Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de plaats van de small business act in het Brussels economisch beleid.

Indiener(s)
Véronique Lefrancq
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 634)

 
Datum ontvangst: 13/07/2022 Datum publicatie: 16/11/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 16/11/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
04/11/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De "Small Business Act" of SBA is een actieplan ter ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen en de wil om te ondernemen in het Brussels Gewest. Het omvat 5 ontwikkelingsassen en 77 concrete maatregelen die vóór 2025 moeten worden uitgevoerd. Het bevordert met name de ondernemingsdiversiteit in Brussel en richt zich op alle KMO's. Het doel van de SBA is een positief effect te hebben op 3 belangrijke indicatoren: het aantal kleine en middelgrote ondernemingen, de tewerkstellingsgraad en de toegevoegde waarde.

In december 2018, twee jaar na de invoering van de Small Business Act, was 74% van de maatregelen al uitgevoerd. In de  gewestelijke beleidsverklaring vermeldt de regering dat zij ook de dynamiek van de Small Business Act (SBA) wil voortzetten om de komst en het behoud van nieuwe bedrijven op het Brussels grondgebied te ondersteunen. Daartoe blijven de rationalisering van de komst en ondersteuning van toekomstige ondernemers en handelaren en de vermindering van de administratieve procedures een prioriteit. Bijzondere aandacht gaat uit naar maatregelen die de ontwikkeling van kleine bedrijven mogelijk maken.

In een antwoord op schriftelijke vraag nr. 332, gepubliceerd op 20 april 2021, had u aangegeven dat er sinds 2018 geen evaluatie van de voortgang van de SBA heeft plaatsgevonden, ondanks enige vooruitgang "in dezelfde geest".

Terwijl de gezondheidscrisis vele overheden heeft verstoord, heeft de opeenvolging van economische plannen het signaal enigszins vertroebeld en is het nu onduidelijk wat de prioriteiten zijn en hoe de verschillende strategieën op elkaar inwerken.

Op basis hiervan zou ik u de volgende vragen willen stellen:

  • Kunt u ons een voortgangsverslag geven over de verschillende projecten die in het kader van de Small Business Act zijn gestart?

  • Kunt u ons vertellen hoe de SBA zich tot de gewestelijke strategie voor economische transitie zal verhouden? De milieueisen kunnen namelijk een administratieve belasting voor de kmo’s betekenen en de oproepen tot het indienen van offertes  complexer maken. Bovendien worden op OESO-niveau besprekingen gevoerd om de normen voor milieurapportage vast te stellen. Bent u betrokken bij deze besprekingen? Zo ja, kunt u ons een update geven van de besprekingen?

 
 
Antwoord    Zoals u weet, wordt in de ‘Shifting Economy’-strategie de geleidelijke transformatie van onze ondernemingen in de breedste zin van het woord georganiseerd, van de aanname van een milieuvriendelijke aanpak tot fundamentele veranderingen van het ondernemingsmodel.

Alle Brusselse economische activiteiten, met inbegrip van de onderaannemers en de Brusselse leveranciers, worden bij de strategie betrokken om bij te dragen tot de lokale en globale sociale en ecologische uitdagingen en tot de schepping en het behoud van kwaliteitsvolle jobs voor de Brusselaars.

Om die transformatie mogelijk te maken, werden de economische steunmaatregelen (begeleiding, financiering, huisvesting, overheidsopdrachten, enz.) al gedeeltelijk geheroriënteerd en dat zal ook in de toekomst verder gebeuren, zodat de economische activiteit opnieuw territoriaal verankerd wordt en een sociaal oogmerk heeft. Daartoe heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevestigd dat zij een gunstig klimaat wil scheppen voor ondernemerschap, en in het bijzonder voor ondernemerschap met een positieve sociale en milieu-impact, in alle fasen van het bestaan van een onderneming en ongeacht het model ervan. Dat is het onderwerp van het eerste hoofdstuk met maatregelen van de ‘Shifting Economy’, genaamd ‘Ontwikkeling van een gunstig ecosysteem voor ondernemerschap’. Dat hoofdstuk sluit aan bij de Small Business Act (SBA). Het volgt dezelfde structuur en het is een aanvulling op de maatregelen van de SBA om de uitdagingen van vandaag aan te pakken.

In maatregel FAVOR 1 wordt ook voorzien dat de uitvoering van de maatregelen uit de SBA van 2016 zal worden geëvalueerd. In de nieuwe versie zal rekening gehouden worden met de evolutie van de Brusselse economie van de afgelopen vijf jaar en dus uiteraard ook met de gevolgen van de coronacrisis. Dat werk zal geleid worden door Brussel Economie en Werkgelegenheid en ik zal het graag aan u voorstellen zodra het is afgerond.

Tegelijkertijd is een aanzienlijk aantal maatregelen ingevoerd. Ik denk daarbij aan de projectoproep ‘Steun aan ondernemers en begeleiding bij de economische transitie’, die ik in 2021 gelanceerd heb. Via die projectoproep werden projecten ondersteund op de vlakken waar de Brusselse ondernemers daar het meest behoefte aan hebben, namelijk:
- de ondersteuning van ondernemers in moeilijkheden en verwerving van ondernemersvaardigheden om mogelijke moeilijkheden te beperken;
- de netwerken van ondernemers en steun aan mentors;
- de begeleiding bij de overdracht van ondernemingen (specifiek voor zko’s en kmo's);
- de begeleiding bij de economische transitie;
- de ondersteuning van de groei van ondernemingsprojecten met een voorbeeldfunctie;
- de begeleiding bij de zoektocht naar niet-bancaire financiering.

Die projectoproep vormde een aanvulling op de maatregelen die in het kader van de SBA zijn genomen. Wat pijler 1 (
een gunstig klimaat voor ondernemerschap creëren), betreft, noem ik in dit verband met name:
- de versterking van 1819;
- de uitbreiding van de YET-strategie;
- de versterking van de ‘lokale economieloketten’.



Wat pijler 2 (
de toegang tot financiering verbeteren) betreft:
- de herkapitalisering van ‘finance&invest.brussels’;
- de ontwikkeling van de Proxi-lening;
- de herkapitalisering van ‘Brusoc’ en ‘Brustart’;
- de afgave van automatische garanties aan het ‘Brussels Waarborgfonds’;
- de oprichting van een herstelfonds (boosting.brussels) van 80 miljoen euro, naast particuliere investeerders en de ‘Federale Participatiemaatschappij’.

Wat pijler 3 (
de diversiteit van ondernemers en onderneemsters ondersteunen) betreft, noem ik onder andere:
- het voortbestaan van COOPCITY en de gewestelijke ondersteuning van projecten voor sociaal ondernemerschap;
- de ondersteuning van vrouwelijke ondernemers via het platform Women in Business en de gelijknamige projectoproep die gelanceerd werd in 2022.

Wat pijler 4 (
een ondernemingsgerichte administratie ontwikkelen) betreft:
- de invoering van een kmo-test.

En wat pijler 5 (
ondernemingen ondersteunen bij ontwikkelingen en kansen) betreft:
- de aanname van een nieuw ‘Gewestelijk Innovatieplan’;
- de talrijke maatregelen om de circulaire economie te ondersteunen, zoals de uitbreiding van de projectoproep ‘BeCircular’ of de lancering van de projectoproep ‘Valorisatie van stedelijk afval’ bij Innoviris.

Wat de werkzaamheden op internationaal niveau in verband met milieureporting betreft, zijn er besprekingen gaande, met name binnen de OESO en op Europees niveau. Dat gebeurt bijvoorbeeld via het ‘taxonomie’-dossier, dat ondernemingen nu verplicht om het deel van hun kapitaal aan te geven dat geïnvesteerd werd in activiteiten die afgestemd zijn op deze nomenclatuur van duurzame economische activiteiten. Het feit dat die besprekingen en acties op supranationaal niveau plaatsvinden, geeft mij het vertrouwen dat wat we doen, in de lijn van de geschiedenis van Brussel ligt. Rekening houden met de sociale en milieuaspecten in het economisch beleid, zoals we doen sinds we onze donutanalyse hebben uitgevoerd in het kader van het project BrusselsDonut, sluit daar nauw bij aan. Ik ben er trots op dat steeds meer entiteiten Brussel als voorbeeld nemen wanneer ze nadenken over voorbeeldigheid op sociaal en milieuvlak, zoals geïnitieerd werd door de Donut en uitgevoerd is in de Shifting Economy.

Nous aurons l’opportunité de préciser plus avant les portes d’entrées de l’exemplarité lors de la présentation de la réforme des aides au développement économique, dans quelques mois.

We zullen de gelegenheid krijgen om de toegangspoorten tot de voorbeeldigheid nader te specificeren wanneer we over enkele maanden de hervorming van de steun voor economische ontwikkeling voorstellen.