Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het voorzitterschap van de Conferentie van Europese regionale wetgevende parlementen

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 798)

 
Datum ontvangst: 08/01/2023 Datum publicatie: 21/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 17/02/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/01/2023 Ontvankelijk
 
Vraag   

Op 20 december jongstleden vernamen we dat de voorzitter van het Brussels Parlement1, die tevens voorzitter is van de commissie belast met de Europese Aangelegenheden, na het aftreden van de voorzitter van het Waals Parlement verkozen is tot voorzitter van de Conferentie van Europese regionale wetgevende parlementen (Calre).2.

Sinds de oprichtingsverklaring van Oviedo (Asturië, Spanje) in 1997 heeft de Calre zich tot taak gesteld het subsidiariteitsbeginsel binnen de Europese Unie te consolideren, de democratische en participatieve beginselen te versterken, de waarden en beginselen van de regionale democratie te verdedigen en de banden tussen de regionale wetgevende parlementen aan te halen. De Calre verenigt 72 voorzitters van regionale wetgevende parlementen.

Kunt u mij op basis van die informatie antwoord geven op de volgende vragen?

  1. Heeft uw kabinet, gezien het nieuwe mandaat van de voorzitter van het Brussels Parlement aan het hoofd van de Calre en het feit dat u als staatssecretaris bevoegd bent voor Europese en Internationale Betrekkingen, een aantal aanbevelingen van de Calre geanalyseerd?

  2. Hebt u, wetende dat het Waals Parlement het ondervoorzitterschap van de Calre zal waarnemen, een gemeenschappelijke lijn voor de toekomstige dossiers opgesteld? Zo ja, kunt u meer zeggen over de dossiers die de Calre zal analyseren en de prioriteiten voor onze stadsgewest?

  3. Hebt u, gelet op het streven van de Calre om synergieën tot stand te brengen tussen de verschillende commissies van het Europees Comité van de Regio's, waarvan u lid en rapporteur bent voor thema's als stedelijk beleid, jeugd of onderwijs, voor 2023 en 2024 richtsnoeren opgesteld voor de bevordering van de acties van ons stadsgewest in de verschillende organen?
     

 

 
 
Antwoord    Het is het Brussels Hoofdstedelijk Parlement dat lid is van de Conference of European Regional Legislative Assemblies (CALRE). Het gaat dan ook om een organisatie die de voorzitters van 72 regionale assemblees samenbrengt. In die zin heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering geen formele band met CALRE en komt dit ook toe aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement.

Verschillende van de vragen die u stelt dienen dan ook beter gesteld te worden in de daartoe bestemde organen van het Parlement. Zo is het aan het Parlement om indien ze dat opportuun acht, een gemeenschappelijke lijn aan te houden met het Waals Parlement.

Wat uw vraag over het Comité van de Regio’s betreft. Eerst en vooral zou ik willen verduidelijken dat het Comité van de Regio's bestaat uit vertegenwoordigers van de regionale en lokale gemeenschappen die in een regionaal of lokaal lichaam gekozen zijn of politiek verantwoording verschuldigd zijn aan een gekozen vergadering (artikel 300, § 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie - VWEU).
Paragraaf 4 van dat artikel van het VWEU stelt evenwel dat de leden van het Comité van de Regio's niet gebonden zijn door enig imperatief mandaat. Ze oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit in het algemene belang van de Unie. Met andere woorden vertegenwoordigt een lid van het Comité van de Regio’s zijn of haar regio niet in strikte zin, maar neemt hij of zij deel aan de activiteiten als lokaal of regionaal gekozene. In dit opzicht is het “promoten van het beleid van hat Brussels Hoofdstedelijk gewest”, zoals u het verwoordt, dus niet de kernopdracht van mijn mandaat in het Comité van de regio’s.
Niettegenstaande deze twee verduidelijkingen, ben ik als Staatsecretaris belast met Europese en Internationale Betrekkingen verheugd dat het Brussels Hoofdstedelijk parlement het Voorzitterschap waarneemt van CALRE en zal ik de mogelijkheden onderzoeken waarop kan worden samengewerkt. Het is belangrijk dat Brussel als internationale hub actief is in de verschillende internationale netwerken die streven naar duurzamer en inclusiever beleid voor alle burgers.

CALRE is actief op verschillende domeinen die prioritair zijn voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals taal en culturele diversiteit, gelijkheid en democratische vernieuwing of de strijd tegen geweld op basis van gender. Ik ben ervan overtuigd dat met het Brusselse voorzitterschap de aandachtspunten en aanbevelingen van de verschillende werkgroepen van CALRE nog meer ingang zullen vinden in het werk van deze regering, zij het via parlementaire of via een andere weg.
Ook in het werk van de leden van het comité van de regio’s dient het werk van CALRE meegenomen te worden. Ik zal ook niet nalaten hiernaar te refereren waar relevant in mijn werk in het Comité van de regio’s.

Ik kijk alvast uit naar de accenten en initiatieven die Voorzitter Madrane zal ontwikkelen als nieuwe voorzitter van CALRE en wens hem alle succes met deze belangrijke opdracht.