Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het aantal minderjarige erflaters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 501)

 
Datum ontvangst: 06/09/2022 Datum publicatie: 10/10/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 05/10/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/09/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Op een erfenis is erfbelasting verschuldigd. Hoeveel erfbelasting men moet betalen, hangt af van de graad van verwantschap van de erfgenaam met de overledene, de omvang van de nalatenschap en de samenstelling van de erfenis (roerend en onroerend).

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u duiden hoeveel minderjarige personen met domicilieadres in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2021 overleden? Bij welk aandeel van deze overlijdens diende er effectief een erfbelasting betaald te worden? Hoe verhouden deze cijfers zich tegenover de cijfers uit voorgaande jaren?

  • Kan u duiden welke bedragen aan erfbelasting daaromtrent (per jaar) ingekohierd werden? Hoe verhouden deze bedragen zich tegenover de bedragen uit voorgaande jaren?

  • Kan u duiden of u de mogelijkheden onderzoekt omtrent een mogelijke hervorming of eventuele afschaffing van de erfbelasting voor minderjarige erflaters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Zo ja, kan u dit nader toelichten?


 

 
 
Antwoord    In antwoord op deze vragen, kan ik de geachte Volksvertegenwoordigster het volgende mededelen.

De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie die de dienst van de successierechten verzekert voor onze rekening meldt dat er tijdens de periode 2010-2021 in totaal welgeteld 1.190 minderjarigen met fiscaal domicilie te Brussel zijn overleden, hetzij gemiddeld een honderdtal overlijdens per jaar. In vele gevallen bedraagt de leeftijd van de overledene minder dan 1 jaar (het gaat dan onder meer om doodgeborenen).

Voor de overgrote meerderheid van deze overlijdens dient geen aangifte van nalatenschap te worden ingediend daar artikel 54, 2° van het Wetboek der successierechten in een vrijstelling voorziet indien het netto-vermogen van de erflater (na aftrek van eventuele schulden en de begrafeniskosten) niet hoger is dan 1.250 EUR.

In de enkele gevallen waarin het netto-vermogen deze drempel overschrijdt, zijn de ouders van de overleden minderjarige elk vrijgesteld van successierechten voor de eerste schijf van 15.000 EUR. De erfgenamen die successierechten moeten betalen, zijn dan meestal broers en zussen van de overleden minderjarige, omdat zij niet genieten van deze vrijstelling op de eerste schijf van 15.000 EUR.

In de periode 2010-2021 werden er volgens de beschikbare gegevens slechts 4 zulke aangiften van nalatenschap ingediend, waarvoor in totaal 1.147,08 EUR successierechten moesten worden betaald.

Het verlies van een kind is vreselijk en idealiter zou men in zulke pijnlijke omstandigheden niet met geldzaken te maken moeten krijgen, maar gelet op het bovenstaande is de invoering van een afwijkend regime vanwege het feit dat de overledene minderjarig is niet meteen aan de orde.