwoprit), waarvan de optimalisering bijna klaar is, de eerste overlaat met een retentiesysteem voor drijvend afval. De werking ervan zal worden geëvalueerd.

Wat de Paruck-overlaat betreft, zijn er twee verschillende situaties: voor de eerste overlaat (naar de Zenne) is een klep geïnstalleerd om de volumes die in de Zenne worden geloosd beter te beheren, maar ook om het afval in geval van lozing zoveel mogelijk in het riool te houden. Voor de secundaire overlaat (die naar het Kanaal) is een studie aan de gang om deze overlaat te verbeteren met de passende oplossing. 

Daarnaast worden sensibiliseringsacties uitgevoerd door Leefmilieu Brussel en zijn partners, zoals Coördinatie Zenne, dat een meerjarige subsidie ​​ontvangt, met name voor de campagnes ‘Hier begint de zee’.
3.
Leefmilieu Brussel voert hierover geen specifieke studie uit. De kwestie van het beheer, met inbegrip van het afvalbeheer, komt echter aan bod tijdens ontwikkelingsstudies. In het project ‘Max-aan-de-Zenne’, dat momenteel wordt bestudeerd, is deze kwestie bijvoorbeeld opgenomen om zo nodig afval te kunnen recupereren uit de opengelegde Zenne.

Het ontwerp van Waterbeheerplan (2022-2027) bevat een specifieke maatregel over macroscopisch (of drijvend) afval. Het gaat om maatregel 1.11 - Zorgen voor het beheer van macroscopisch afval in de waterlichamen, in het bijzonder na overstorten. Gezien hetgeen hierboven is toegelicht, heeft deze maatregel vooral betrekking op het Kanaal. Er is onder meer sprake van een ​​door de Haven van Brussel uit te voeren studie om het beheer van dat afval te optimaliseren.
4.
Er zijn besprekingen gaande tussen de overheidsinstanties (Leefmilieu Brussel, Vivaqua, Agentschap Net Brussel) om de bewustmakingsacties uit te breiden.