Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de bescherming van het Luxemburgplein als erfgoed.

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 780)

 
Datum ontvangst: 25/11/2022 Datum publicatie: 19/01/2024
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 22/12/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/12/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Sommige inwoners en verenigingen, liefhebbers van erfgoed, pleiten voor de klassering van het Luxemburgplein. Ik vind dit verzoek erg interessant.

Dit neoklassieke plein getuigt immers rechtstreeks van de spoorweggeschiedenis van België na zijn onafhankelijkheid. Gelegen aan de poort van de Europese wijk, op Elsene, is het een van de best "bewaarde en oudste pleinen van Europa" volgens deze deskundigen.

Dit project om het Luxemburgplein te klasseren past uiteraard in het streven om het hele "neoklassieke stadssysteem" beter te beschermen en te verbeteren.

Het past ook in een logica van behoud van het geheel, want de gevels van het Luxemburgplein zijn reeds geklasseerd via twee decreten van 21 november 1991 en 11 november 1992. Volgens deze bewoners wordt met deze aanpak niet alleen beoogd dit spoor van het verleden te behouden, maar ook het stadsmilieu te verbeteren.

Ik wil de volgende vragen stellen:

  1. Is de klassering van het Luxemburgplein ooit overwogen? Zo ja, wat zijn de resultaten van de analyses? Zo niet, wat zijn de redenen daarvoor? Wat is het standpunt van de gemeente Elsene?

  1. Wat zouden de mogelijke obstakels zijn voor de klassering van het hele Luxemburgplein? Op stedenbouwkundig niveau? Op commercieel niveau?

  1. Aangezien dit verzoek deel uitmaakt van een doelstelling om het stadsmilieu te verbeteren, welke aanvullende maatregelen zouden kunnen worden overwogen?

 

 
 
Antwoord    Het Luxemburgplein, vooral gekenmerkt door zijn gevels, maakt inderdaad deel uit van ons erfgoed.

Zoals u weet, worden de gebouwen rond het Luxemburgplein daarom beschermd. Meer bepaald worden de straatgevels en daken bij besluit van 11 september 1992 beschermd (kleine rechtzetting op de vraag van David WEYTSMAN, die 11 november 1992 vermeldde).


Het gaat om een bescherming als monument zonder het plein zelf te beschermen, zoals dat ook geldt voor andere Brusselse neoclassicistische pleinen waarvoor de gevels en daken worden beschermd:
- het Martelaarsplein met het Monument ter nagedachtenis van de martelaren (besluit van 10/06/1963),
- het Barricadenplein (08/08/1988),
- het Koningsplein (22/12/1952),
- de Nieuwe Graanmarkt (geheel van enkele neoclassicistische gebouwen) (3/06/1999).

Bij deze beschermingen wordt de nadruk gelegd op de gevelarchitectuur en niet op het plein zelf.

Het Luxemburgplein maakt deel uit van ons erfgoed en is bovendien een essentiële openbare ruimte voor Brussel. Het heeft internationale en in het bijzonder Europese uitstraling.

Ik geloof niet dat een bijkomende bescherming in dit geval een oplossing is om de stadsomgeving te verbeteren. De gebouwen zijn al beschermd en de Directie Cultureel Erfgoed en de KCML zullen sowieso bij elk nieuw inrichtingsproject worden betrokken. Het plein heeft vooral nood aan onderhoud en een kwaliteitsvolle inrichting die rekening houdt met de erfgoedwaarde en het hedendaagse gebruik.

Om dat te bereiken hebben we in overleg met mijn collega’s en de gemeente Elsene een eerste werkgroep gelanceerd om deze openbare ruimte te herbekijken.