Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de resultaten van de meetstoeltest

Indiener(s)
Carla Dejonghe
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1327)

 
Datum ontvangst: 19/07/2022 Datum publicatie: 03/10/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 27/09/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/08/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Brussel Mobiliteit zette in de zomer van 2020 in op een handvest om de kwaliteit van 150 bestaande voetgangersvoorzieningen in Brussel te controleren en, indien nodig, op te krikken. Hiervoor zou gebruik gemaakt worden van een “meetstoel”; een rolstoel met sensoren die de kwaliteit objectief vaststelt.
Dit initiatief juichte onze fractie toe. Aangezien 1/3de van de verplaatsingen in ons Gewest te voet gebeurt, moet de kwaliteit van onze stoepen goed zijn. Dit is niet alleen belangrijk voor voetgangers in het algemeen, maar vooral voor mensen met beperkte mobiliteit in het bijzonder (rolstoelgebruikers, mensen met rollators, kinderwagens, mensen die slecht ter been zijn, enz.).

Vandaar mijn volgende vragen:

  •  Wat zijn de resultaten van de meetstoel?

  • Zijn er al renovatiewerken gebeurd na negatieve resultaten? Zo ja, de welke en waar?

  • Zijn er uitstekende voetgangersvoorzieningen uit de bus gekomen? Zijn deze voor het publiek toegankelijk gemaakt? Zo niet, kan hiervoor gezorgd worden?

  • Is de test inmiddels afgelopen? Zo niet, tot wanneer loopt de test?

 

 
 
Antwoord    De "meetstoel" - ontwikkeld door het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw (OCW) op vraag van Brussel Mobiliteit - laat toe de vlakheid van een wegbekleding voor voetgangers te objectiveren. Als we dit resultaat kruisen met een meting van de wegvastheid (via een ander systeem: PFT, wat staat voor Portable Friction Tester) meten we de gebruikskwaliteit van de betrokken wegbekleding voor voetgangers. De nadere regels om de gebruikskwaliteit van de wegbekledingen te objectiveren staan precies beschreven in het Handvest van de verhardingen voor voetgangersvoorzieningen (ook opgesteld door het OCW op vraag van Brussel Mobiliteit). Dit handvest, dat eind 2019 gepubliceerd werd, bepaalt ook (na raadpleging van vertegenwoordigers van personen met beperkte mobiliteit) minimale gebruikskwaliteitsniveaus die bereikt moeten worden voor elke nieuwe inrichting. Die eisen zijn overigens precies zo overgenomen in het regelgevende deel van het gewestelijke mobiliteitsplan Good Move, dat op dit vlak het volgende bepaalt:
"
De wegbekleding gebruikt tijdens werken op voetpaden en voetgangerszones van de wegen van het PLUS- en COMFORT-net moeten een minimaal comfort van acht op tien bieden [...]. Voor de andere wegen moet de gebruikte wegbekleding tijdens werken een comfortniveau van minimum zes op tien bieden na bovenvermeld onderzoek door de wegbeheerder." (Bijzonder voorschrift 25)
Er valt op te merken dat het handvest, naast de uiteenzetting van het systeem om de gebruikskwaliteit van wegbekledingen te meten en de daaraan verbonden te bereiken niveaus, ook en vooral beoogt de
vereiste voorwaarden voor het aanbrengen van toegankelijke en comfortabele wegbekleding te beschrijven. Daartoe geeft het handvest een overzicht van de verschillende materiaalsoorten die beschikbaar zijn, de plaatsingstechnieken, de beperkingen, enz.
Op uw gerichte vragen kunnen we de volgende antwoorden geven:
1. Het comfort van de wegbekledingen is heel variabel in het BHG. Die heterogeniteit is niet optimaal voor de gebruikers, die voor hun hele traject comfortabele wegbekleding zouden moeten hebben. Momenteel zijn er 300 comfortmetingen verricht in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest via het hierboven beschreven systeem, zowel op gewestwegen als op gemeentewegen. Deze metingen worden verricht op vraag van de wegbeheerders. Alle resultaten zijn beschikbaar voor de professionals (via login + wachtwoord) op Mobigis.
Sinds het handvest is verspreid, merken we dat de beheerders almaar systematischer rekening houden met het belang van de gebruikskwaliteit van de wegbekledingen bij elke nieuwe inrichting van een openbare ruimte. De wegbekleding voor voetgangers wordt bijvoorbeeld systematisch besproken tijdens de vergaderingen van de afdeling Actieve Vervoerswijzen van de gewestelijke mobiliteitscommissie, die adviezen uitbrengt over nieuwe inrichtingsprojecten. 
2. De logica die Brussel Mobiliteit momenteel volgt is allereerst proactief. Het doel bestaat erin te vermijden dat nieuwe inrichtingen aangepast moeten worden omdat ze niet voldoen aan de vereiste comfort- en wegvastheidsvereisten (ter herinnering: het handvest en het regelgevende deel van het Good Moveplan zijn enkel van toepassing op nieuwe inrichtingen). Twee voorbeelden: 
· Bij de renovatie van de Nieuwstraat zijn er metingen verricht in een testzone bij de start van de werken om de gebruikskwaliteit van de voorgestelde wegbekleding te controleren. Aangezien de resultaten positief waren, werd de keuze voor deze wegbekleding bekrachtigd en werd ze in de hele straat aangelegd.
· In het kader van het beeldkwaliteitsplan worden meerdere standaardwegbekledingen aanbevolen. Om na te gaan of een daarvan goed aan de vereisten voldeed vooraleer die over de hele lengte van het kanaal werd aangelegd, heeft het OCW op vraag van perspective.brussels meerdere metingen verricht in twee testzones aan de kant van de Biestebroekkaai. Aangezien de resultaten niet afdoend zijn, zijn er denkoefeningen aan de gang om wegbekledingen voor te stellen die beter aan de behoeften van voetgangers zijn aangepast.
Daarbij valt op te merken dat Brussel Mobiliteit, om de situatie op de bestaande voetgangersinfrastructuur te kunnen verbeteren, aan het OCW heeft gevraagd een inventariseringsmethode te ontwikkelen voor de toestand van de trottoirs waarin een onderdeel "gebruikskwaliteit" is opgenomen. Een trottoir dat onvoldoende gebruikskwaliteit biedt ten opzichte van de opgelegde vereisten zal daardoor worden opgenomen bij de te overwegen elementen om te bepalen welke infrastructuur gerenoveerd moet worden en volgens welke prioriteiten.
2. Meerdere emblematische nieuwe inrichtingen die onlangs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn aangelegd bieden een hoge gebruikskwaliteit. Dat is het geval voor de kleine ring, de uitbreiding van lijn 9, de Elsense Steenweg bijvoorbeeld, en dat is een onvolledige lijst.
Het ingevoerde systeem om de gebruikskwaliteit te meten is geen eenmalige testtool. Integendeel, het zal blijven bestaan. Daartoe beschikt Brussel Mobiliteit over een voorraadopdracht met het OCW om gebruikskwaliteitsmetingen te verrichten van om het even welke wegbekleding voor voetgangers aangelegd op een gewest- of gemeenteweg.