Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende publiek-private samenwerkingen in uw bevoegdheidsdomein

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1531)

 
Datum ontvangst: 16/02/2023 Datum publicatie: 13/04/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 23/03/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
20/02/2023 Ontvankelijk
 
Vraag    Een publiek-private samenwerking is een financieringsmethode waarbij een overheid particuliere spelers inschakelt voor de financiering en het beheer van een voorziening die een openbare dienst verleent of daartoe bijdraagt.
  1. Kunt u mij vertellen welke publiek-private samenwerkingen er sinds het begin van de regeerperiode in uw bevoegdheidsdomein zijn opgezet?

  2. Kunt u mij vertellen welke publiek-private samenwerkingen er bij het begin van de regeerperiode al aan de gang waren met betrekking tot uw bevoegdheden?

  3. Kunt u voor elke geplande, lopende en afgeronde publiek-private samenwerking aangeven wat het aandeel van de overheid en de privépartner is met vermelding van de bedragen?

  4. Kunt u voor elke publiek-private samenwerking het tijdschema meedelen en de Brusselse instanties die belast zijn met het toezicht?

  5. Hebt u bepaalde obstakels voor het gebruik van publiek-private samenwerkingen in uw bevoegdheidsdomein vastgesteld?

 

 

 
 
Antwoord    Sinds het begin van de legislatuur is alleen het publiek-private partnerschap voor de grote renovatie en het onderhoud van de Annie Cordy-tunnel (voorheen de Leopold II-tunnel) nog in uitvoering bij Brussel Mobiliteit.
Het bedrag (inclusief btw) van het contract bij de start van de werken was als volgt opgesplitst:
- 265 milj. euro renovatie,
- 13 milj. euro tijdens de renovatie,
- 180 milj. euro voor het onderhoud gedurende 25 jaar na de renovatie,
- 5,45 milj. euro interesten,
- 59 milj. euro aan extra renovatie- en onderhoudskosten (of 13% van het oorspronkelijke bedrag) als gevolg van onvoorziene gebeurtenissen sinds het begin van de uitvoering van het contract.
Er is geen private financiering ingebouwd in het contract.
En de planning ziet er als volgt uit:
- Renovatie: mei 2018 - februari 2022,
- Onderhoud: maart 2022 - februari 2047.

Publiek-private partnerschappen kunnen interessant zijn voor de overheid, alvast zeker in volgende gevallen: er is een marktsituatie waarbij het voor een private partners interessant genoeg is om voldoende risico te nemen, en als de uitdagingen van het dossier zeer technisch en complex zijn. Publiek-private partnerschappen kunnen in theorie verschillende obstakels overwinnen, waaronder een gebrek aan personeel met specifieke kennis, ook kunnen ze helpen om financiële uitgaven egaal te spreiden door de tijd. In bepaalde uitzonderlijke gevallen zijn ze interessant vanuit begrotingsoogpunt, wanneer de private partij voldoende risico neemt waardoor de uitgave niet in een keer op het ESR-saldo weegt.
De uitvoering ervan is echter complex en tijdrovend - deze termijn kan onverenigbaar zijn met de uitvoeringsplanning. Evenzo vereist het alsnog aanzienlijke personeelsmiddelen en deskundigheid van de openbare onderneming om een doeltreffende opvolging te waarborgen.

Het gebruik van publiek-private partnerschappen vereist namelijk een haalbaarheidsstudie die een vergelijkende analyse van de totale kosten van het project, de prestaties, termijnen en de verdeling van de risico's mogelijk maakt. Het doel van de haalbaarheidsstudie is de doelstellingen en dus de door de private partner uit te voeren middelen nauwkeurig vast te stellen. Indien de aanbestedende overheid voornemens is private financiering in het contract op te nemen, kan de studie de banken voldoende garanties bieden voor de terugbetaling van hun financiering.
Om deze analyse in goede banen te leiden, en om het gebrek aan personeel te compenseren, kan een beroep worden gedaan op private consultants om de technische, financiële en juridische aspecten te bepalen; de aanstelling van deze consultants bemoeilijkt echter het proces en verlengt de termijn.

Dat publiek-private partnerschappen en externalisering geen wonderoplossingen zijn, werd bijvoorbeeld recent bevestigd door de spending review die net aanraadde om een aantal onderhoudstaken terug te internaliseren via eigen personeel om budget te besparen.