Schriftelijke vraag betreffende de opvolging van de resolutie tot uitbreiding van het gebruik van busstroken en bijzondere overrijdbare beddingen ten behoeve van dierenambulances die als prioritair voertuig rijden
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1404)
Datum ontvangst: 15/11/2022 | Datum publicatie: 17/01/2023 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 06/01/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
30/11/2022 | Ontvankelijk |
Vraag | Op 21 januari 2022 keurde het Brussels Parlement (quasi) unaniem een voorstel van resolutie goed waarin de Brusselse Regering verzocht wordt om o.a.:
Vandaar dat ik jullie graag volgende vragen stel:
|
Antwoord | Brussel Mobiliteit heeft contact opgenomen met de federale diensten die bevoegd zijn voor deze aangelegenheid. Uit dit contact is het volgende gebleken: - De voertuigen die kunnen worden uitgerust met een blauw licht/sirene staan op een uitgebreide lijst en voldoen aan de technische kenmerken die zijn vastgelegd in koninklijke besluiten (FOD Volksgezondheid of FOD Binnenlandse Zaken). De ambulances of voertuigen van de DBDMH voldoen aan de specifieke technische kenmerken die zijn vastgelegd in een koninklijk besluit van 12 november 2017. Deze voertuigen kunnen dus - door hun aard - toestemming krijgen om het blauwe licht te gebruiken. De federale minister van Mobiliteit kan - bij wijze van uitzondering - toestemming geven voor andere voertuigen, namelijk: voertuigen voor het vervoer van organen / bloed, maar met zeer specifieke gebruiksvoorwaarden en -omstandigheden. Er zijn al aanvragen geweest van artsen en dierenartsen, maar deze aanvragen werden altijd al geweigerd op federaal niveau. De enige oplossing zou zijn om dierenambulances op te nemen in een koninklijk besluit met een nauwkeurige technische beschrijving, opdat alle voertuigen kunnen worden toegelaten die strikt aan deze beschrijving voldoen. Het openstellen van voor het openbaar vervoer voorbehouden infrastructuur voor andere gebruikerscategorieën zal voor verkeersveiligheidsproblemen zorgen. De busstroken, die vaak normale rijstroken opsplitsen, zijn duidelijk ongevalgevoelig, namelijk: ruimere oversteekplaatsen, zichtbelemmerende effecten, te hoge snelheden bij bestuurders die geen training hebben gekregen over de specifieke risico’s i.v.m. het rijden op dergelijke infrastructuur. Dergelijke infrastructuur heeft een aanvaardbaar risiconiveau zolang de toegang ertoe beperkt is en de gebruikers opgeleid zijn in het gebruik ervan. De openstelling van de speciale zones voor steeds meer voertuigen van derden is nadelig voor de vlotte doorstroming van het openbaar vervoer, dat door voertuigen van derden wordt geblokkeerd, terwijl deze gereserveerde stroken er net voor zorgen dat er enkel nog files zijn bij de verkeerslichten. Wanneer een bus ter hoogte van een kruispunt geblokkeerd wordt door een of meer voertuigen, profiteert deze niet meer van de voorrang bij het verkeerslicht, of staat hij stil aan een verkeerslicht waar dat niet zou moeten. |