Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het aantal onbewoonbaar verklaarde panden en het beleid daaromtrent

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1080)

 
Datum ontvangst: 15/12/2022 Datum publicatie: 16/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 16/02/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/12/2022 Ontvankelijk
16/02/2023 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

Enige tijd terug mocht ik u reeds ondervragen omtrent het aantal onbewoonbaar verklaarde panden en het gewestelijke beleid daaromtrent (cf. schriftelijke vraag nr. 764). Aangezien het hier om een belangrijke problematiek gaat, lijkt het mij echter opportuun om hieromtrent een stand van zaken op te vragen.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u duiden hoeveel procedures tot ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring er in 2022 tot dusver opgestart werden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Hoe zijn deze woningen verdeeld over de verschillende gemeenten? Welk aandeel hiervan werd effectief onbewoonbaar verklaard? Omwille van welke redenen? Hoe verhouden deze cijfers zich tot de voorgaande jaren? Hoe evalueert u deze cijfers?

  • Op welke manier vinden de controles op onbewoonbaarheid plaats? Hoeveel controles vonden er in 2022 tot dusver plaats? Welk aandeel van deze controles werd proactief uitgevoerd en welk aandeel na eerder ontvangen klachten? Welk gevolg werd er gegeven aan deze controles inzake mogelijke sancties of opgelegde aanpassingen zodat de woning opnieuw bewoonbaar verklaard zou kunnen worden? Hoeveel boetes werden hieromtrent opgelegd en welk bedrag vertegenwoordigt dit? Hoe zijn deze klachten en controles verdeeld over de verschillende gemeenten? Hoe verhouden deze cijfers zich tot de voorgaande jaren? Hoe evalueert u deze cijfers?

  • Op welke manier wordt de globale problematiek van onbewoonbaar verklaarde woningen opgevolgd vanuit uw bevoegdheden sinds uw recentste antwoord ter zake? Welk overleg wordt hieromtrent gepleegd met alle betrokken actoren? Hoe evalueert u de omvang van deze problematiek? Welke acties en middelen voorziet u ter bestrijding van deze problematiek?

 

 
 
Antwoord    Er zijn 621 klachtendossiers geopend in 2022. Dit is een nieuw record sinds de oprichting van de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie (DGHI). Het vorige record dateert van 2010 en was te wijten aan de zeer strenge winter dat jaar, met 612 klachten. De DGHI heeft ook 122 dossiers op eigen initiatief geopend, wat ook een zeer hoog aantal is in vergelijking met de afgelopen 5 jaar.
In bijlage vindt u een uitsplitsing van het aantal klachten per gemeente.
In het jaar 2022 werd voor 172 woningen een verhuurverbod opgelegd na ingebrekestelling, wat eveneens een record is. Het vorige record dateert van 2011. Toen werden er 158 beslissingen tot verhuurverbod na ingebrekestelling opgelegd. 150 woningen kregen in 2022 een onmiddellijk verhuurverbod opgelegd. Dit jaar is dus ook een recordjaar op het gebied van opgelegde beslissingen tot verhuurverbod, met 322 beslissingen tot verhuurverbod van om het even welke soort. De DGHI had 309 beslissingen tot verhuurverbod opgelegd in 2019.
Als we kijken naar de redenen voor deze verbodsbeslissingen, blijft het vaakst vastgestelde gebrek door de DGHI de gevaarlijkheid van de elektrische installatie (15% van de vastgestelde gebreken), gevolgd door het gebrek aan natuurlijke verlichting, natuurlijke ventilatie en de staat van de ramen (13%) en, bijna ex aequo met 12%, de gevaarlijkheid van de gasinstallaties, de vochtigheid en de stabiliteit in ruime zin.
Er moet ook worden opgemerkt dat 2022 gekenmerkt wordt door een volledige terugkeer naar de normale situatie na de pandemie. Dankzij de laatste aanwervingen beschikt de DGHI namelijk over een goede capaciteit om verzoeken te behandelen (klachten, aanvraag voor het bekomen van een conformiteitscontroleattest, enz.) en meer op eigen initiatief te handelen.
Ik kan u het volgende zeggen over de manier waarop een onderzoek wordt uitgevoerd: het onderzoek begint met een aangetekende brief aan de verhuurder, de huurder en desgevallend de klager, waarin de datum en het tijdstip van het bezoek worden vermeld. Daar waar de aanwezigheid van de huurder of zijn gevolmachtigde noodzakelijk is, is de aanwezigheid van de verhuurder dat niet, behalve in het kader van conformiteitscontroleattesten of als er geen huurder meer is bij inspectiebezoeken na een ingebrekestelling.
De inspectiebezoeken worden altijd door twee inspecteurs uitgevoerd. Alle normen worden gecontroleerd, ongeacht de reden voor het openen van het dossier, en er worden ter herinnering foto's en aantekeningen gemaakt. Bovendien wordt er ook een samenvattend plan van alle kamers opgesteld.
In 2022 werden 1343 inspecties uitgevoerd. Dat is ook een record.
Er zijn vijf keer zoveel klachten als initiatiefdossiers, maar het aantal initiatiefdossiers stijgt sneller dan het aantal klachten (stijging met 25% bij de initiatiefdossiers en minder dan 5% bij de klachten).
Naast de reeds vermelde beslissingen tot verhuurverbod werden in 2022 370 ingebrekestellingen verstuurd, 188 woningen na ingebrekestelling conform verklaard, 162 conformiteitscontroleattesten verleend en 124 conformiteitscontroleattesten geweigerd.
In 2022 werden bovendien meer dan 160 boetes opgelegd, goed voor meer dan een miljoen euro aan boetes.
Alle cijfers stijgen, waaruit blijkt dat er zowel sprake is van een terugkeer naar de normale situatie als van een toename van de personele middelen waarover de DGHI beschikt.

Tot slot begon de stijging van de personele middelen van de DGHI, waarin het Noodplan voor Huisvesting voorziet, in 2022 haar vruchten af te werpen. Dankzij de aanwerving van vier nieuwe inspecteurs, die in de loop van het jaar in dienst zijn getreden, kon het aantal behandelde dossiers al worden verhoogd ten opzichte van 2021.


De contacten met de verschillende betrokken actoren, in het bijzonder de gemeentelijke diensten en de politiediensten, zijn intensiever geworden en hebben ervoor gezorgd dat het aantal bezoeken op eigen initiatief kon worden opgekrikt.


De opleiding van de personeelsleden, de aanwervingsprocedures en de uitvoering van actie 25 van het Noodplan voor Huisvesting zullen in 2023 worden voortgezet, alsook de contacten met de betrokken actoren.