Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de vergroening langs het spoor in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1307)

 
Datum ontvangst: 09/12/2022 Datum publicatie: 14/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 06/02/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
20/12/2022 Ontvankelijk
06/02/2023 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

De braakliggende site Josaphat met haar indrukwekkende biodiversiteit toont ons elke dag het vaak onvermoede potentieel van spoorwegen en hun verbinding met andere biotopen en natuurgebieden. Deskundigen gaan er bijvoorbeeld van uit dat de zeldzaamste soorten, zoals een uniek exemplaar van een bij in België, ter plaatse zijn gekomen dankzij de groene corridors die het spoor biedt.

Ik wil de volgende vragen stellen:

  1. Zijn er, wetende dat de spoorwegen snelwegen zijn voor de biodiversiteit, initiatieven om het groen langs de sporen te verbeteren - uiteraard zonder het verkeer in het gedrang te brengen - om de waarde van de taluds en bermen te verhogen en tegelijkertijd bij te dragen tot de integratie van deze sporen in het milieu?

  2. Kunt u aangeven hoeveel hectare in gebruik is voor het spoor in het Brussels Gewest, voor Infrabel en voor Brussel Mobiliteit?

  3. Hoe wordt de vergroening van de omgeving van het spoor aangepakt via:

- de biologische beoordelingskaart

- de kaart van het ecologisch netwerk van Brussel

- de Natura 2000-habitatkaart

- de vegetatiekaart

- de kaart met de waarden van de biodiversiteitspotentieel-oppervlaktefactor  (BAF+) ?

- de kaart van gebieden met een tekort aan groene ruimte

- de kaart van beschermde natuurgebieden

  1. Zijn er projecten aan de gang - of onlangs afgerond - om de biodiversiteit langs het spoor, maar ook rond onze vele stations te verbeteren? Zo niet, waarom wordt dit niet beschouwd als een bevoorrechte plaats voor biodiversiteit?

  2. Welke initiatieven heeft het Gewest, afgezien van de Infrabelsporen, genomen om een deel van de spoorlijnen die door de trams worden gebruikt meer te vergroenen? Zijn er gebieden aangewezen vanwege hun potentieel voor biodiversiteit?

  3. Over welke financiële, personele en logistieke middelen beschikt het gewest om de biodiversiteit te verbeteren? Kunt u onder deze middelen de middelen aangeven die sinds het begin van de zittingsperiode voor de omgeving van de sporen zijn gebruikt?

 

 
 
Antwoord    1)
Ter informatie, de meeste spoorwegbermen en bermen van eigen beddingen voor de tram worden beheerd door instanties zoals Infrabel, Brussel Mobiliteit, de MIVB en de gemeentebesturen. Leefmilieu Brussel heeft geen volledig beeld van de projecten ten gunste van de biodiversiteit die door die actoren uitgevoerd worden.

We vermelden enkele initiatieven waar Leefmilieu Brussel bij betrokken is:
- In 2014 had Leefmilieu Brussel, in overleg met Infrabel, de leiding over een studie om de spoorwegbermen in kaart te brengen, gebieden met hoog potentieel voor de versterking van het ecologisch netwerk te identificeren en advies te verstrekken voor het beheer en de aanleg van sites ter bevordering van de biodiversiteit.
- Die studie diende als basis voor een partnerschapsovereenkomst tussen Leefmilieu Brussel en Infrabel, die in 2018 ondertekend werd. Die overeenkomst voorziet in een platform voor uitwisseling, adviesaanvragen betreffende aangepaste aanleg en aangepast beheer voorafgaand aan de dossiers van stedenbouwkundige vergunning, de mogelijkheid om bos aan te planten op bepaalde sites alsook de mogelijkheid voor Leefmilieu Brussel om bepaalde sites die van bijzonder ecologisch belang zijn, in beheer te nemen.

- Op basis van die raamovereenkomst werden vervolgens meerdere specifieke overeenkomsten gesloten betreffende het beheer van bepaalde bermen door Leefmilieu Brussel in Haren, in Anderlecht en langs lijn 161 in het Zoniënwoud.
- Een voorstel van nieuwe overeenkomst voor natuurontwikkeling en ecologisch beheer van het spoorwegdomein werd door Leefmilieu Brussel opgemaakt en in november 2022 voorgesteld aan Infrabel. Er moet in 2023 een werkgroep worden opgericht om de laatste hand te leggen aan die nieuwe overeenkomst. Dat voorstel van overeenkomst zal ook worden voorgelegd aan de NMBS en de MIVB.
2)
Overeenkomstig het GBP vertegenwoordigen de ruimten bestemd voor spoorweggebied in totaal 531 hectare binnen het netwerk van Infrabel.
Buiten dat laatste netwerk omvat het spoorwegnet een aantal delen met inrichtingen voor de tram in Brussel. Die delen beslaan een totale oppervlakte van 308 hectare waarvan Brussel Mobiliteit er 212 ha beheert. De rest wordt voornamelijk beheerd door de gemeentebesturen.
3)
De
vegetatiekaarten en Natura 2000-habitats werden gebruikt als basisgegevens voor de opmaak van de biologische waarderingskaart (BWK). De BWK is een analytisch instrument dat het resultaat is van een reeks gegevens op gewestelijk niveau. De spoorwegbermen komen erop voor en kunnen onder de aandacht worden gebracht door de score van de BWK.
De spoorweggebieden zijn de bestemming met de grootste oppervlakte aan onbeschermde gebieden A en B voor het Brussels Gewest (zie bijlage).

De kaart van de
beschermde natuurlijke landschappen (alsook de kaart van de Natura 2000-gebieden) garandeert een actieve bescherming van de natuurlijke ruimten en dus van de bermen die in die gebieden gelegen zijn. Die op actieve wijze beschermde oppervlakte aan bermen wordt geraamd op 37 ha.

Het feit dat die ruimten onder de aandacht gebracht worden evenals hun bescherming hebben ervoor gezorgd dat een strategie van herverbinding uitwerkt is die we terugvinden in het
Brussels ecologisch netwerk. Sommige van die bermen vervullen een belangrijke rol als ecologische corridor voor de migratie van fauna en flora en hebben dus de status van verbindingsgebied. Andere worden beschouwd als echte reservoirs van biodiversiteit en hebben dus de status van ontwikkelingsgebied of zelfs van centraal gebied. Dat betekent dat in de doelstellingen inzake beheer en de strategieën voor renaturatie van die ruimten rekening gehouden moet worden met de integratie ervan in het Brussels ecologisch netwerk.

De kaart van de
gebieden met een tekort aan groene ruimten is a priori geen relevant gegeven dat moet worden opgenomen in een strategie van renaturatie en bescherming van de spoorwegbermen en -omgeving.

Wat betreft de
kaart van de BAF+-waarden heeft de huidige herziening van die indicator in de marge van de goedkeuring van de GSV-Good Living ertoe geleid dat de cartografische benadering werd opgegeven ten voordele van de biologische waarderingskaart die het voornaamste instrument is om de biologische kwaliteit van de landschappen te beoordelen.

Een samenvatting van de methodologie van elke kaart is te vinden op de website van Leefmilieu Brussel:
https://leefmilieu.brussels/pro/tools-en-data/kaarten/alle-kaarten-voor-natuuranalyse-brussel
4)
Zoals hierboven al gezegd, is een nieuwe overeenkomst 2023 tussen Leefmilieu Brussel en Infrabel voor natuurontwikkeling en [het] ecologisch beheer van het spoorwegdomein momenteel het voorwerp van studie.

Het project van SVC2 (Brabant - Noord - Sint-Lazarus) voorziet in een luik voor de heraanleg van spoorwegbermen waarvan het beheer werd overgedragen aan Leefmilieu Brussel. De bedoeling is om er de biodiversiteit te ontwikkelen en het groene scherm voor de buurtbewoners te behouden. De werken zouden naar verwachting in de zomer van 2023 van start gaan.
5)
Voor de al vergroende delen staat de MIVB in voor een 100% mechanisch beheer (zonder gebruik van onkruidverdelgers) van de vegetatie van het bovengronds (tram)netwerk. Op verzoek van Leefmilieu Brussel werd er in 2018 een studie verricht om een inventaris van de vegetatie van het tramnetwerk op te stellen en aanbevelingen inzake beheer te formuleren om het alternatief onderhoud te vergemakkelijken en de biodiversiteit te bevorderen.

Voor meer informatie over de acties of de projecten van de MIVB over dit onderwerp nodigen we u uit om vragen te stellen aan de minister van Mobiliteit.
6)
Er bestaan voor de bevordering van de biodiversiteit meerdere budgetten die verdeeld zijn over diverse acties van Leefmilieu Brussel, of het nu gaat om het beheer van natuurlijke sites en groene ruimten, strategische acties, acties voor communicatie, bewustmaking en opleiding, ondersteuning van de gemeenten of de verenigingssector enzovoort. Die budgetten worden jaarlijks aan het parlement voorgelegd.