Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de mogelijke monitoring van modderstromen

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1369)

 
Datum ontvangst: 13/02/2023 Datum publicatie: 20/03/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 09/03/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/02/2023 Ontvankelijk
 
Vraag    Begin dit jaar ging er in drie Vlaamse gemeenten (Zaventem, Herne en Sint-Genesius-Rode) het project ‘Modderstroom Monitoring’ van start, met steun van de Vlaamse overheid. Via deze nieuwe slimme toepassing willen de gemeenten beter kunnen voorspellen waar, wanneer en hoe modderstromen zich potentieel zullen voordoen en zullen ze ook een beter inzicht krijgen in de werking van hun erosiepoelen – die een belangrijke factor spelen in de vorming van modderstromen.

Concreet zal de monitoring tot stand komen via sensoren (peilsensoren, pluviometers, bodemvochtsensoren …) waarbij de sensordata real-time ingelezen wordt op een centraal dataplatform, waarna analyses uitgevoerd worden om voorspellingen, alarmering en visualisatie in dashboards zichtbaar te maken.

  • Kan u duiden op welke manier modderstromen en erosiepoelen op dit ogenblik reeds gemonitord worden binnen het kader van uw bevoegdheden? Kan u duiden of deze monitoring ook in real-time gebeurt?

  • Kan u in het bijzonder duiden hoe groot deze problematiek is binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Is hieromtrent een significante stijging merkbaar tijdens de recentste jaren? Zijn er bepaalde gebieden binnen ons Gewest die duidelijk kwetsbaar zijn voor modderstromen? Zo ja, kan u dit nader toelichten met concrete cijfers?

  • Hebt u reeds de mogelijkheden onderzocht om een soortgelijke voorspellende ‘Modderstroom Monitoring’ te kunnen opzetten binnen ons Gewest? Zo ja, kan u dit nader toelichten? Welke acties en middelen voorziet u hiertoe? Op welke manier wordt hieromtrent samengewerkt met de gemeenten?

 
 
Antwoord    1.
Hoewel mijn administratie goed vertrouwd is met de problematiek, is er op dit ogenblik geen gestructureerde monitoring die vergelijkbaar is met het initiatief van de Vlaamse regering gepland.

2.
In de mate dat dit probleem vaak gelinkt is aan braakliggende akkerlanden, zijn de zones in het Gewest waar we het meest geconfronteerd worden met deze problematiek het Neerpede-gebied, waar de meeste van de landbouwgronden van het Gewest zich bevinden, alsook de gronden in Neder-Over-Heembeek, waar nog enkele kouters door landbouwers bewerkt worden. Beide zones worden gekenmerkt door lichte of meer uitgesproken hellingen, typisch de plekken waar modderstromen zich bij hevige regenval kunnen vormen, zeker als de landbouwgronden op dat ogenblik braak liggen. In de context van de klimaatontregeling zouden we een toename van deze problemen kunnen zien.
3.
Dit is nog niet onderzocht en mijn administratie volgt met belangstelling wat er in Vlaanderen wordt ontwikkeld.

In Brussel worden verschillende projecten opgezet. Zo werkt Leefmilieu Brussel aan verschillende trajecten om het Neerpede-gebied te ontwikkelen. Daarbij wordt in gesprek gegaan met de lokale landbouwers en wordt gekeken hoe deze en andere uitdagingen kunnen worden aangegaan.
In Neder-Over-Heembeek werkt Leefmilieu Brussel samen met de stad Brussel aan het masterplan ‘Korte Groenweg’, met aandacht voor de landbouw en het bodem- en waterbeheer.

Los van deze twee zones is het ook één van de doelstellingen van de ‘Good Food’-strategie om in te zetten op een agro-ecologische landbouw, een visie en praktijk waarbij gestreefd wordt naar het behoud en zelfs de verbetering van het bodemleven. Dat impliceert praktijken waarbij bijvoorbeeld met permanente bedekking van de bodem gewerkt wordt en ook verstorende bodembewerking zoveel mogelijk gereduceerd wordt. Al die praktijken dragen bij aan een bodem die beter in staat moet zijn om hevige regenbuien te trotseren en zo te vermijden dat de kostbare vruchtbare aarde in de vorm van modder van het land wegstroomt.

Tot slot wil ik nog verwijzen naar de ordonnantie houdende het beheer en de bescherming van onbevaarbare waterlopen en vijvers (2019) waarbij wordt gevraagd om een groene bufferzone van vier meter te voorzien tussen de waterlopen en het bouwland.