Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie (OOI) en het Gewestelijk Innovatieplan (GIP).

Indiener(s)
Gilles Verstraeten
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 639)

 
Datum ontvangst: 26/10/2022 Datum publicatie: 20/12/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 16/12/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
04/11/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Volgens de Europese doelstelling is het wenselijk om 3% van het Brussels bruto binnenlands product (BBP) aan onderzoek, ontwikkeling en innovatie (OOI) te besteden. Vlaanderen zit al sinds 2019 boven die drempel. De ondersteuning van OOI wordt beschouwd als een voorloper van lokale groei en werkgelegenheid en als een belangrijke factor om tegemoet te komen aan grote maatschappelijke uitdagingen. De heropleving van de Brusselse economie na de coronacrisis verliep trager dan in de andere Gewesten, mogelijks mede omdat de investeringen in OOI in Brussel al jaren onvoldoende zijn. Vandaag staan we voor een zware recessie waardoor investeren in OOI meer dan ooit cruciaal en primordiaal is om de economie weerbaar te maken en nieuwe groeiopportuniteiten te benutten. Brussel moet meer investeren want grootschalige innovatie in de dienstensector is zeker mogelijk.

In de tabel, een overzicht van de Brusselse investeringen in OOI als percentage van het Bruto Binnenlands Product (BBP):

2017

2,33 %

2018

2,26 %

2019

2,35%

2020

?

2021

?

De investeringen zijn in belangrijke mate afkomstig van de privésector. Voor de investeringen door bedrijven verwees u tijdens ons laatste debat op 20 oktober 2021 naar de indicator BERD (Business enterprise expenditure on R&D):

2016

1,08 %

2018

1,41 %

2019

1,50 %

2020

?

2021

?

U vermeldde ook de ‘Summary Innovation Index’ (bestaande uit 21 indicatoren) waarmee de Europese Commissie de regio’s vergelijkt op vlak van innovatie. Hopelijk kunt u deze index toelichten en verduidelijken hoe Brussel evolueert op dit vlak.

Het Gewestelijk Innovatieplan (GIP) voor de periode 2021-2027 werd in juni 2021 goedgekeurd en moet ‘de impact maximaliseren van de 57 miljoen euro die het gewest jaarlijks uittrekt voor de ondersteuning van het OOI’. De vijf prioritaire domeinen van het GIP zijn: klimaat, optimaal gebruik van de hulpbronnen, mobiliteit, gezondheid en zorg en ten laatste sociale innovatie, publieke innovatie en sociale inclusie. Op p.17 van het GIP lees ik dat ‘de investeringen in OOI slechts beperkt omgezet worden in ondernemerschap en werkgelegenheid’. Ik mis in het plan een strategische visie om de productiviteitsgroei in de dienstensector te vergroten en meer jobs te creëren.

In het najaar van 2021 is een grote communicatiecampagne over het nieuwe GIP van start gegaan, o.a. via het festival ‘I Love Science’ dat van 14 tot 16 oktober voor de tweede keer doorgaat. In het kader van de gewestelijke beheerscontrole rapporteert Innoviris elk kwartaal over de vooruitgang van de concrete acties (projecten, instrumenten, projectoproepen en overige initiatieven) die in het kader van het GIP-actieplan ontwikkeld dienen te worden. De evaluatie van de vooruitgang van de GIP-acties (en de hieraan gelinkte KPI’s) wordt integraal opgenomen in het Jaarverslag van de Beheerscontrole 2022 van Innoviris. De regering zal halverwege -dus in 2024- een tussentijdse evaluatie van het GIP uitvoeren en eventuele aanpassingen voorstellen in samenspraak met Brupartners.

Daarom had ik graag volgende vragen gesteld:

  • Wat is het globale cijfer van de Brusselse investeringen in OOI als percentage van het BBP voor 2020 en 2021? Hoe scoort Brussel volgens de BERD in 2020 en 2021?

  • Hoe evolueert de score van Brussel op de Summary Innovation Index? Welke indicatoren geven voor Brussel de doorslag?

  • Met welke concrete acties wordt er ingezet op productiviteits- en werkgelegenheidsgroei in dienstensector?

  • Hoe evolueert het GIP? Zijn er reeds GIP-acties aangepast? Kunt u een tipje van de sluier oplichten over de evaluatie van de vooruitgang die integraal wordt opgenomen in het Jaarverslag van de Beheerscontrole 2022 van Innoviris?

 
 
Antwoord    Wat de gegevens over de investerings-graad in O&O voor het Brussels Gewest betreft:
Zoals u weet, staat de Programmatorische Federale Overheids-dienst Wetenschaps-beleid (Belspo) in voor het vergaren en verspreiden van de cijfers met betrekking tot OOI-investeringen, in nauwe samenwerking met de deel-staten.
Dit percentage wordt berekend in het kader van ‘de twee-jaarlijkse O&O-enquête’. Dit is een geharmoniseerde Europese enquête die in alle even jaren wordt uitgevoerd en die systematisch betrekking heeft op de twee jaren voorafgaand aan het jaar van de enquête.
Belspo zorgt in België voor de coördinatie van de enquête. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de deelstaten. De meest recente gevalideerde gegevens hebben betrekking op de enquête van 2020, en dus op de gegevens van 2018-2019.
De laatste O&O-enquête, die in 2022 is uitgevoerd, heeft betrekking op de jaren 2020 en 2021. De geconsolideerde gewestelijke gegevens zullen in juni 2023 aan Eurostat worden bezorgd. Zij zullen eind 2023 beschikbaar zijn op de site MERI.belspo.be.
De meest recente cijfers over het Brusselse bbp en de bedragen die in O&I worden geïnvesteerd, dateren dus uit 2019:
Zo werd in 2018 2,26% van het Brusselse bbp in O&I geïnvesteerd. In 2019 was dat 2,35%. De evolutie blijft dus gunstig,
De investeringen van ondernemingen in O&O worden traditioneel uitgedrukt door middel van BERD (Business enterprise expenditure for R&D) als een percentage van het bbp. Ook die indicator evolueert positief, aangezien die in 2019 1,50% bedroeg.
De cijfers voor 2022 zullen na de publicatie van de Belspo-enquête beschikbaar zijn.
Net zoals in de twee voorgaande edities is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een ‘innovation leader’ volgens de meest recente editie van het Regional Innovation Scoreboard 2021. In dit score-board worden Europese regio’s met elkaar vergeleken op basis van een innovatie-index bestaande uit 21 innovatie-indicatoren. De regio’s worden in vier prestatie-groepen ingedeeld, gaande van ‘modest innovators’ tot ‘innovation leaders’ (hoger dan 125% van het Europese gemiddelde).
Het Gewest staat voortaan op de veertiende plaats van de 241 Europese regio’s, terwijl het in 2019 nog op de vierentwintigste plaats stond, en op de achttiende plaats in 2020.
Het Brussels Gewest klimt bijgevolg verder naar de top-regio’s op het gebied van innovatie-dynamiek. De score op de Innovation Index steeg tussen 2014 en 2021 dan ook met 20%.
Uit de score van het Brussels Gewest blijkt dat de sterktes van het Gewest zich situeren op het vlak van:
· het aantal co-onderzoeks-publicaties tussen private actoren (met uitzondering van de medische en gezondheids-sector) en publieke actoren;
· het percentage innovatieve kmo’s dat samenwerkt met andere;
· het percentage tewerkgestelde ICT-specialisten ten opzichte van de algemene tewerkstelling;
· de uitgaven voor innovatie per werknemer in ondernemingen;
· de niet aan O&O gebonden uitgaven voor innovatie in ondernemingen (percentage van de totale omzet);
· de uitgaven voor O&O in de publieke sector;
· het aantal internationale wetenschappelijke co-publicaties per miljoen inwoners;
· het aantal wereldwijd meest geciteerde wetenschappelijke publicaties (10% van de meest geciteerde publicaties);
· het aantal personen met boven-gemiddelde digitale skills;
· het aandeel personen tussen 25 en 34 jaar dat een opleiding in het hoger onderwijs heeft gevolgd;
· de verkoop van nieuwe of significant verbeterde producten (new-to-market/new-to-enterprise) (omzet);
· het aantal tewerkgestelde personen in innovatieve ondernemingen;
· het aantal kmo’s met business proces-innovaties.
Deze resultaten bevestigen de sterke pijlers van het Brusselse innovatie-ecosysteem: een groot innovatiepotentieel en een levendige innovatiedynamiek in de ondernemerswereld; een sterke gewestelijke kennis-basis met een zeer sterk presterend wetenschappelijk weefsel; een sterke expertise op het gebied van ICT die Brussel tot een digitale hoofdstad maakt.

In vergelijking met de andere Belgische gewesten blinken we met name uit in het aantal personen met een opleiding in het hoger onderwijs; de verkoop van innovatieve producten; trademarkaanvragen; het aantal publiek-private copublicaties; het aantal product- en procesinnovatoren; het percentage tewerkgestelde ICT-specialisten; het aantal internationale wetenschappelijke copublicaties.

Voor wat de globale aanpak inzake het bestuur en de monitoring van het Gewestelijk Innovatieplan betreft, zou ik willen verwijzen naar het desbetreffende hoofdstuk. De methodologie voor de monitoring van het Gewestelijk Innovatie-plan wordt momenteel door Innoviris uitgewerkt, in nauwe samenwerking met de Raad voor Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De regering zal halverwege een tussentijdse evaluatie van het GIP uitvoeren en eventuele aanpassingen voorstellen. Brupartners, de gewestelijke Raad voor het Wetenschapsbeleid en het pilootcomité van doelstelling 1.3 van Go4Brussels zullen voor die evaluatie worden geraadpleegd.
Zoals aangegeven in het antwoord op schriftelijke vraag nr. 554 van mevrouw Debaets, besteedt Innoviris bij het opstellen van het jaarlijkse operationele plan van de administratie (het zogenaamde POP) bijzondere aandacht aan de concrete acties (projecten, instrumenten, projectoproepen en overige initiatieven), die in het kader van het actieplan van het GIP ontwikkeld moeten worden. Innoviris komt dat plan graag aan de Commissie toelichten.
In het kader van de gewestelijke beheerscontrole, rapporteert Innoviris elk kwartaal over de vooruitgang van deze acties. Bovendien werd aan elke actie een indicator toegekend, die op het einde van het kalenderjaar geëvalueerd zal worden. Met het oog op een optimale transparantie zal de evaluatie van de vooruitgang van de acties van het operationele plan (en de daaraan verbonden KPI’s) integraal worden opgenomen in het jaarverslag van de beheerscontrole van 2022 van Innoviris.