Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het gewestelijk centrum voor cybersecurity

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 887)

 
Datum ontvangst: 23/08/2022 Datum publicatie: 08/11/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 18/10/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/09/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

In de vorige regeerperiode besloot de toenmalige regering een gewestelijk centrum voor cyberveiligheid op te richten in de gebouwen van de Regionale Computer Crime Unit in Brussel, een onderdeel van de federale gerechtelijke politie. Het centrum heeft als opdracht diensten te ondersteunen die werken rond sensibilisering, opleiding en interventie in de strijd tegen cybercriminaliteit. BPV, de federale politie en de politiezones zouden een protocolakkoord ondertekend hebben om de kennis en de middelen te delen en een goede samenwerking te waarborgen.

Sinds 2018 vloeien er middelen van het Fonds Europese Toppen naar het centrum voor cybersecurity. In 2018 en 2019 ging het respectievelijk om 2,38 miljoen euro en 2,63 miljoen euro, “ter ondersteuning van de inzet van videobescherming en digitale transformatie”. In 2020 en vorig jaar ontving het centrum voor cyberbeveiliging respectievelijk 2,3 miljoen en 3 miljoen euro “ten einde de uitgaven te dekken verbonden aan de financiering” van dat centrum. In totaal dus 10,3 miljoen euro.

In dat verband heb ik de volgende vragen:

  1. Hoeveel bedroegen de werkingssubsidies van het centrum voor 2019, 2020 en 2021? Hoeveel investeringssubsidies ontving het centrum voor die jaren?

  2. Naast de middelen van het Fonds Europese Toppen, ontvangt het centrum via andere overheden en/of besturen ook middelen? In bevestigend geval, welke overheden/besturen en hoeveel hebben ze bijgedragen aan het centrum voor 2019, 2020 en 2021?

  3. Hoeveel personeelsleden van Brussel Preventie & Veiligheid zijn toegewezen aan het centrum? Hoeveel politieambtenaren werden gedetacheerd van de federale politie en van de Brusselse politiezones naar het centrum? Graag een overzicht voor 2019, 2020 en 2021, uitgedrukt in voltijdse equivalenten (VTE).

  4. Hoeveel werd beroep gedaan op het centrum in 2019, 2020 en 2021? Welke diensten, besturen en/of overheden hebben een beroep gedaan op het centrum? Graag een overzicht.

  5. Voor welke geplande evenementen werd het centrum ingeschakeld in 2019, 2020 en 2021? Voor welke incidenten werd het centrum ingeschakeld in 2019, 2020 en 2021?

  6. Hoeveel vragen voor steun en bijstand van preventie- en veiligheidsdiensten heeft het centrum ontvangen voor 2019, 2020 en 2021? Hoeveel verzoeken waren afkomstig van burgers, private ondernemingen en/of de besturen? Hoeveel verzoeken werden ingewilligd?

  7. Welk statuut heeft het centrum? Door wie wordt het centrum geleid? Wie oefent de politieke verantwoordelijkheid uit voor het centrum?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

In 2019 werd één miljoen euro toegekend voor de initiatieven van het centrum. Daarvan diende 700.000 euro om materiaal aan te kopen en dat ter beschikking te stellen aan de federale politie. Daarnaast was 200.000 euro bestemd als subsidie voor de GIP om opleidingen over cybercriminaliteit te organiseren en kreeg het CIBG 100.000 euro om het actieplan rond cyberveiligheid te verwezenlijken (uitwerking van het strategisch kader en invoering van een gewestelijk IT-label).

In 2020 werd 2.300.000 euro toegekend voor de initiatieven van het centrum. Daarvan diende 2.104.813 euro om materiaal en vergunningen aan te kopen en ter beschikking te stellen van de federale politie. Daarnaast was 196.187 euro bestemd voor de kosten van het IT-personeel dat bijstand verleent aan de Brusselse RCCU.

In 2021 werd drie miljoen euro toegekend voor de initiatieven van het centrum. Dat bedrag diende om materiaal aan te kopen, vergunningen te verlengen en projecten te ontwikkelen, waarvan de federale politie gebruik kon maken.

De gewestelijke financiering van het concept via het Fonds Europese Toppen is de enige financiering die afkomstig is van het gewest.

Wat de werking betreft, wil ik erop wijzen dat het centrum voor cyberveiligheid niet als een dienst op zich is georganiseerd. Het is opgevat als een overkoepelend concept waarvan meerdere projecten deel uitmaken.

Het centrum fungeert dus als een ontmoetingsplatform voor de verschillende partners. De Brusselse RCCU zorgt vanuit haar interne organisatie tot op heden zelf voor het gespecialiseerde personeel dat nodig is om met het aangekochte materiaal om te gaan. Een BTS-officier is er verantwoordelijk voor het onderzoek, de uitwisseling van kennis en de ontwikkeling van expertise.

Het centrum biedt voor het genegotieerd beheer van de openbare ruimte reeds ondersteuning aan tal van diensten, zoals de federale gerechtelijke politie van Brussel, de lokale politie, de DAO en het SICAD.

Er is geen personeel van safe.brussels rechtstreeks aan het centrum toegewezen, maar er zijn wel veel personeelsleden betrokken bij de strategische uitwerking van het concept, bij de follow-up van de installatie van de tools of bij de follow-up van de aankopen en de budgettaire controle daarop.

De operationele activiteiten van het centrum zijn ondergebracht in de gebouwen van de federale gerechtelijke politie van Brussel. Het centrum heeft geen eigen gezagsstructuur, maar staat op het vlak van zijn werking onder het functionele gezag van de Gerechtelijk Directeur van Brussel. De medewerkers van de diensten blijven onder het bestuurlijke gezag van hun oorspronkelijke hiërarchie staan.