Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de stand van zaken omtrent de controles op de naleving van het verbod op plastic wegwerpzakken

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1309)

 
Datum ontvangst: 09/12/2022 Datum publicatie: 02/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 19/01/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
20/12/2022 Ontvankelijk
18/01/2023 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

Enige tijd terug mocht ik u reeds ondervragen omtrent de controles op de naleving van het verbod op plastic wegwerpzakken (cf. schriftelijke vraag nr. 886).

In uw antwoord bevestigde u toen onder meer dat Leefmilieu Brussel op dat moment met slechts 8 van de 19 Brusselse gemeenten een samenwerkingsakkoord had gesloten voor wat betreft de controles op de naleving van dit verbod. In totaal werden er op het moment van uw antwoord reeds 666 handelszaken gecontroleerd, waarbij er uiteindelijk 90 pv’s werden opgesteld wegens inbreuken. Zeven van die handelszaken kregen al een tweede pv omdat ze hardnekkig niet-conforme zakken bleven aanbieden aan hun klanten.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u een stand van zaken geven wat betreft de controles die worden uitgevoerd op de naleving van het verbod op plastic wegwerpzakken? Hoeveel controles werden er in 2021 en in 2022 tot dusver georganiseerd? Hoe zijn deze controles verdeeld over de verschillende gemeenten en de verschillende soorten handelszaken? Welk aandeel van het aantal gecontroleerde handelszaken verkeerde daarbij in overtreding? Zijn er hierbij bepaalde etablissementen of handelaars die reeds verschillende keren een proces-verbaal hebben ontvangen omdat men plastic wegwerpzakken bleef aanbieden? Zo ja, welke verdere stappen werden hieromtrent ondernomen? Hoeveel boetes werden hierbij opgelegd en welke geldelijke waarde vertegenwoordigt dit?

  • Kan u een stand van zaken geven wat betreft de samenwerking tussen Leefmilieu Brussel en de gemeenten met betrekking tot de controles op naleving van dit verbod? Kan u duiden welke gemeenten zich (nog) niet hebben aangesloten bij deze samenwerking? Omwille van welke redenen hebben zij zich niet aangesloten? Welke stappen onderneemt u om hen alsnog te laten aansluiten bij deze samenwerking?


 

 

 
 
Antwoord    1. Kan u een stand van zaken geven wat betreft de controles die worden uitgevoerd op de naleving van het verbod op plastic wegwerpzakken? Hoeveel controles werden er in 2021 en in 2022 tot dusver georganiseerd? Hoe zijn deze controles verdeeld over de verschillende gemeenten en de verschillende soorten handelszaken? Welk aandeel van het aantal gecontroleerde handelszaken verkeerde daarbij in overtreding? Zijn er hierbij bepaalde etablissementen of handelaars die reeds verschillende keren een proces-verbaal hebben ontvangen omdat men plastic wegwerpzakken bleef aanbieden? Zo ja, welke verdere stappen werden hieromtrent ondernomen? Hoeveel boetes werden hierbij opgelegd en welke geldelijke waarde vertegenwoordigt dit?

Wat betreft het verbod op het gebruik van plastic wegwerpzakken hebben de inspecteurs van Leefmilieu Brussel 169 inrichtingen gecontroleerd in 2021 en 182 in 2022. De uitsplitsing per gemeente vindt u in de bijlage. Ter herinnering: deze controles worden uitgevoerd tijdens de controles op de sorteer- en afvalbeheerplicht van deze inrichtingen. 64% van de gecontroleerde inrichtingen zijn detailhandelszaken, 21% horecazaken, 9% apotheken en 4% dienstverlenende bedrijven.
26% van de gecontroleerde inrichtingen hield zich niet aan het verbod op het verstrekken van plastic wegwerpzakken.
Tegen respectievelijk zestien en drie van de bovengenoemde gecontroleerde inrichtingen is voor de tweede of derde keer een proces-verbaal opgemaakt.
Het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid, dat door de inspecteurs van Leefmilieu Brussel wordt toegepast, bevat geen enkele bepaling betreffende bijkomende maatregelen wanneer herhaalde overtredingen worden vastgesteld.
Alleen bij recidive (vaststelling van een overtreding binnen drie jaar na een beslissing tot oplegging van een alternatieve administratieve geldboete) wordt het maximumbedrag van die boete verdubbeld.
Tijdens deze periode van twee jaar werden achttien alternatieve administratieve geldboetes voor een totaalbedrag van 14.838 euro opgelegd aan inrichtingen die plastic wegwerpzakken aanboden. Zes van die beslissingen hadden echter ook betrekking op andere overtredingen van de betrokken inrichting, met name op het gebied van afvalsortering en -beheer.

2. Kan u een stand van zaken geven wat betreft de samenwerking tussen Leefmilieu Brussel en de gemeenten met betrekking tot de controles op naleving van dit verbod? Kan u duiden welke gemeenten zich (nog) niet hebben aangesloten bij deze samenwerking? Omwille van welke redenen hebben zij zich niet aangesloten? Welke stappen onderneemt u om hen alsnog te laten aansluiten bij deze samenwerking?

Ter herinnering, en overeenkomstig de memorie van toelichting bij de ontwerpordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu alsook andere wetgevingen inzake milieu, en tot instelling van een Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid, zijn deze overeenkomsten tussen Leefmilieu Brussel en de gemeenten ‘vrijwillig’ en hebben ze betrekking op de algemene coördinatie van de milieu-inspecties en niet alleen op de controle van het verbod op het verstrekken van plastic wegwerpzakken.
De lijst van gemeenten die deze samenwerkingsovereenkomsten niet hebben ondertekend, is bijgevoegd.
Tijdens een enquête die in de zomer van 2022 onder de niet-ondertekenende gemeenten werd gehouden, bleek uit vijf van de zes ontvangen reacties dat er interesse was om tot de samenwerkingsovereenkomsten toe te treden, maar in de antwoorden werd niet gerechtvaardigd waarom de respondenten die overeenkomsten nog niet hadden ondertekend of waarom ze dat niet wilden doen.
Bijgevolg is het moeilijk om relevante initiatieven te nemen om op hun terughoudendheid of weigering te reageren. Leefmilieu Brussel legt hun regelmatig de voordelen ervan uit.