Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de positie van Brussel als Europese hoofdstad en de verklaringen daaromtrent in de media

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 986)

 
Datum ontvangst: 18/01/2023 Datum publicatie: 21/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 15/02/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/02/2023 Ontvankelijk
 
Vraag    Op woensdag 28 december 2022 verscheen in de krant De Standaard een artikel omtrent de Europese positie van Brussel. Daarin werd een balans opgemaakt van de aanwezigheid van de Europese instellingen in de hoofdstad, en werd meteen ook gewaarschuwd voor ‘het Straatburgse gevaar’ indien de Europese instellingen Brussel niet langer aantrekkelijk genoeg meer zouden vinden.

Om Brussel aantrekkelijk genoeg te houden als Europese hoofdstad wordt aan verschillende bouwplannen gedacht (cf. het Schumanplein, het Luxemburgplein en het Jubelpark), maar daarnaast moet er volgens u ook naar nog andere maatregelen gekeken worden – zoals bijvoorbeeld het beschikbaar maken van de app Itsme voor alle Europeanen.


Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u duiden welke maatregelen de Brusselse Regering neemt om de positie van Brussel als hoofdstad van Europa te beschermen en verder te versterken? Op welke manier worden de verschillende gewestelijke beleidsdomeinen daarbij betrokken en op elkaar afgestemd? Welke concrete acties en middelen worden daartoe voorzien?

  • Op welke manier wordt hieromtrent samengewerkt met de andere beleidsniveaus, in het bijzonder met het federale niveau? Op welke manier wordt deze samenwerking met de andere beleidsniveaus geïntegreerd en duurzaam georganiseerd? Welke taakverdeling wordt daarbij voorzien tussen alle betrokken actoren en beleidsniveaus? Worden hieromtrent tevens coördinerende platformen en/of werkgroepen voorzien? Zo ja, kan u dit nader toelichten?

  • Kan u in het bijzonder toelichten welke concrete projecten er verbonden zijn aan dit dossier? Kan u telkens duiden welk bevoegdheidsniveau de leiding neemt in deze projecten en welke rol het Brussels Gewest hierin vervult? Welke middelen worden hiertoe voorzien?

  • Kan u in het bijzonder toelichten welke rol het CEIO opneemt in dit dossier? Op welke manier worden diens diensten in dit kader versterkt of uitgebreid? Welke middelen worden hiertoe vrijgemaakt?

  • Op welke manier wordt in de ontwikkeling van deze projecten en acties rekening gehouden met het feit dat de Europese Commissie om haar activa in onze hoofdstad met de helft te verminderen? Welke concrete impact heeft dit op de uitwerking van verdere plannen daaromtrent?

  • Kan u duiden welke concrete bijkomende maatregelen u samen met de Regering onderneemt om ‘de EU-medewerkers en -parlementsleden zich thuis te laten voelen’ in Brussel? Welke middelen en welk tijdspad voorziet u hiertoe? Op welke manier wordt hieromtrent samengewerkt met de andere betrokken beleidsniveaus?


 

 
 
Antwoord    Ik heb uw vraag over de positie van Brussels als Europese hoofdstad en de verklaringen daaromtrent in de media goed ontvangen.

Ik laat het over aan de heer Pascal Smet, die als Staatssecretaris bevoegd is voor
Internationale Betrekkingen om deze vraag te beantwoorden. Deze aangelegenheid behoort immers in grote mate tot zijn bevoegdheid.