Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de uitrol van warmtenetten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1283)

 
Datum ontvangst: 23/11/2022 Datum publicatie: 02/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 19/01/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/12/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

In april berichtte Bruzz over de vooruitgang die de Regering maakte inzake het faciliteren van de uitrol van warmtenetten in Brussel. Het wettelijke kader dat gecreëerd werd, zou ervoor zorgen dat het ontstaan van vernieuwende projecten gegarandeerd werd en de rol en de verantwoordelijkheden van de verschillende partijen werd vastgelegd.

Warmtenetten functioneren als een soort gezamenlijke centrale verwarmingsinstallatie voor meerdere gebouwen of een wijk: een gecentraliseerd systeem voorziet de verschillende eenheden van verwarming, sanitair warm water of koeling. In Brussel bestonden warmtenetten reeds op universiteitssites en in duurzame wijken, zoals de Bervoetswijk in Vorst of de Tivoliwijk in Laken.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u een overzicht aanleveren van het aantal operationele warmtenetten in Brussel? Kan u dit overzicht van de Brusselse warmtenetten opsplitsen per:

    • gemeente;

    • datum van de inwerkingtreding van het warmtenet;

    • type van de warmtebron;

    • verduidelijking of het verwarming van residentiële dan wel niet-residentiële gebouwen betreft;

    • het totale aantal woningen enerzijds en bedrijven anderzijds die aangesloten zijn?

  • Kan u toelichten hoeveel aanvragen er tot op heden ingediend zijn ingediend voor het opzetten van een warmtenet in Brussel? Hoeveel zijn er goedgekeurd? Wat is hiervan de timing? Hoeveel aanvragen werden er tot op heden geweigerd en wat zijn de belangrijkste gronden voor weigering?

  • Welk overleg pleegt u met de actoren uit de sector en op welke manier werd de desbetreffende ordonnantie reeds geëvalueerd? Welke actoren namen deel aan deze evaluatie? Welke knelpunten werden er eventueel vastgesteld?

  • Kan u aangeven hoe ver u staat met de doelstellingen die deze Regering voorop heeft gesteld inzake de uitrol van warmtenetten in Brussel? Wanneer zijn er tussentijdse evaluaties gepland? Kan u duiden op welke manier eventuele achterstanden aangepakt worden?

  • Welke maatregelen of campagnes bestudeert u of voerde u in om de installatie van warmtenetten in Brussel te promoten of ondersteunen? Welk budget trekt u hiervoor uit?

 

 
 
Antwoord    1.
Op basis van de informatie die in het kader van de ordonnantie inzake thermische energie is verzameld, zijn er momenteel zes thermische energienetten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De productiecentrales van die zes netten bevinden zich allemaal in verschillende gemeenten, namelijk: 1000 Brussel, 1030 Schaarbeek, 1050 Elsene, 1080 Sint-Jans-Molenbeek, 1090 Jette en 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe.
Wat het type warmte betreft, gebruiken vier van de zes netten uitsluitend of bijna uitsluitend aardgas, één net gebruikt een mix van gas, pellets en elektriciteit en het laatste net gebruikt warmte uit afvalverbranding.
Vier van de zes netten leveren uitsluitend warmte aan bedrijven, terwijl één net uitsluitend warmte aan woningen levert. Het laatste net levert aan verschillende soorten actoren, zowel residentiële als tertiaire.
2.
Het warmtenet zelf (leidingen) is niet onderworpen aan een milieuvergunning en vereist dus geen vergunning van Leefmilieu Brussel.
Met betrekking tot stedenbouwkundige vergunningen wordt voor handelingen en werken aan wegen het volgende bepaald in artikel 6 van het besluit ‘geringe omvang’:
“Voor zover ze niet afwijken van een bestemmingsplan, van een stedenbouwkundige verordening, van een verkavelingsvergunning, of van het verordenende luik van een gewestelijk mobiliteitsplan, en ze geen aanvulling zijn van werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist is, worden de volgende handelingen en werken aan wegen vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunning:
(…)
4° de plaatsing, vernieuwing of verplaatsing van kabels, buizen, leidingen en goten van minder dan 1,25 meter binnendiameter, gelegen in de openbare ruimte;
(…)”

Ervan uitgaande dat de leidingwerken voldoen aan de in dat artikel genoemde voorwaarden, zijn deze werken vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunning.

Leefmilieu Brussel heeft geen informatie over aanvragen bij Urban.
3.
Voorafgaand aan de goedkeuring van de ordonnantie inzake thermische energie zijn diverse raadplegingen gehouden. De betrokken actoren waren Brupartners, de Gegevensbeschermingsautoriteit, de Raad van Gebruikers, de Raad voor het Leefmilieu, Brugel, het Nationaal Eigenaars- en Mede-eigenaarssyndicaat en enkele operatoren.
In de ordonnantie wordt ook voorzien in een evaluatie van de hernieuwbare thermische energiegemeenschappen in december 2023.
4.
In het kader van het nieuwe Lucht-, Klimaat- en Energieplan, dat op 15 december 2022 in tweede lezing is goedgekeurd en momenteel aan een openbaar onderzoek wordt onderworpen, wil de regering de ontwikkeling van warmtenetten vergemakkelijken.

Om de ontwikkeling van die netten te vergemakkelijken, verbindt de regering zich er in het voor openbaar onderzoek voorgelegde plan toe om:
o een bestaande studie verder uit te werken en te actualiseren om een zonale visie op warmtelevering en warmtenetten op basis van hernieuwbare energie tot stand te brengen;
o de meest relevante aanbevelingen van die studie uit te voeren;
o steunmechanisme(n) (begeleiding en financiering) voor hernieuwbare warmte te structureren waar nodig, met inbegrip van de toevoeging van een premie voor warmtenetten op basis van hernieuwbare energiebronnen.
Het plan kan worden gewijzigd naar aanleiding van de in het kader van het openbaar onderzoek en het overleg met de adviesraden ontvangen adviezen.
5.
Ten eerste is de Facilitator Duurzame Gebouwen beschikbaar om professionals te begeleiden die zich willen verdiepen in de implementatie van een warmtenet. Ten tweede is een specifieke premie gecreëerd in het Renolution-premiestelsel 2023. Het gaat om een premie voor de aansluiting van een gebouw op een bestaand warmtenet. Die aansluiting omvat arbeidskrachten, de aanschaf van de warmtewisselaar en de leidingen en het benodigde kraanwerk. Het bedrag van die premie ligt tussen 1.000 en 1.500 euro per aansluiting, afhankelijk van de inkomenscategorie van de aanvrager van de premie. Het totaalbudget van de Renolution-premies (53 miljoen euro) is niet uitgesplitst naar soort premie. Er is dus geen specifiek budget uitgetrokken voor die premie.