Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de evaluatie van de derde editie van de Zero Afval Challenge

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1324)

 
Datum ontvangst: 22/12/2022 Datum publicatie: 02/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 23/01/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
23/12/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Il y a quelque temps, j'ai déjà eu l'occasion de vous interroger sur l’évaluation de la deuxième édition du challenge « Zéro déchet » et l’appel à participer à la troisième édition (cf. QE n° 726).

Dans votre réponse, vous avez confirmé que cette deuxième édition a eu des résultats positifs et qu'à cette date, 222 ménages bruxellois s'étaient déjà inscrits pour la troisième édition. Au cours des deux premières éditions, qui comptaient au total quelques 250 ménages participants, les quantités de déchets résiduels ont en moyenne été réduites à 45 kg par personne et par an.

Je voudrais dès lors vous poser les questions suivantes :

  • La réduction moyenne de la montagne de déchets des ménages participants lors de la dernière édition peut-elle être ventilée davantage, par exemple en fonction de la composition du ménage et de la répartition géographique ? Peut-on observer des différences significatives  par rapport aux chiffres des deux premières éditions ?

  • Quelle évaluation a-t-elle été faite après la troisième édition ? Quels éléments en a-t-on retenus en vue de l’organisation d'une éventuelle quatrième édition ? En particulier, comment la quatrième édition tiendra-t-elle compte des lignes de force de la nouvelle stratégie régionale de propreté clean.brussels, telles que le tri obligatoire des déchets organiques ?

  • Comment sera lancé l'appel à participer à une quatrième édition ? Par quels canaux sera-t-il diffusé ? Quels seront les objectifs de cette nouvelle édition ?

  • Quelle part des ménages participants a-t-elle abandonné au cours du processus dans chacune de ces éditions ? Les ménages en question ont-ils dit pourquoi ils ne voulaient pas (plus) saisir leurs données en ligne ?

  • Lors de la sélection des ménages participants, est-il tenu compte des zones ou des communes où la quantité moyenne de déchets par personne est déjà supérieure à la moyenne ? Dans l’affirmative, pouvez-vous en dire plus ?

 

 

 
 
Antwoord    1.
De geografische ligging lijkt geen doorslaggevende invloed te hebben op de productie van afval. Er zijn andere factoren die een grotere impact lijken te hebben zoals de omvang van de gezinnen of hun inkomsten.
Er zouden meer en betere gegevens nodig zijn om een echte correlatie op te maken tussen die factoren en de hoeveelheid afval. Zo werd er bijvoorbeeld niet gevraagd naar het inkomen van de deelnemers van de Challenge.

Het was echter niet de bedoeling om een wetenschappelijk onderzoek uit te voeren om de factoren van de afvalproductie te begrijpen, maar een experiment dankzij welk kan worden aangetoond dat het mogelijk is om afval te verminderen.
In elke editie werden bovendien verschillende begeleidingsmodaliteiten getest om het aantal deelnemende huishoudens te verhogen. De bepalingen omtrent het wegen werden versoepeld om te voorkomen dat het een belemmering zou vormen voor de deelname. Ze werden ook aangepast aan de gewijzigde sorteerinstructie naar aanleiding van de nieuwe blauwe zak in 2021.
Tijdens de derde editie moesten de deelnemers hun afval wegen. Ze hebben gedurende één maand, aan het begin en aan het einde van de Challenge, de witte zakken (restafval), de blauwe zakken (pmd) en optioneel de gele zakken (papier en karton) gewogen.
Ze werden gevraagd een enquête in te vullen waarin hun gedragingen werden geëvalueerd op basis van 31 handelingen die als gunstig worden beschouwd voor de vermindering van afval. De resultaten kunnen worden vergeleken met de enquête rond de gedragingen van Brusselaars die in 2019 werd gehouden op basis van een representatieve steekproef van de hele Brusselse populatie (SONECOM, 2019).
Er dient te worden opgemerkt dat het online weegsysteem enkel tijdens de eerste editie werd gebruikt, aangezien het te ingewikkeld was voor de deelnemers.
Niet alle huishoudens hebben hun weeggegevens ingevoerd. Het wegen van afval vergt immers een aanzienlijke inspanning en nauwgezetheid waartoe niet alle deelnemers bereid zijn.
Dat betekent niet dat zij niet langer deelnemen aan de Challenge of dat zij van het idee van afvalvermindering afzien. Het percentage huishoudens dat bruikbare gegevens heeft verstrekt in verhouding tot het totale aantal deelnemers van de Challenge bedraagt voor de drie edities respectievelijk 54, 22 en 40%, met een totaal aantal deelnemende huishoudens of teams van 50, 201 en 154. Uit die resultaten blijkt de zeer duidelijke impact van COVID-19, met name op de tweede editie (organisatorische veranderingen als gevolg van de maatregelen ter bestrijding van de epidemie of de gevolgen ervan voor de verschillende persoonlijke situaties van de deelnemers (werkloosheid, verlies van activiteit, telewerk, enz.)).
De resultaten van de drie edities zijn bemoedigend en zeer vergelijkbaar. De hoeveelheden ongesorteerd restafval aan het begin van de Challenge zijn: 61, 63 en 48 kg/inw./jaar.
Aan het eind van de Challenge: 43, 43 en 35 kg/inw./jaar.
Die cijfers moeten in perspectief worden geplaatst met de gemiddelde equivalente hoeveelheden restafval die door Brusselaars worden geproduceerd, dus ongeveer 170 kg/inw./jaar.
Een bepaald aantal Brusselaars kan dus een normaal leven leiden waarbij hij of zij vier tot vijf keer minder restafval produceert dan een ‘gemiddelde’ Brusselaar.
Van de 31 geëvalueerde handelingen hebben de deelnemers van de Challenge aangegeven dat ze 14 ervan systemisch uitvoeren, wat dus twee keer meer is dan de gemiddelde Brusselaar, die er 7 uitvoert.
Ten opzichte van de handelingen van de Brusselse bevolking zijn bepaalde handelingen dieper geworteld in hun gewoonten. Ze drinken kraantjeswater, gebruiken herbruikbare voorwerpen/verpakkingen, beperken schoonmaakproducten, enz.
2.
Dankzij de verschillende edities van de Challenge kon worden aangetoond dat het mogelijk is om goed te leven en minder afval te produceren. De uitdaging is nu om vast te stellen hoe meer Brusselaars hun afval kunnen verminderen. Dat geldt met name voor personen die niet proactief zoeken naar informatie. Die noodzaak om de burgers te bereiken is nog meer van belang om aan de Europese verplichting te voldoen om organisch afval vanaf mei 2023 in Brussel te sorteren en om onze recyclagedoelstellingen te halen.
Om deze uitdagingen te beantwoorden, werd dus een nieuwe specifieke aanpak voor de begeleiding van huishoudens aangenomen waarbij de inspanningen van Net Brussel, belast met de inzameling en informatiecampagnes rond het sorteren van met name organisch afval, en de middelen van Leefmilieu Brussel, gezien de verworven ervaring tijdens de Challenge, worden gecombineerd.
Op mijn verzoek heeft Leefmilieu Brussel een bewustmakingsprogramma rond sorteren en afval verminderen ontwikkeld waarbij er twee soorten acties op het terrein worden voorgesteld:

- animatiestanden die kunnen worden opgesteld op markten, rommelmarkten, evenementen, enz.;
- activiteiten gericht op gemeenten, OCMW’s, culturele verenigingen, organisaties belast met integratie, enz.
Het sorteren van voedselafval wordt systematisch aangehaald en aangevuld met diverse andere thema's. Er zijn acties die zijn gericht op de vermindering van voedselverspilling, compostering, vermindering van alle soorten afval en acties voor het sorteren van alle afvalfracties.
Daarnaast wordt er gewerkt aan een aanpak voor het specifieke probleem van sortering in appartementsgebouwen. In 2022 werd een actieonderzoeksproject uitgevoerd om oplossingen te testen die op grotere schaal kunnen worden toegepast, met name door zich te richten op sociale woningen.
3.
Er komt geen vierde editie van de Challenge. Die wordt vervangen door acties op het terrein die in de vorige vraag zijn beschreven.
De kwestie van het afhaken of het niet meedelen van de weging tijdens het proces is opgenomen in het antwoord op de eerste vraag.
De kwestie van de selectie van de gezinnen kwam alleen aan bod tijdens de eerste editie, toen slechts 50 gezinnen moesten worden geselecteerd. Uit de lijst van de kandidaturen is vervolgens een selectie gemaakt om de grootste verscheidenheid aan gemeenten en soorten huishoudens te hebben.
Voor de tweede en derde editie was er geen selectie: alle kandidaten konden deelnemen aan de Challenge mits zij de lanceringsessie hebben bijgewoond.