Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de evaluatie van de procedures voor de toekenning en verlenging van de werkvergunningen.

Indiener(s)
Véronique Lefrancq
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 1067)

 
Datum ontvangst: 02/09/2022 Datum publicatie: 09/11/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 09/11/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
04/11/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de algemene beleidsverklaring heeft de regering aangegeven een inclusief tewerkstellingsbeleid te willen voeren en de procedure voor het verlenen en verlengen van arbeidsvergunningen daartoe te evalueren. Deze maatregel had tot doel de sociaal-professionele integratie van vreemdelingen te verbeteren.

De kwestie van de integratie en het aantrekken van internationale werknemers staat regelmatig op de agenda. Wij hebben bijvoorbeeld meermaals de gelegenheid gehad om de vermaarde gecombineerde vergunning te bespreken, die nu onderwerp is van een interinstitutionele blokkering.

De afgifte van arbeidsvergunningen blijft echter essentieel, aangezien 13% van de Brusselse bevolking (cijfer op 1 januari 2021) afkomstig is uit derde landen en dus niet profiteert van de faciliteiten op het gebied van verkeer en werk voor Europese onderdanen.

Daarom wil ik de volgende vragen stellen:

  • Hebt u de in uw algemene beleidsverklaring aangekondigde evaluatie van de procedures voor de toekenning en verlenging van arbeidsvergunningen al uitgevoerd? Zo niet, wat is het geplande tijdschema voor de uitvoering van deze evaluatie? 2024 staat voor de deur, en het niet nakomen van deze maatregel zou de lijst oningeloste beloften van de regering, nog langer maken.

  • Als deze evaluatie reeds is uitgevoerd, kunt u ons dan vertellen wat de bevindingen zijn en welke maatregelen zijn genomen of gepland om deze procedures te verbeteren?

  • In april 2022 zei u over de gecombineerde vergunning dat u Brussel Economie en Werkgelegenheid had opgedragen een princiepsnota op te stellen met bepaalde voorstellen om het bestaande systeem te verbeteren en de regelgeving verder aan te passen aan de specifieke situatie van het Brussels Gewest. Kunt u de door Brussel Economie en Werkgelegenheid voorgestelde maatregelen beschrijven? Hebt u deze nota meegedeeld aan de federale institutionele partners en gefedereerde entiteiten? Zo ja, hebt u al feedback van hen ontvangen?

 
 
Antwoord    Ik dank u voor uw vraag.

Het Brussels Gewest is sinds 1 juli 2014, na de 6
de staatshervorming, verantwoordelijk voor de toekenning van arbeidsvergunningen aan buitenlandse onderdanen. In de eerste jaren hebben de gewesten en de federale overheid intensief gewerkt aan de herziening van de procedures en de omzetting van de Europese richtlijn 2011/98 "single permit". Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in het nieuwe wettelijk kader dat is gecreëerd door het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 met betrekking tot de coördinatie tussen het beleid inzake de toelatingen tot arbeid en het beleid inzake de verblijfsvergunningen en inzake de normen betreffende de tewerkstelling en het verblijf van buitenlandse arbeidskrachten. De nieuwe procedure is sinds 24 december 2018 van kracht en blijkt na bijna drieënhalf jaar zeer robuust en efficiënt te zijn: de aanvragen worden vlot verwerkt door de verschillende diensten in de gewesten en door de federale overheid.

Om bepaalde inhoudelijke problemen te verhelpen en de oude federale wetgeving aan te passen aan de specifieke situatie van het Gewest, werd het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers gewijzigd bij twee regeringsbesluiten, op 16 mei 2019 en 25 juni 2020. Dit waren een aantal zeer belangrijke wijzigingen. Aldus zijn voortaan arbeidsvergunningen tot 3 jaar mogelijk voor vele categorieën, is de werkingssfeer van de arbeidsvergunning van onbeperkte duur aanzienlijk uitgebreid en is de beperking van de arbeidsvergunningen voor hooggekwalificeerd personeel tot 2 periodes van 4 jaar afgeschaft. Ook de beperking dat een werkvergunning buiten de categorie aanvankelijk alleen kon worden afgegeven aan onderdanen van landen waarmee België een arbeidsovereenkomst had gesloten, werd geschrapt. Tot slot zijn de regels voor de afgifte van arbeidsvergunningen ter uitvoering van de Europese richtlijnen 2014/36, 2014/66 en 2016/801 vastgesteld. Dit betreft onder meer seizoenarbeiders, tijdelijke overgeplaatste personen (ICT), stagiairs, onderzoekers en vrijwilligers in het kader van het Europees vrijwilligerswerk.




Dankzij al deze bepalingen beschikken we over een efficiënt systeem dat het enerzijds voor werkgevers gemakkelijker maakt om een buitenlandse werknemer aan te werven wanneer er een tekort is op de Brusselse arbeidsmarkt, en dat anderzijds de nodige controlemechanismen bevat in de strijd tegen sociale dumping en fraude.
Ik heb Brussel Economie en Werk inderdaad opgedragen een principiële nota en een voorontwerp van ordonnantie op te stellen met een aantal voorstellen om het bestaande systeem verder te verbeteren, om de procedure ook op administratief niveau te vereenvoudigen, binnen het strikte kader van het samenwerkingsakkoord en het beginsel van federale loyaliteit.

Op basis van de principenota hebben wij ook opdracht gegeven voor een studie. De studie werd uitgevoerd door de "Équipe droits européens et migrations (EDEM) - Université Catholique de Louvain-la-Neuve", en handelde over de omvang van de gewestelijke bevoegdheden op het gebied van economische migratie, met name in verband met de federale verblijfswet.

De studie bevestigt dat het Gewest bevoegd is voor economische migratie en niet kan ingrijpen in de verblijfsvoorwaarden, die volledig onder de bevoegdheid van de federale overheid blijven vallen, zelfs wat betreft de knelpuntberoepen.

Zoals ik op 5 oktober in de Commissie heb aangegeven, betekent dit dat een eventuele regularisatie via werk momenteel geen wettelijke optie is. Enkel een nieuwe wetswijziging door het federale parlement kan in dit verband mogelijkheden scheppen. De federale overheid is in ieder geval bevoegd om illegaal verblijvende personen te regulariseren. Daartoe kan de wet van 15 december 1980 worden toegepast.

Ik zal binnenkort een voorontwerp van ordonnantie aan de regering voorleggen. Er zullen twee uitvoeringsbesluiten volgen. Het is de bedoeling dat de ordonnantie vóór het einde van de huidige legislatuur in het Parlement wordt besproken.