Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het illegale spandoek op het Greshamgebouw aan het Koningsplein.

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 830)

 
Datum ontvangst: 06/02/2023 Datum publicatie: 28/04/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 21/04/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
23/03/2023 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

Enkele weken geleden werd een groot spandoek van ongeveer 100 m2 aangebracht op een van de gevels van het Gresham-gebouw, aan de kant van het Koningsplein in Brussel. Aangezien deze gevel volledig beschermd is, evenals alle gebouwen rond dit prachtige plein, lijkt het mij dat op zijn minst een stedenbouwkundige vergunning verplicht was.

Het aangebrachte spandoek is een eerbetoon aan de studente Mahsa Amini, die door de Iraanse zedenpolitie werd gearresteerd en vermoord wegens "het dragen van ongepaste kleding". Hoewel het eerbetoon universeel is en de rechtvaardiging van de strijd van deze moedige Iraanse vrouwen niet ter discussie staat tegenover een regime van onderdrukking en uitzonderlijk geweld tegen de eigen bevolking op zoek naar meer vrijheid, wil ik hier toch een onderscheid maken tussen vorm en inhoud.

Terwijl onze steun voor de inhoud volledig moet zijn, door te herinneren aan de waarden van universaliteit en de strijd tegen elke vorm van obscurantisme, voel ik me daarentegen meer ongemakkelijk wanneer een overheid of een semi-overheidsinstelling zich openlijk veroorlooft de wetten en voorschriften niet te respecteren die met name onze stedenbouw en ons erfgoed regelen, en zo deelneemt aan een vorm van normvervaging en afbreuk doet aan de rechtsstaat.

Was het niet mogelijk geweest een niet-beschermd gebouw te vinden, of een gebouw dat even zichtbaar is, om een dergelijke boodschap te verspreiden? Dan was voorkomen dat de voorbeeldfunctie van de overheid opnieuw zou worden ondermijnd.

Gelet op het voorgaande, zou ik u de volgende vragen willen stellen:

  1. Hebben de gewestelijke diensten die belast zijn met overtredingen kennis genomen van de aanwezigheid van dit spandoek en een proces-verbaal opgemaakt?

  2. Wie is de organisatie die verantwoordelijk is voor het plaatsen van dit spandoek? Wisten zij niet dat de gevel van het gebouw in kwestie op de monumentenlijst staat?

  3. Is er al een bedrag voorgesteld voor deze overtreding?

  4. Is er schade vastgesteld aan de gevel waaraan het metalen frame werd vastgeschroefd? Kan het gewest, dat financieel heeft bijgedragen aan de restauratie van deze gevel, een vergoeding eisen voor deze schade?

  5. Zijn er besprekingen gevoerd met de Brusselse autoriteiten om een alternatieve locatie te vinden die geschikter is, een goede zichtbaarheid biedt en niet in strijd is met de gewestelijke voorschriften?

  6. Meer in het algemeen, welke emblematische - en legale - locaties zou het gewest kunnen gebruiken voor de verspreiding van boodschappen, hetzij ten gunste van Mahsa Amini, Olivier Vandecasteele, Oekraïne of andere specifieke verklaringen?

 
 
Antwoord    Inhoudelijk zijn het boodschappen en initiatieven die we ten volle steunen. De locatie is evenwel niet goed gekozen en de plaatsing vormt een overtreding.

Mijn administratie heeft me ingelicht dat ze op 27/01/2023 een proces-verbaal van overtreding heeft opgesteld.

De stad Brussel heeft de banner geplaatst. De eigenaar van het goed is de Belgische Staat.

De eigenaar van het goed en de stad werden in het proces-verbaal als overtreders aangeduid.

Er werd momenteel geen bedrag voorgesteld.

De vastgestelde werken leiden niet alleen tot minder zichtbaarheid en een doorbreking van de bouwkundige harmonie van dit opmerkelijke geheel, ze bevatten ook 10 verankeringen in de beschermde gevel.

Aangezien het om een federaal pand gaat, werden geen gewestelijke subsidies toegekend voor de gevelrestauratie. In het kader van de inbreukprocedure zal mijn administratie verzoeken om het goed te herstellen volgens de regels van de kunst, in overleg met de eigenaar.

De overtreder heeft geen stappen in die richting genomen.

Deze denkoefening zou door externe instellingen op schaal van het Brusselse Gewest, zoals Brulocalis, kunnen worden aangevat om naar de meest geschikte plaatsen voor dergelijke noodzakelijke Brusselse boodschappen voor zaken van universeel belang te zoeken.