Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de sluiting van handelszaken in Sint-Joost en Schaarbeek na een dodelijke mesaanval

Indiener(s)
Els Rochette
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 643)

 
Datum ontvangst: 14/11/2022 Datum publicatie: 02/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 19/01/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/11/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Na de dodelijke mesaanval op Thomas Monjoie, politieagent bij politiezone Brussel-Noord, beslisten de burgemeesters van Schaarbeek en Sint-Joost op vrijdag 11 november een verplichte sluiting van alle handelszaken in de buurt rond de Aarschotstraat tussen 1 en 6u in de nacht. Een maatregel die volgens de burgemeesters de spanningen in de wijk moeten doen dalen en de rouwende politieteams in staat stellen de situatie onder controle te houden. De maatregel ging in tijdens de nacht van 14 november en zou duren tot 14 december.

Wij hebben begrip voor de moeilijke context van de politieteams, maar de tragische moordaanslag mag niet als excuus worden gebruikt om sekswerkers te bannen.

Naast gevolgen voor de horeca, nachtwinkels en wedkantoren heeft deze maatregel immers grote gevolgen voor de sekswerkers die actief zijn in deze buurt. Zij vormen een erg kwetsbare groep die soms moeilijk haar weg vindt naar sociale diensten. Tijdens de verplichte sluiting als gevolg van de coronacrisis moest Utsopi zelfs voedselpakketten voorzien voorzien voor sekswerkers.

Mijn vragen:

  • Welke flankerende maatregelen neemt u om het inkomensverlies van de handelaars en sekswerkers te compenseren? Is dit verlies al becijferd? Over hoeveel handels-, horeca- en sekswerkzaken gaat het?

 
 
Antwoord    Het wettelijk kader voor de steun die Brussel Economie en Werkgelegenheid kan verlenen is de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen.
De regering kan bij wijze van uitzondering steun verlenen aan ondernemingen waarvan de economische activiteit wordt getroffen door een natuurramp, een ernstige verstoring van de economie als bedoeld in artikel 107b van het VWEU of een buitengewone gebeurtenis, zoals het geval was naar aanleiding van de economische gevolgen van de maatregelen ter bestrijding van de COVID-19-pandemie of momenteel in het kader van de Europese energiecrisis.
Alleen bouwplaatsen van niveau 2 (d.w.z. een gecoördineerde bouwplaats die ten minste 29 opeenvolgende dagen duurt en het autoverkeer of het openbaar vervoer in ten minste één rijrichting onderbreekt) worden in de ordonnantie in aanmerking genomen voor een forfaitaire vergoeding.
De begunstigden moeten ondernemingen zijn als bedoeld in artikel 1 van de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen.