Schriftelijke vraag betreffende het aantal interventies dat in 2022 door de Brusselse brandweerdiensten werd uitgevoerd
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 799)
Datum ontvangst: 18/01/2023 | Datum publicatie: 20/03/2023 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 02/03/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
01/02/2023 | Ontvankelijk | |||
02/03/2023 | Bijlage aan het antwoord | p.m. | Bijlage | |
02/03/2023 | Bijlage aan het antwoord | p.m. | Bijlage |
Vraag | Zoals u weet, is het voor de Brusselse brandweerdiensten geen al te makkelijk jaar geweest. Niet alleen waren er regelmatig geluiden van onregelmatigheden binnen het brandweerkorps zelf, maar de brandweerlieden werden daarnaast ook regelmatig het slachtoffer van fysieke of verbale agressie tijdens interventies. Uit cijfers die ik recent nog mocht ontvangen bleek immers dat er de afgelopen twee jaar gemiddeld zon tien gevallen van fysieke of verbale agressie per maand tegenover brandweerdiensten plaatsvinden. Het lijkt mij echter van belang om dit eveneens te kunnen afzetten tegenover het totale aantal interventies dat door hen werd uitgevoerd. Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
|
Antwoord | Met betrekking tot de statistieken voor brandweerinterventies (aantal interventies, soorten interventies, ...) : Het is het momenteel onmogelijk om al volledige statistieken voor 2022 te produceren voor de brandweerinterventies. Na een migratie naar een nieuwe versie van Abifire medio 2022 werden verschillende interventiecodes uitgewisseld. Deze moeten handmatig worden gecorrigeerd en geconsolideerd. Deze oefening is lopende. Met betrekking tot de statistieken voor ambulances: In 2022, voerde de DBDMH 105.403 interventies uit: - 85 % van de interventies eindigde met de verzorging van een slachtoffer, d.w.z. 89.570 interventies; - in 10,7 % van de gevallen was er geen patiënt(e) (mogelijk al weg), d.w.z. 11.208 interventies; - in 1,9 % van de gevallen was er een weigering van vervoer, d.w.z. 1.959 interventies; - in 0,3% van de gevallen was er sprake van een kwaadwillige oproep, d.w.z. 342 interventies. Zie voor een uitsplitsing per gemeente het bijgevoegde document. Met betrekking tot de kosten van de interventies kan de DBDMH geen antwoord geven. De doelstelling (niveau van dienstverlening) van de DBDMH is dat het eerste brandweervoertuig binnen 12 minuten na het eerste hulpverzoek ter plaatse is, en in de dichtstbevolkte wijken wordt deze doelstelling teruggebracht tot 10 minuten. Met uitzondering van een beperkt aantal locaties wordt deze doelstelling voor het volledig Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 85,37 % van de interventies bereikt. In de zones met de hoogste bevolkingsdichtheid komt de hulp zeer snel. De wijken die buiten de tijdslimiet van 12 minuten worden bediend, bevinden zich in de zones met de laagste bevolkingsdichtheid. Voor gespecialiseerde teams en versterkingen brand vanuit de stafkazerne is de doelstelling 20 minuten. Vandaar het belang van de centrale ligging van de stafkazerne op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De noodcentrale 112 van Brussel en de dispatching brand hebben 2 minuten om een oproep aan te nemen en te behandelen en een alarm uit te zenden in de posten. De brandweervoertuigen moeten binnen 2 minuten na het alarm starten. De eerste brandvoertuigen worden uiterlijk 8 minuten na hun vertrek op de plaats van interventie verwacht (doelstelling: tdrive < 8 minuten). De onderstaande tabel toont het percentage interventies voor de eerste 10 minuten tdrive: Tdrive [min] % van de interventies < 1 1,77 < 2 6,27 < 3 14,84 < 4 26,62 < 5 41,32 < 6 57,08 < 7 72,95 < 8 85,37 < 9 92,92 < 10 97,63 Meer informatie in de bijlage In vergelijking met voorgaande jaren is de situatie status quo. De DBDMH werkt niet samen en maakt geen gebruik van de diensten van het gewestelijk videobeveiligingsplatform, het een heeft niets te maken met het ander. Momenteel worden door de DBDMH de volgende maatregelen toegepast om het personeel te beschermen: • Preventie- en beschermingsmaatregelen voor brandweerlieden-ambulanciers in het veld: Indien het risico wordt verwacht (31 december / massa-evenementen / kwetsbare wijken, de zogenaamde "waakzaamheidszones") ° Organisatie van politiebegeleiding ° Procedure "stedelijke onlusten" met instructies over het dragen van PBM's of specifieke voorzorgsmaatregelen op de autopompen (vergrendeling, het niet dragen van de persoonlijke bijl,...). - Indien het risico pas bij aankomst op de interventieplaats wordt vastgesteld: Stand-by houden van de interventieteams, wachten op politieondersteuning. · Fysieke beschermingsmaatregelen voor brandweerlieden-ambulanciers: - Standaard PBM's (helm, rangers, interventiekledij) - Specifieke PBM's die worden bestudeerd (doeltreffendheid niet bewezen): steekwerende vesten en persoonlijke camera of voertuigcamera. · Psychologische beschermingsmaatrege- len voor brandweerlieden-ambulanciers: Psychologische ondersteuning na de feiten mogelijk op initiatief van het slachtoffer via het Stress Team/vertrouwenspersonen/ psychologe van de dienst. · Preventiemaatregelen: opleiding van al het personeel - FRAT (interventie bij rellen), - Geweldloze communicatie, - Andere opleiding, specifiek over de aanpak en het neutraliseren van conflictsituaties, in voorbereiding voor 2023. Dikwijls is er voor fysische agressie geen of een klein aantal dagen werkonbekwaamheid mee gemoeid, tenzij bij : - 1 zwaar arbeidsongeval, daterende reeds van 08/08/2020 waarbij de werknemer in kwestie werkongeschikt bleef tot in 31/08/2022. Deze persoon is nadien met pensioen vertrokken. - 1 agent die sinds 2019 werkongeschikt is als gevolg van de aanslagen in 2016. Zijn dossier is hangende bij de arbeidsrechtbank waardoor zijn dagen omgezet zijn naar ziekte, maar zijn dagen werkverlet zijn ook opgenomen in de werkonbekwaamheidsdagen wegens arbeidsongeval. Brandweermensen kunnen ook uitvallen door psychologische problemen na interventies. Het gaat hier over 667 dagen werkonbekwaamheid, verdeeld over 24 agenten die arbeidsongevalaangifte hebben gedaan (waaronder 7 agenten die geen werkonbekwaamheid hadden en 17 agenten wel); veelal terug te leiden tot het overlijden van een collega tijdens een interventie. |