Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de stand van zaken omtrent de vorderingen die geboekt worden binnen het Comité voor Internationale Coördinatie (CIC) en het gewestelijk ontwikkelingssamenwerkingsbeleid

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 783)

 
Datum ontvangst: 15/12/2022 Datum publicatie: 02/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 23/01/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/12/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Enige tijd terug mocht ik u reeds ondervragen omtrent de oprichting en werking van het Comité voor Internationale Coördinatie (CIC), alsook omtrent enkele andere aspecten binnen het gewestelijk beleid inzake ontwikkelingssamenwerking (cf. schriftelijke vragen nr. 102, nr. 158, nr. 258 en nr. 376).

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u een overzicht geven van de werkzaamheden die het CIC geleverd heeft het afgelopen jaar? Hoe vaak is dit comité samengekomen in 2021 en in 2022 tot dusver? Hoeveel van deze vergaderingen werden eveneens bijgewoond door actoren uit andere bevoegdheidsniveaus? Kan u de deelnemers aan deze verschillende vergaderingen nader toelichten? Kan u bevestigen dat het CIC nog steeds opereert als volledig budgetneutraal initiatief en dat er hieromtrent dan ook geen middelen voorzien worden voor 2023?

  • Welke aanbevelingen, opmerkingen of bezorgdheden zijn er voortgekomen uit het CIC sinds uw recentste antwoord ter zake? Op welke manier werd dit vervolgens geïntegreerd in het beleid ter zake?

  • Op welke manier heeft u de werking van het CIC reeds geëvalueerd? Welke parameters werden hierbij in rekening genomen? Welke vaststellingen of conclusies vloeiden reeds voort uit deze evaluatie?

  • Kan u een overzicht geven van de werkzaamheden die het Brussels Gewestcomité voor Ontwikkelingssamenwerking (BGO) geleverd heeft het afgelopen jaar? Op welke manier dragen deze comités bij tot de voorbereiding en de follow-up van de gewestelijke missies? In hoeverre heeft dit comité bijgedragen tot de berekening van het Bruto Regionaal Inkomen en de berekening van de 0,7%-norm?


 

 
 
Antwoord    Zoals aangegeven in mijn beleidsnota en in mijn vorige antwoorden is de doelstelling van het Comité voor Internationale Coördinatie (CIC) om het internationale beleid van Brussel te rationaliseren en een helder, samenhangend en eenvormig buitenlandbeleid te creëren.
Sinds ik als staatssecretaris voor Internationale Betrekkingen voorzitter ben van het CIC, vergadert dat comité ongeveer elke 1,5 maand, wat neerkomt op 22 keer sinds het begin van de legislatuur.


Deze comités bestaan uit leden van mijn kabinet, het kabinet van de minister-president, het kabinet van de minister voor het Imago van Brussel, leidinggevenden van Brussels International, hub.brussels, visit.brussels en het Commissariaat voor Europa en de Internationale Organisaties (CEIO). Op mijn initiatief werd er bovendien een kaderakkoord gesloten tussen deze vier deelnemende overheidsinstellingen (Brussels International, hub.brussels, visit.brussels en het CEIO).
Vorig jaar hield de organisatie van de Comités voor Internationale Coördinatie rekening met de respectieve agenda’s van deze deelnemers en zoals hierboven aangegeven konden hun internationale acties op die manier worden gerationaliseerd en kon internationale samenhang en leesbaarheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden gewaarborgd.
Sinds haar oprichting is het CIC volledig begrotingsneutraal en dat zal in 2023 ook zo blijven. De versterking van de coördinatie en samenwerking tusen Brusselse actoren die internationaal actief zijn, zou zelfs meer doeltreffendheid en een vermijding van overlapping en dus ook een besparing van middelen met zich meebrengen.
Het CIC formuleert geen aanbevelingen, opmerkingen of bezorgdheden. Het is een orgaan voor uitwisseling van informatie, het gezamenlijk organiseren van acties, en het onderling afstemmen van handelingen en budgetten.

Het CIC word telkens op de eerste vergadering van het jaar door de eigen deelnemers geëvalueerd, meer bepaald op basis van de kaderconventie die de samenwerking tussen de vier betrokken administraties vastlegt.

Het akkoord maakte het mogelijk om samenwerkingen op een reeks uiteenlopende domeinen te versterken gaande van de wederzijdse deelname aan denkoefeningen over de actieplannen en uitwerking van strategieën voor prioritaire sectoren; de samenwerking tussen de netwerken in het buitenland (met name het netwerk van de economische en handelsattachés als dat van de toeristische attachés) en de ter beschikkingstelling van hun diensten en expertise aan de missies van Brussels International en de opdrachten van het CEIO; de versterking van de aantrekkelijkheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het formuleren van een gecoördineerde strategie met het oog op de opwaardering van de culturele, creatieve, evenementgerichte, economische en toeristische troeven van Brussel; de samenwerking om de rol en het statuut als hoofdstad van Europa te bestendigen; de terbeschikkingstelling van gegevens inzake de analyse van de Brusselse economische sector en van de economische belangen van het gewest; of de samenwerking rond het aantrekken en verwerven van toegang tot Europese financiering en deze doeltreffend te benutten.

De CIC werd in dat verband alvast positief geëvalueerd.

Het Brussels Gewestcomité voor Ontwikkelingssamenwerking (BGOS) heeft in 2022 twee keer vergaderd (mei en december), zoals voorzien door het uitvoeringsbesluit van 31 mei 2018 tot bepaling van de samenstelling en de werking van dat comité.

Bovenop de gewoonlijke gedachtewisselingen over de nieuwe acties van de verschillende leden, werden vier grote dossiers besproken:
1) De presentatie van het jaarverslag 2021 en de voorbereid van het verslag 2022;
2) De missies en het onthaal van BI met de partnerregio’s;
3) De externe evaluatie van het Brusselse ontwikkelingssamenwerkingsbeleid over de eerste 5 jaar van uitvoering ervan sinds de afkondiging van de kaderordonnantie van juli 2017;
4) De uitgevoerde acties om “Van Brussel een fairtradegewest [te] maken”.

De leden van BGOS zijn zich in 2022 net als voordien blijven mobiliseren. Tijdens de vergadering van het Comité van december 2022 valt we de terugkeer op van de directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp, evenals de toegenomen deelname van de vertegenwoordigers van de Brusselse ministerkabinetten.

Aangezien de BGOS belast is met de informatie-uitwisseling tussen de regeringsdiensten en de autonome bestuursinstellingen over de initiatieven die deze diensten en instellingen in ontwikkelingslanden nemen, worden de voorbereiding en opvolging van de gewestelijke missies er besproken. Verschillende leden werden bij deze uitwisselingen betrokken. Het gaat met name om de vertegenwoordigers van de Brusselse ministerkabinetten, hub.brussels, perspective.brussels, het CIBG, Brussel Synergie en visit.brussels.

In 2022 was er geen vooruitgang met betrekking tot de berekening van het Bruto Regionaal Inkomen en de berekening van de 0,7%-norm. Er moet wel worden opgemerkt dat de rapportering voor 2022 van de Brusselse ontwikkelingssamenwerkingshulp bij de federale overheid, aan de hand van de normen van de Commissie voor Ontwikkelingsbijstand van de OESO, werd uitgevoerd.