Schriftelijke vraag betreffende de installatie van fotovoltaïsche panelen op de gebouwen van de OVM's
- Indiener(s)
- Vincent De Wolf
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1010)
Datum ontvangst: 03/10/2022 | Datum publicatie: 20/12/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 07/12/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
14/10/2022 | Ontvankelijk |
Vraag | In 2018 heeft de regering in het kader van het energie-klimaatplan van het Brussels Gewest een budget van 10 miljoen euro uitgetrokken voor de installatie van fotovoltaïsche panelen op de gebouwen van de openbare vastgoedmaatschappijen. Sindsdien is de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) belast met de uitvoering van een fotovoltaïsch programma, met inbegrip van haalbaarheidsstudies op de daken van sociale woningen, de coördinatie van de werken en de oplevering ervan. In 2021 werd in dit verband een studiebureau aangesteld dat het potentieel voor de ontwikkeling van fotovoltaïsche energie op het grootste deel van het openbaar huisvestingsbestand kon analyseren. Bovendien is het nog onbekend of huurders kunnen profiteren van de installatie van fotovoltaïsche panelen op hun gebouwen. In de huidige energiecrisis is deze kwestie nog steeds erg belangrijk. Bijgevolg wil ik u de volgende vragen stellen:
|
Antwoord | Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen: Ik verwijs u naar het antwoord op de mondelinge vraag van de heer Verstraete over dit onderwerp, in de Commissie huisvesting van 10 september jongstleden. Ik wil hier echter aan toevoegen dat, hoewel de plaatsing van de fotovoltaïsche installaties nog niet van start is gegaan wegens het uitblijven van offertes met betrekking tot de overheidsopdracht die werd uitgeschreven voor de aanstelling van een aannemer, er niettemin moet worden opgemerkt dat bepaalde gebouwen die werden geselecteerd in het kader van dit project verschillende renovatiewerkzaamheden hebben ondergaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om de plaatsing van warmtekrachtkoppelingsystemen, de installatie van nieuwe verwarmingsketels, de isolatie van leidingen, de renovatie van gebouwschillen, enz. ..... Wat het tijdschema betreft, is de BGHM van plan om de werkzaamheden aan te vatten tijdens het eerste quadrimester van 2023. Het doel is elk quadrimester/semester het equivalent van 600 KWp aan fotovoltaïsche modules te plaatsen, afhankelijk van de beschikbaarheid van de materialen en de efficiëntie van de aannemers die aangesteld zullen worden. Zodra alle modules geplaatst zijn, zal er een jaarlijkse elektriciteitsproductie zijn van ongeveer 5 GWh. De fotovoltaïsche installaties die op de daken van de gebouwen zullen worden geplaatst, zullen worden aangesloten op de elektriciteitsmeters die verbonden zijn met de voorzieningen voor gemeenschappelijk gebruik (collectieve stookruimte, lift, parking, verlichting, ventilatie, enz. ....). Bijgevolg kan er worden gerekend op een vermindering van het verbruik van deze meters dankzij de energieproductie van de fotovoltaïsche systemen. Dit zal automatisch leiden tot een verlaging van de gemeenschappelijke lasten van alle huurders van deze gebouwen. Volgens de eerste evaluaties zouden sommige gezinnen de huurlasten kunnen zien dalen met 200 tot 300 euro per jaar. In het geval van individuele woningen worden de fotovoltaïsche installaties rechtstreeks aangesloten op de meters van de huurders. De huurders zullen rechtstreeks kunnen profiteren van de elektrische energie die door deze installaties wordt opgewekt. De besparing op de elektriciteitsrekening van de gezinnen zal zeker meer dan 300 euro per jaar bedragen. Bovendien zal de OVM de geldsommen die worden verkregen uit de doorverkoop van de overtollige elektrische energie die in het lokale elektriciteitsnet wordt geïnjecteerd, aanwenden voor het onderhoud van de fotovoltaïsche installaties. Dit onderhoud zal niet op kosten van de huurders gebeuren. Bovendien zijn er volgens de BGHM geen grote belemmeringen en/of specifieke rechtsinstrumenten die moeten worden vermeden/aangegrepen om haar doelstellingen te bereiken. |