Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende initiatieven, projecten en beschouwingen die de intersectionele logica integreren

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 834)

 
Datum ontvangst: 26/03/2023 Datum publicatie: 28/04/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 24/04/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/03/2023 Ontvankelijk
 
Vraag    In de strijd tegen discriminatie en geweld is het belangrijk om een intersectionele logica te ontwikkelen en te gebruiken bij de analyse en behandeling van discriminatie en geweld, aangezien bepaalde groepen onderhevig zijn aan de intersectie of accumulatie van specifieke discriminerende en/of gewelddadige factoren

Wat uw vakgebied betreft,

  1. Wat waren in 2022 de "initiatieven en/of projecten die een intersectionele logica integreren" die uw bedrijf heeft uitgevoerd?

  2. Welke "beschouwingen die een intersectionele logica integreren" zijn er in uw kabinet ?

 
 
Antwoord    Mensen worden zelden gediscrimineerd op basis van één enkele eigenschap, maar wél op basis van meerdere kenmerken, die elkaar vaak overlappen. Discriminerende factoren zoals leeftijd, geslacht, origine, enz. interfereren met elkaar, en versterken de (ervaren) discriminatie.

Intersectionaliteit is geen nieuw begrip. In 1989 werd het geïntroduceerd door de Amerikaanse juriste en burgerrechtenactiviste Kimberley Crenshaw. Het doel is om het bestaan te belichten van vormen van meervoudige discriminatie, die nog al te vaak onzichtbaar blijven.

Vandaag en in de nabije toekomst zal de uitdaging erin bestaan om de theorie om te zetten in concrete en bevattelijke projecten.

Een voorbeeld hiervan is terug te vinden in de herziening van de Stedenbouwkundige Verordening (GSV), waarin ruime aandacht werd voorzien voor diversiteit en inclusie.

Titel 1, artikel 1, doelstelling 1 werd als volgt geformuleerd:
“zorgen voor inclusie van alle personen in de samenleving, de leefkwaliteit verbeteren, de sociale verbondenheid vergroten en het isolement en het gevoel van onveiligheid bestrijden”.
Verderop in de tekst, met betrekking tot de openbare open ruimte, werd volgende bepaling opgenomen: “
de inrichting van de openbare open ruimte is inclusief en aangepast aan de behoeften van alle personen”. Toelichting: “Een inclusieve ruimte is ontworpen met aandacht voor de verschillende identiteiten van personen en voor de interactie met hen in de manier waarop ze gebruiken maken en deel uitmaken van de openbare ruimte (gender, leeftijd, handicap, sociaaleconomische situatie...). Ze integreert die kwesties vanuit een “intersectionele” en “Gender plus-benadering”. Het concept “Gender Plus” is ruimer dan gender alleen en houdt ook rekening met de verschillende levensfases van kind tot bejaarde, de sociale klasse, kwetsbare groepen en de verschillende culturen. De intersectionele en Gender plus-benadering maken het mogelijk om systematisch andere groepen dan de eigen groep in een project op te nemen.

Artikel 8 (comfort en inclusie), voorziet het volgende: “
Drukbezochte plaatsen beschikken over bijkomende voorzieningen, waaronder openbare toiletten, drinkwaterfonteinen en/of speel- en ontspanningsruimtes, aangepast aan ieders de behoeften van iedereen.”
Toelichting: “Inclusie omvat immers ook de terbeschikkingstelling van voorzieningen om aan essentiële behoeften te voldoen, zoals drinkwaterfonteinen, maar ook toiletten, waarvan het ontbreken ervan leidt tot discriminatie. Hetzelfde geldt voor speel- of sportterreinen in de openbare ruimte, waar rekening moet worden gehouden met de verschillende behoeften al naargelang het geslacht/gender.”